bronnen en problemen
vak D1

NeBi: Neumagen – Bingen

LVermGeo Topografische Karte 1:50.000: - Naturpark Saar-Hunsrück Blatt Ost
- Naturpark Soonwald-Nahe
of
Adac ProfiAtlas Deutschland 1:100.000: Seite 338, 356, 357, 358, 359

plaats van route NeBi

Gm km
Noviomago Neumagen
a. Belginum Wederath (Archeologiepark) x 25
b. Dumno Kirchberg viii 20
Bingium Bingen xvi 40

Vanuit Neumagen (Noviomagus) loopt de route noordwaarts langs de Moezel naar Dhron, steekt daar het gelijknamige riviertje over en gaat over Landstraße 156 eerst noordwestwaarts en dan noordoostwaart richting Niederemmel. Voordat echter Niederemmel wordt bereikt, wordt in de buurt van een Römerhof in zuidelijke richting afgeslagen en wordt de reis vervolgt over Landstraße 157. Die loopt tussen de Moezel en de Dhron door naar het zuidoosten. Wanneer de reiziger weer ongeveer ter hoogte van Neumagen is staat er langs de weg een Römergrab aangegeven, en even verderop staat dat de weg een Römerstraße is. Daarna buigt de weg meer naar het zuiden, maar ongeveer twee kilometer verderop draait de weg ongeveer 90° en loopt dan licht naar het noordoosten. Ten zuiden van de bocht ligt Horath, waar de sporen van een Laat-Romeinse villa zijn gevonden. Verderop wordt weer vermeld dat men zich op een Römerstraße bevindt. Ongeveer ten noorden van die vermelding ligt Gornhausen. In de omgeving daarvan zijn bij het ploegen beeldjes van huisgoden gevonden, die in het lokale museum te bewonderen zijn. Ten zuiden van de weg zijn bij Merscheid ook sporen uit de Romeinse tijd aan het licht gekomen: delen van muren, aardewerk uit de 1e tot 4e eeuw en een gouden munt van Trajanus. Ten zuiden van Gonzerath eindigt Landstraße 157 en wordt de weg (voetgangers en fietsers) voortgezet over een pad dat iets afwijkt van de oorspronkelijke Romeinse weg. Dat is goed te zien aan een ander pad waarlangs het woord Römerstraße staat, en aan het iets ten oosten daarvan aangegeven Römergrab. Ten zuiden van Wederath (Tabernae) gaat de route verder over weg B50-E42 en komt dan uit op B327-E42 (Hunsrückhöhenstraße). Hier staan de woorden Grabungsschützgebiet en Vicus op de kaart (zweite Auflage 2007). Tegenwoordig bevindt zich daar het Archeologiepark Belginum.

Omdat de afstanden op de Peutinger-kaart ook deze plek aanwijzen mag aangenomen worden dat het hier werkelijk om Belginum gaat. Aangezien de geleerden nog steeds (anno 2010) Gallische mijlen van 2,22 km hanteren, hebben zij dat niet kunnen controleren. Zij zullen bij het nameten van de route niet op het correcte aantal van 34 mijlen komen, maar op een lengte van 38 leugae. De Stumpfer Turm die hier vlak bij staat is niet Romeins, maar Middeleeuws.

Hoewel de Hunsrückhöhenstraße niet werkelijk over de oude route loopt is de eenvoudigste manier om de reis voort te zetten toch 4½ kilometer over deze Straße af te leggen en dan over weg K131 en K74 naar het centrum van Horbruch te gaan. In werkelijkheid liep de route iets zuidelijker door Hochscheid, waar in de tweede eeuw een heiligdom werd gebouwd voor Apollo en de Gallische godin Sirona. Vlak vóór Hochscheid is op de toeristenkaart het woord Römerstraße te zien. Door de aanleg van de spoorlijn en van de Hunsrückhöhenstraße is er echter tussen het Archeologiepark Belginum en Hochscheid een stuk van de oude weg verloren gegaan. Dat is ten zuiden van Horbruch eigenlijk ook het geval. Ten oosten van Horbruch gaat het volgende stuk van de route verder over een pad waar Römerstraße bij staat. Iets verderop staat een Keltisches Fürstengrab aangegeven. Als er in een graf een paar interessante dingen worden gevonden, dan is het volgens archeologen steevast het graf van een vorst. Verderop loopt het pad ten noorden van Laufersweiler, waar vondsten op een bewoning in de Romeinse tijd wijzen. Dat geldt ook voor een aantal plaatsen aan de andere (noord)kant van de route: Niederweiler, Lautzenhausen, Sohren (graven, resten van villa’s) en Niedersohren. Ten zuiden van Niedersohren wordt het pad nog steeds Römerstraße genoemd. De route gaat nu door Liederbach, waar de moderne reiziger wat kronkels rond de oude weg moet maken. Ten noorden van Liederbach zijn sporen van Romeinse bewoning gevonden bij Nieder Kostenz en Ober Kostenz. Daarna komt de tweede halte op deze route: Kirchberg (Dumnissus).

Volgens Wikipedia lag Dumnissus in het oostelijk deel van Kirchberg en werd de route Bingen – Trier al in de eerste eeuw v.Chr. aangelegd. Volgens Ausonius* was Dumnissus een dorre plaats. Weliswaar ligt Kirchberg hoog, zoals de naam al aangeeft, maar er ontspringen hier toch heel wat beekjes. Misschien dat Ausonius er tijdens een periode van droogte langskwam. Maar dan is het wel vreemd dat hij het even later over het vochtige Tabernae heeft. Kortom, de route is moeilijk in verband te brengen met de waarnemingen van de dichter. Ten zuidoosten van Kirchberg hebben de Romeinen bij Womrath een Jupiterbeeld, sierraden, aardewerk en koperen urnen achtergelaten. Vanaf Kirchberg liep de route waarschijnlijk ongeveer over Kreisstraße 3 en verderop weer weg B50-E42 naar Simmern (bewoning in de Romeinse tijd). Bij Kümbdchen, ten noorden van Simmern, en bij Holzbach, ten zuiden ervan, zijn voorwerpen uit de Romeinse gevonden. Weg B50-E42 loopt met een boog om de kern van het stadje heen, maar de oude route ging waarschijnlijk door het centrum en vandaar over Kreisstraße 55 door Mutterschied (muntvondst) naar Argenthal. Vandaar gaat de route in zuidoostelijke, later oostelijke richting over Landstraße 242 door Dörrebach naar Stromberg, en dan over Landstraße 214 door Waldalgesheim naar Weiler bei Bingen. In het Binger Stadtwald ten zuidwesten van Weiler zijn de resten van een Romeinse villa gevonden. Na Weiler loopt de route naar de Nahe, over de Drususbrücke, en dan in noordelijke richting naar het centrum van Bingen (Bingium).