NGI Nationaal geografich instituut te Brussel | 50-50A Malmedy |
56-56A Sankt Vith | |
60 La Roche-en-Ardenne | |
61 Limerlé | |
(64 Bertrix) | |
65 Bastogne | |
67-70 Bouillon | |
Wander- und Freizeitkarte GeOMap 1:50.000 | - Nationalpark Eifel: Rureifel, Hohes Venn |
Gm | km | ||
Meduanto | Williers | ||
Belgica | Düttling | lxi | 153 |
NGI-kaart nr.64 is tussen haakjes gezet om dat daarop slechts een minuscuul stukje van de route staat en geen van de vermeldde plaatsen. Alleen degene die de route wil nameten heeft er iets aan. Dat de route over de genoemde wegen liep is slechts een aanname.
Vanuit Williers (Meduanto) wordt in zuidoostelijke richting de Ruisseau de Williers overgestoken. Aan de overkant, aan de westzijde van Chameleu(x), zijn opgravingen gedaan die met informatieborden zijn gemarkeerd. Men heeft er o.a. munten, gereedschappen, een sleutel en veel scherven gevonden en deze plek wordt ook wel beschouwd als de halte Meduanto. Hier gaat de weg in noordelijke richting omhoog en loopt boven aangekomen in noordnoordwestelijke richting naar Florenville, waarbij een site gallo-romain wordt vermeld die van de 1e tot de 5e eeuw in gebruik is geweest. Na Florenville wordt in oostelijke richting een stukje van weg N85 gevolgd, die dan naar het noorden draait en de spoorbaan kruist. Waarschijnlijk liep de route daarna rechtdoor over weg N894, want het verdere verloop van N85 is op de Ferraris-kaart niet goed te volgen. De route loopt dan naar Chiny. In de omgeving daarvan lagen Romeinse villa’s. Na Chiny gaat de reiziger verder over weg N894, totdat die bij Notre-Dame plotseling in oostelijke richting naar Suxy gaat lopen. Dan wordt N894 verlaten en gaat de route in noordnoordwestelijke richting verder, totdat er een kilometer verderop een afslag in noordelijke richting naar Straimont komt. Vlak voor Straimont wordt ongeveer vijfhonderd meter weg N85 gevolgd en dan loopt de route door het centrum van Straimont en daarna in noordoostelijke richting over een pad naar Grapfontaine. Na Grapfontaine gaat het pad in dezelfde richting verder en komt kort vóór Neufchâteau weer op weg N85 uit. Vanaf hier wordt voorlopig weg N85 gevolgd.
Die gaat langs Neufchâteau naar Longlier, waarbij een Romeinse villa heeft gelegen. Ten noorden van Longlier ligt Tronquoy, dat als oriëntatiepunt dient voor het vinden van het gehucht Morival, dat ten zuidwesten van Tronquoy ligt, tussen de autosnelweg (E411/A4) en de spoorlijn. Daar zijn Romeinse graven aan het licht gekomen. Ook bij Respel, ten oosten van Tronquoy, was een klein Romeins grafveld. Bij Massul, dat ongeveer vier kilometer ten noordoosten van Longlier in de bocht tussen de snelwegen E411/A4 en E25/A26 ligt zijn graven gevonden en er is een kleine villa opgegraven. Ten zuidoosten van Massul heeft in de tweede eeuw een villa gestaan bij Ebly (grafveld, hypocaustum*, aardewerk). De route loopt verder over weg N85 langs Bercheux en Vaux-les-Rosières. Ten oosten van de laatstgenoemde plaats hebben ook weer villa’s gelegen bij Nives en Remoiville en bij het daar tussen in gelegen Cobreville. Verderop langs de weg splitst naar het noordwesten toe weg N848 af. Daaraan ligt Morhet, waar de Romeinen sporen hebben nagelaten. Ten oosten van Morhet en dichter bij de onderhavige route ligt Sibret, waar resten van villa’s en een begraafplaats zijn gevonden.
Ten zuidoosten van Sibret en nog voorbij de autosnelweg (E25/ A26) ligt Hompré, waarbij een Romeins grafveld wordt vermeld en dus ook Romeinse bewoning verondersteld mag worden. In ieder geval heeft in de omgeving van Rémichampagne ten zuidwesten van Hompré een villa gelegen en ook een bij Villers-la-Bonne-Eau ten oostzuidoosten van Hompré, maar we dwalen nu wel ver van de route af. Die loopt verder naar Bastogne (Bastenaken), dat voor de Romeinen van belang moet zijn geweest, getuige de door hen aangelegde wegen in de omgeving. Ten westen van Bastenaken loopt een Chaussée Romaine die op de topografische kaart in Flamisoul (kaart 60) begint, vandaar naar het zuidoosten loopt, en over een afstand van ca. 13 km te volgen is, langs de oostzijde van Hompré en tot in een bos ten noorden van Sainlez. Vanuit Bastenaken zelf loopt een Chaussée Romaine richting Morhet, die het zojuist genoemde exemplaar op ca. 3½ km ten westen van de stad kruist.
