bronnen en problemen
Routes

DeDi: Decize – Digoin

PK63A: Gallische mijlen opgegeven gemeten route
afstand afstand
Degetia Decize DeDi
a. Aquis Bormonis Bourbon-Lancy xxx xv
b. Sitillia Gilly-sur-Loire xvi v
Pocrinio Digoin xiiii viiii

KR26.8 opgegeven gemeten route
afstand afstand
Pocrinio Digoin DeDi
a. Arigilia Gilly-sur-Loire
Dizezeia Decize

Het hele gebied tussen Decize, Vichy, Roanne en Autun is eigenlijk één groot probleem. Vooral van de plaatsten Boxum, Sitillia en Ariolica is de identiteit moeilijk vast te stellen (naast en onder Aquis Nisincii op het kaartfragment hieronder).

Pocrinio 1

Een identificatie van de halte Boxum is in de reisgids van Thiollier-Alexandrowicz niet te vinden. In de Romeinse Reisgidsen van Bruijnesteijn evenmin. Hier is aangenomen dat het Luzy betreft. Vandaar lopen wegen (zie de schema’s hieronder) naar Autun (Augustodunum), Toulon-sur-Arroux (Telonnum), Bourbon-Lancy (Aquae Bormonis), St.-Honoré-les-Bains (Aquae Nicincii) en Decize (Decetia). Voor Sitillia geeft Thiollier-Alexandrowicz de vaak genoemde plaats Thiel-sur-Acolin. Een heel merkwaardige oplossing waarbij men er van uitgaat dat de Romeinen vanuit Bourbon-Lancy eerst een eind naar het zuidwesten liepen om in Thiel-sur-Acolin te geraken, en vervolgens in oostelijke richting naar Digoin reisden. Op die manier de afstand van Bourbon-Lancy naar Digoin ongeveer tien mijl (25 km) langer makend dan noodzakelijk. Bruijnesteijn waagt zich niet aan een identificatie, maar op zijn kaartjes is te zien dat hij aan de omgeving van Gilly-sur-Loire dacht, of aan het plaatsje zelf. Hier is aangenomen dat het inderdaad Gilly betreft en dat de naam Sitillia een kopieerfout is. De Kosmograaf van Ravenna noemt de plaats Arigilia. De laatste twee lettergrepen daarvan lijken al heel erg op Gilly.

Voor Ariolica geeft Bruijnesteijn la Pacaudière en Thiollier-Alexandrowicz wijst St.-Martin-d’Estreaux aan. Op grond van de afstanden is hier voor St.-Martin-d’Estreaux gekozen. En daarmee komen we op de merkwaardige verbinding op de Peutinger-kaart tussen Sitillia en Ariolica. Zo’n verbinding is werkelijk mogelijk en kan vanaf Saligny-sur-Roudon zelfs geheel over weg D15 afgelegd worden. Het is echter geen logische verbinding. In de Romeinse reisgidsen wordt vanaf Angers de Loire stroomopwaarts gevolgd en met die gewoonte zou tussen Gilly-sur-Loire en Roanne plotseling gebroken zijn? Op die manier komt de route ook niet langs Marcigny (Martialis) aan de Loire, zoals de Kosmograaf van Ravenna wil. Dit deel van het stroomdal van de rivier zou dan verruild zijn voor een kronkelige route door geaccidenteerd terrein, waarin geen spoor uit de Gallo-Romeinse tijd gevonden is. Hier is dan ook aangenomen dat de verbinding Sitillia – Ariolica een slordigheid is en dat die verbinding in werkelijkheid tussen Pocrinio (Digoin) en Roidomna (Roanne) getekend had moeten worden. Dat dit stuk van de kaart zo problematisch is ligt niet aan ons gebrek aan begrip, maar aan het feit dat een kopiist er hier, zoals ook op veel andere plekken, een potje van gemaakt heeft. Hieronder is de interpretatie van dit kaartdeel schematisch weergegeven (ook bij de beschrijving van andere routes wordt naar deze schets verwezen). Links staan de routes zoals de Peutinger-kaart ze lijkt af te beelden. Rechts staat de interpretatie die ze in deze gids hebben gekregen.

