IGN carte topographique TOP 100: | 72 Béziers / Perpignan |
Rm | km | ||
Illiberre (Ad Stabulum) | Elne | ||
m. Carcassona | Mas Carcassonne | vi | 9 |
a. Ruscione | Château-Rousillon | iii | 4 |
b. Combusta | ? | vi | 9 |
c. Salsulis | Salses-le-Château | iii | 4 |
d. Ad Vicensimum | ? | xi | 16 |
Narbone | Narbonne | xx | 30 |
Vanuit Elne (Eliberre) wordt weg N114 gevolgd tot aan Corneilla-del-Vercol, waarbij Quid.fr “Romeinse aanwezigheid” (présence romaine) vermeldt. Daar gaat de route verder naar het noorden, door Théza en Saleilles naar Cabestany. Tussen Saleiles en Cabestany wordt de Mas Carcassonne (Carcassona) gepasseerd (aan de westkant van de weg), die de naam behouden heeft van het door de Kosmograaf van Ravenna genoemde Carcassona. Vanaf Cabestany gaat de route noordoostwaarts naar Château-Roussillon (Ruscione) aan de Têt.
Resten van het eens belangrijke Ruscino (zie ook het verhaal over Elne bij de knooppunten) zijn te zien op de Site Archéologique en in het museum. Vanaf hier wordt het een stukje raden. Waarschijnlijk benadert men de oude route het beste door op de toeristenkaart een potloodlijn te trekken die vanuit Château-Roussillon ongeveer naar het noorden loopt, zodanig dat die lijn ten noordoosten van Bompas (Romeinse aanwezigheid) heel dicht tegen een stuk van weg D41 aanloopt en tenslotte uitkomt ten noordwesten van Claira en net ten noorden van het Ancien Canal de la Salanque, op een knik in een pad naar Salses-le-Château. Bij Claira, waar het pad naar Salses-le-Château begint, heeft een Romeinse villa gestaan. Ook Torreilles, meer naar het oosten, schijnt door Romeinen bewoond te zijn geweest.
De volgende halte, die in het Routeboek van Antoninus Combusta wordt genoemd, heeft langs het pad naar Salses-le-Château gelegen, ongeveer ter hoogte van de Mas d’en Bruyères. Vanaf hier is het nog drie (Romeinse) mijlen naar Salses-le-Château (Salsula). Vandaar gaat de route verder over weg N9, die eerst naar het noordoosten langs het Étang de Leucate loopt en dan meer naar het noorden buigt. Ten westen van de weg zijn bij Fitou resten van een Romeins aquaduct gevonden en een schat van Romeinse munten. Bij Leucate, ten noordwesten van Fitou, is Gallo-Romeins aardewerk gevonden. Dat lijkt nauwelijks de moeite van het vermelden waard, maar Pomponius Mela noemt de plaats in zijn beschrijving van de Middellandse Zeekust en ze moet dan toch van enig belang zijn geweest.
Ten noordwesten van Fitou, bij Treilles, zijn sporen van een Romeinse brug. Bij Caves, dat bijna aan de weg zelf ligt, is een mijlpaal van de oude route ontdekt, die zich nu in het museum van Narbonne bevindt. Het is jammer dat de exacte plaats van de paal niet wordt vermeldt, of misschien ook niet nauwkeurig bekend is, want hier in de buurt moet Ad Vicensimum (“Bij de twintigste”) gelegen hebben, op twintig mijl van Narbonne. Zou de gevonden mijlpaal daar gestaan hebben, dan was dat ongeveer ter hoogte van de Aires de service de Lapalme, op de toeristenkaart met rode lettertjes aangegeven langs de ten westen van de route lopende autosnelweg A9-E15. Volgens de reisgids van Thiollier-Alexandrowicz begint bij de hier vlakbij gelegen Chapelle de St.-Pancrace een niet op de toeristenkaart ingetekende Romeinse weg die verder naar het noorden bij Roquefort-des-Corbières langs een groepje van drie mijlpalen loopt en in ieder geval ook te vinden is bij bij het noordwestelijk van Roquefort gelegen Portel-les-Corbières (sporen van Romeinse gebouwen). Hoe dit precies zit is vanuit een stoel in Nederland moeilijk te achterhalen. Het lijkt niet logisch om de vlakte te verruilen voor bergachtig terrein en bovendien zijn er bij Sigean, ten noordoosten van Roquefort-des-Corbières, sporen van de Romeinse weg gevonden. Wij houden ons vooralsnog maar bij weg N9. Verderop zijn ten oosten daarvan, bij Peyriac-de-Mer ook sporen van Romeinse aanwezigheid aangetroffen. Daarna zijn er geen vermeldingen van Gallo-Romeinse vondsten meer totdat de route is geëindigd in het centrum van Narbonne (Narbo Martius).