Ten zuidoosten van Bastogne ligt Marvie. Ten oosten daarvan ligt aan weg N84 een buurtschap met de naam Marenwez (niet op de kaart, wel te zien met Google-earth), waarbij een Romeinse villa heeft gestaan. Na Bastogne (Bastenaken) gaat de route heel even over weg N874 en dan in noordoostelijke richting min of meer langs een spoorlijntje over de Chemin des Pèlerins naar Bourcy, waar de sporen van een Romeinse villa en een Romeins grafveld zijn gevonden. Ten oostzuidoosten daarvan hebben de Romeinen bij Moinet ook sporen nagelaten. Na Bourcy gaat de route verder over weg N838, maar waar die naar het noorden afbuigt wordt het pad naar Buret gevolgd. Ten noordwesten van Buret heeft zich in Tavigny ter plekke van de kerk een Romeins heiligdom bevonden. Na Buret blijft de route naar het noordoosten gaan en steekt daarbij de voornoemde spoorlijn en de Belgisch-Luxemburgse grens over. En loopt dan over weg CR33 naar Troisvierges. Ten oosten van Troisvierges is in 1972 bij Binsfeld een uitgestrekt veld met brandgraven uit de Romeinse tijd ontdekt. Het ten noordwesten van Troisvierges (de eigenlijke naam van het plaatsje is Ulflingen) gelegen Basbellain is een grote Romeinse nederzetting geweest. Uit de Historiën (VIII,21) van Gregorius van Tours weten we dat daar ook een hof was van koning Childebert (†595). Mogelijk was dat een uitvalsbasis voor jachtpartijen. Gregorius noemt de plaats Belsonacum. De route loopt over weg N12 naar het noordoosten door Wilwerdange, waarbij een tumulus uit de 2e-3e eeuw wordt vermeld. In de omgeving van Weiswampach ten oosten van Wilwerdange zijn talrijke sporen van bewoning uit de 2e-4e eeuw. Bij Weperhaard (Wemperhart) wordt het groothertogdom al weer verlaten en gaat de route verder over weg N62. Aan de oostkant daarvan liggen Malscheid (muurresten, terra sigillata, glasscherven, bakstenen, spijkers en andere voorwerpen) en Beiler (enige vondsten uit de Gallo-Romeinse periode).
De route gaat in noordnoordoostelijke richting verder over weg N62 door Oudler (Romeinse resten, mogelijk van een villa) richting St.-Vith. Ten zuidoosten van St.-Vith zijn sporen van de Romeinse aanwezigheid gevonden bij Breitfeld (villa), ten zuidwesten van Breitfeld bij Neidingen (omvangrijke fundamenten, holle bakstenen, veel spijkers, aardewerkscherven) en ten zuidoosten van Neidingen bij Lommersweiler. Na St.-Vith gaat de route verder over weg N676 richting Amel (Romeinse villa). Bij Meyerode, ten zuidoosten van Amel, werd in 1893 Romeins aardewerk gevonden. Ten westen van Amel lag een villa tussen Montenau en Deidenberg.
Het is trouwens niet zeker dat de route netjes over de hier aangegeven wegen liep. In dit geval zou weg N676 al ter hoogte van Keppelborn (bij Wallerode ten noordoosten van St.-Vith) verlaten kunnen zijn om via Medell te lopen, bij Valender de Amblève over te steken en ten noorden van Halenfeld op weg N658 uit te komen. Ook de reiziger die weg N676 volgt moet na het oversteken van de Amblève en dus al vóór Amel weg N658 naar het noordoosten nemen. Waar die weg naar het noorden buigt gaat de route over weg N692 nog steeds verder naar het noordoosten. Dan loopt de route door Büllingen en gaat daarna weer verder over weg N658 naar Krinkelt en Rocherath en verder door het Naturschutzpark Hohes-Venn-Eifel, dat op de Duitse kaart eenvoudiger Naturpark Nordeifel heet. Het is beter vanaf hier de Duitse kaart te gebruiken, want de Belgische wordt na de grens met Duitsland erg vaag. Misschien was dit in de Romeinse tijd ook een woest gebied, want de vermeldingen van vondsten uit die tijd zijn opgehouden. Weg N658 gaat na het passeren van de Belgisch-Duitse grens Landesstraße 245 heten en komt uit op Bundesstraße 258. De route gaat daarover een stukje oostwaarts tot ze ten westen van Schöneseiffen over L207 gaat lopen en door Dreiborn gaat. Ten zuidoosten daarvan hebben de Romeinen bij Ettelscheid sporen achtergelaten. Bij Herhahn komt weg L207 uit op Bundesstraße 266. Vlak bij Herhahn stond nabij de Heilsteinquelle (naam niet op de kaart) misschien een nymphaeum*, want men heeft er stenen met inscripties gevonden. Hierna liep de route over Bundesstraße 266 in noordoostelijke richting naar Gemünd. Het Romeinse Gemünd lag op iets hoger terrein in de buurt van het huidige zwembad. Na het ineenstorten van het Romeinse rijk verdween ook de toenmalige nederzetting. Het is de vraag of de Romeinse weg naar Düttling de kronkels van de huidige Bundesstraß 265 volgde. Mogelijk volgde de route in noordoostelijke richting een ander pad, dat pas ten noorden van de Kohlweghütte bij een parkeerplaats op weg 265 uitkwam. Vanaf daar is het nog drie kilometer naar het eindpunt Düttling (Belgica).