Pocrinio 2

Merk op dat de knooppunten Sitilia en Ariolica veschoven zijn naar Pocrinio (Digoin) en Roidomna (Roanne). Vorogio en Boxum zijn ook knooppunten geworden. De 22 mijl tussen Aquis Nisincii (St.-Honoré-les-Bains) en Augustodunum (Autun) lopen niet door het woeste gebied rond de Mont Beuvray, maar via het knooppunt Luzy (Boxum). Er zijn twee routes van Decize naar Luzy waarvan er één vijf mijl langer is vanwege een bezoek aan de baden van St.-Honoré.

Er is niet één verbinding naar het zuiden, zoals de Peutinger-kaart suggereert, maar er zijn er twee: 1e van Decize richting Clermont-Ferrand langs de Allier en 2e van Autun richting Feurs en Lyon langs de Loire. De knik in de route (DeVo) van Decize naar Varennes-sur-Allier bevindt zich ongeveer bij Moulins, maar niet omwille van de plaats zelf, want die bestond in de oudheid waarschijnlijk nog niet. De route liep hier langs Yzeure, dat een belangrijk centrum van aardewerkproductie was. Er lijken ook antieke routes vandaar naar het oosten te lopen. Bijvoorbeeld over weg N2079 en D973 naar Bourbon-Lancy, via Lusigny (site gallo-romain), Chevanges (site gallo-romain) en Garnat-sur-Engièvre (site gallo-romain). Ten zuiden van Garnat, bij Beaulon, worden ook vestiges romains vermeld. Een tweede route vanuit Yzeure oostwaarts lijkt weg D12 te volgen langs Montbeugny (voie romaine), Thiel-sur-Acolin (resten van de Romeinse weg en sporen van Gallo-Romeinse fortificaties) en verder over weg N79 aan de zuidkant van de Loire langs Diou (vestiges gallo-romain) en Coulanges (ateliers en ovens van pottenbakkers) naar Digoin.

Hieronder is in beeld gebracht hoe dit deel van de Peutinger-kaart er van oorsprong wellicht uitzag.

Pocrinio 3

De vreemde scheve stand van de naam Vorogio is nu verklaard. Niet te zien is dat de 22 mijl van Aquis Nisincii naar Augustodunum in feite bestaat uit een stuk van 9 mijl naar Luzy en een stuk van 13 mijl naar Autun. Maar dergelijke overslagen komen op de kaart wel meer voor.

Op de onderhavige route klopt niets van de afstanden. Het feit dat dit stukje van de Peutinger-kaart tekentechnisch een aantal fouten vertoont zou niet zo erg zijn geweest als de afstanden correct waren geweest. De combinatie van een onjuiste afbeelding met verknoeide afstanden heeft van de reconstructie van dit gebied een schijnbaar hopeloze taak gemaakt. De hier voorgestelde oplossing is dan ook niet te bewijzen, maar ze is aannemelijk. Het heeft geen zin om tot in lengte van dagen vraagtekens bij de diverse plaatsnamen te blijven zetten, dus is er hier door het verplaatsen van twee knooppunten en het introduceren van twee nieuwe een geloofwaardige oplossing geforceerd. Dat in deze oplossing geen ruimte is voor de Mont Beuvray zal menig Fransman verdriet doen, want de resten van een Gallisch fort op die berg zijn een soort nationaal symbool geworden. Toch mag aan de gelijkstelling van die resten aan het legendarische Bibracte getwijfeld worden. De naam Bibracte begint met het woord biber = bever, bibra = beverrivier1. Bevers worden niet boven op bergen van ca 800 m hoogte gevonden, maar bij beken en rivieren. Wel is er op de Mont Beuvray een mooi voorbeeld van een murus gallicus* te vinden (de z.g. ‘Porte du Rebout’).

_________________________________________

  1. Pierre-Henri Billy: Thesaurus Linguae Gallicae. Hildesheim 1993, p. 27