NaLa NaSo NaTo ReNa

Naix-aux-Forges

(Nasium) Kort voor het begin van onze jaartelling ontstond Nasium ten zuidwesten van het hoger gelegen oppidum van Boviolles en groeide daarna uit tot een belangrijke plaats. Volgens Quid.fr zijn er bouwkundige elementen gevonden: resten van een tempel, gedenkstenen, lijstwerk, stukken beeldhouwwerk, aardewerkscherven en munten. Ook stond er een mijlpaal.

CoNa NaAn NaPo

Nantes

(Portus Namnetum) Nantes heeft zichtbare sporen van haar Romeins verleden, zoals resten van de stadsmuur, maar over de geschiedenis van de stad in de oudheid is niets bekend. De reisgids van Thiollier-Alexandrowicz vat de situatie kort samen: “Nantes est mal connue”.

ElNa NaBé ToNa

Narbonne

(Narbone) Voordat het zuiden van Frankrijk door de Romeinen werd veroverd woonde in de streek rond het latere Narbonne het volk der Elisyques. In 118 v.Chr. stichtten de Romeinen de stad aan de toen nieuwe en eerste Romeinse weg in Gallia die Italië met het Iberisch Schiereiland verbond, de Colonia Narbo Martius, genoemd naar de Romeinse consul Quintus Marcius Rex. De plaats werd in 27 v.Chr. de hoofdstad van de provincie Gallia Narbonensis. Uit de oudheid zijn overblijfselen gevonden van een amfitheater, sporen van een horreum*, uitgestrekte ondergrondse magazijnen, talrijke voorwerpen, aardewerk, amforen, beelden en resten van het capitool*.

NeBi NeKo TrNe

Neumagen

(Noviomagus) Neumagen ontwikelde zich vanaf de eerste eeuw tot een belangrijke handelsplaats, werd echter in de tweede helft van de derde eeuw door invallende Germanen verwoest. Aan die verwoesting hebben we een aantal belangrijke monumenten te danken, want bij de herbouw in het begin van de vierde eeuw werden bij het optrekken van de stadsmuren alle stenen gebruikt waarmen de hand op kon leggen. En dus ook de reliefs en inscripties die van een oude necropool afkomstig waren.

Enerzijds verraadt het gebruik daarvan de haast waarmee de vestingwerken werden gebouwd, anderzijds valt er uit te concluderen dat de belangrijkste families van de stad tijdens de Germaanse verwoesting gevlucht of omgekomen waren, zodat er niemand was om tegen het afbouwen van de grafmonumenten bezwaar te maken. Dank zij het hergebruik van die monumenten kennen we nu bijvoorbeeld het beroemde ‘wijnschip van Neumagen’.

HeNi LeNi NiKl NiTo

Nijmegen

(Noviomagus) Door een fout op de Peutinger-kaart (zie route HeNi) wordt Nijmegen gezien als onderdeel, of ook wel als hoofdbestanddeel, van de Romeinse grensweg in Nederland. In werkelijkheid maakte de stad geen deel uit van die grensweg, hoewel ze een belangrijke garnizoensplaats was. Dat wil zeggen, het militaire terrein lag ten oosten van de oude stad op de Hunerberg. Het oude Noviomagus strekte zich vermoedelijk ten noorden en westen van het huidige centrum uit langs de Waal. Waar het centrum ervan was is moeilijk vast te stellen. Rond de Waalstraat en het Maasplein zijn de resten opgegraven van wat vermoedelijk een tempelcomplex was. Op grond daarvan is er hier ten behoeve van het meten van afstanden van uit gegaan, dat het centrum van Noviomagus zich bevond bij de hoek van de Waterstraat en de Weurtseweg, dus dicht bij de zuidwesthoek van de haven.

CsNî NîAr NîBe

Nîmes

(Nemausus) Nemausus was een omwalde versterking of oppidum. Uit aardewerkvondsten blijkt dat er handel was met Grieken, misschien uit Marseille of één van de andere Griekse vestigingen op de Gallische kust. De in 118 v.Chr. aangelegde Via Domitia liep door de stad. Onder keizer Augustus werd een zes kilometer lange muur rond de stad gebouwd. Daarvan is nog de Porta Augusta over. Het belangrijkste gebouw is de tempel die Maison Carrée wordt genoemd. Verder is er een amfitheater (Les Arènes) dat na restauratie in gebruikt genomen is voor toneelvoorstellingen en stierengevechten, een tempel van Diane en op de top van de Mont Cavelier de achthoekige Tour Magne. In de jaren 38-60 is de waterleiding aangelegd. Onderdeel daarvan is de bekende Pont du Gard.

Toen Thomas Platter in 1598 het huis van “een president” in Nîmes bezocht was hij verbaasd over de aanwezigheid van een enorme krokodil (“mechtig grossen crocodyl”). Hij bracht het dier niet in verband het zeer merkwaardige stadswapen van Nîmes, dat bestaat uit een palmboom waaraan een krokodil vastgebonden is. Dit symbool komt al voor op munten van vóór het begin van onze jaartelling. Buiten de reeds genoemde waterleiding en bouwwerken zijn er talloze vondsten gedaan van mozaïeken, beelden, gevelversieringen, altaren, gedenktekens, aardewerk en munten.

ChNo MoNo NoPl NoSe
NoTr

Nogent-sur-Seine

(Riobe) Riobe is een knooppunt in de weg van Chailly-en-Brie (Calagum) naar Troyes (Augustobona). Vandaar lopen er tevens wegen naar Sens (Agedincum) en Montereau-Fault-Yonne (Condate). Het is dus een kruising of knooppunt. De identificatie van Riobe is altijd een probleem geweest. Provins is misschien een mogelijkheid (zie hierna), maar heeft geen aantoonbaar Romeins verleden. Maison-Rouge, ten westen van Provins, heeft weliswaar haar naam mee, maar ligt wat betreft de (huidige) wegen niet geheel logisch tussen Montereau-Fault-Yonne en Troyes. En de afstand naar Montereau klopt ook niet (XI mijl). Tegenwoordig is Châteaubleau populair vanwege de aanzienlijke vondsten uit de Gallo-Romeinse periode, maar het is geen wegkruising of knooppunt en de afstand naar Montereau-Fault-Yonne klopt ook hier niet (XIII mijl). Bovendien ligt het net zoals Maison-Rouge enigszins onlogisch tussen Troyes en Montereau.

Men zou bij de zoektocht naar Riobe uit kunnen gaan van een tekst uit een boek van Jean Mesqui over Provins. Daarin verbaast de schijver zich over het vrijwel ontbreken van Romeinse sporen in Provins1, want in de omgeving ervan was een aantal plaatsjes in de Gallo-Romeinse periode wel aantoonbaar bewoond (p.12): “Nombre de villages temoignent d’une occupation gallo-romaine assez forte: ainsi Chalautre, Chenoise, Mortery, Sainte Colombe, Saint Hilliers, Châteaubleau.” Van deze vijf plaatsen is er één een kruising/knooppunt van wegen, en dat is Chenoise. Maar de gelijkstelling Chenoise – Riobe is ook niet erg bevredigend. Zowel de verbinding met Montereau-Fault-Yonne als met Sens zou dan over weg D75 lopen en het zo ontstane wegennet lijkt niet erg logisch aan te sluiten op de oude Romeinse weg naar het noorden vanuit Sens. Bij voorkeur zou er ook een verklaring moeten zijn voor het vreemde getal 26 tussen Riobe en Agedincum. Na alle vier de tot hier toe genoemde kandidaten (Provins, Maison-Rouge, Châteaubleau, Chenoise) beurtelings gelijkgesteld te hebben aan Riobe, geeft de gelijkstelling met Provins de minste problemen. Moeten we Riobe dus toch gelijkstellen aan Provins?

riobe op de pk

Vreemd is dat er bij geen van de genoemde kandidaten een logische verbinding met Reims lijkt te zijn. Voor de tocht naar Reims zou de reiziger eerst in noordwestelijke richting naar Chailly-en-Brie moeten gaan om volgens over de ook al niet heel erg voor de hand liggende route ChRe Reims te bereiken. Terwijl het op de Peutinger-kaart voldoende zou zijn geweest on het lijntje tussen Agetincum en Riobe iets naar boven door te trekken. Dat lijntje zou dan uitkomen in Bibe, dat wel een logische verbinding met Reims heeft. En de gelijkstelling van Riobe aan Nogent-sur-Seine zou de hele situatie rond Riobe veel logischer maken. Daar komt bij dat er op het internet (b.v. Wikipedia) voor Nogent een bestaan in de Romeinse tijd wordt opgeëist, ook al is niet duidelijk waarop die claim gebaseerd is.

riobe – bibe

Het fragment van de Peutinger-kaart waarop Riobe voorkomt is hier twee maal getekend. De bovenste tekening geeft weer wat er op de kaart staat en de onderste wat er had kunnen staan als Riobe gelijkgesteld mag worden aan Nogent-sur-Seine. Het getal 26 tussen tussen Riobe en Agetincum blijkt dan een X te veel te hebben. Een fout die in de Romeinse reisgidsen vaker voorkomt. In de afstand van Riobe naar Condate is ook een veel voorkomend fout gemaakt: een V is aangezien voor II. Het knooppunt Riobe blijkt nu precies halverwege Calagum en Augustobona te liggen. De 28 mijlen naar Bibe zijn gebaseerd op veronderstellingen omtrent de locatie van Bibe en de weg daar naartoe. Meer daarover bij de beschrijving (van de problemen) van de routes ChRe (Chailly-en-Brie – Reims) en NoPl (Nogent-sur-Seine – Plancy-l’Abbaye).

_________________________________________

  1. Jean Mesqui: Provins, la fortification d’une ville au moyen-age. Ouvrage publié avec le concours du Centre National de la Recherche scientifique et de la ville de Provins. 1979 Droz Genève, and Arts et Métiers Graphiques, Paris.