IGN carte topographique TOP 100: | 52 Grenoble / Valence |
54 Grenoble / Gap | |
60 Cavaillon / Digne-les-Bains |
Rm | km | ||
Valentia | Valence | ||
a. Cerebelliaca | Montoison | xii | 18 |
b. Augusta | Aouste-sur-Sye | x | 15 |
c. Darentiaca | Saillans (westzijde) | vii | 10 |
d. Dea Vocontiorum | Die | xvi | 24 |
e. Luco | Luc-en-Diois | xii | 18 |
f. Vologatis / Forantes | Beaurières | viiii | 13 |
g. Cambono / Geminas | la Beaume | viii | 12 |
h. Monte Seleuci | la Bâtie-Montsaléon | xiii | 19 |
i. Daviano | Veynes (oostzijde) | viii | 12 |
j. Ad Finem | la Roche-des-Arnauds | vii | 10 |
Vappinco | Gap | viiii | 13 |
Vanuit het centrum van Valence (Valentia) gaat de route over weg D111 naar het zuiden. Na ongeveer acht kilometer is de reiziger bij Beauvallon, waar grondsporen van gebouwen uit de Romeinse tijd zijn gevonden. Iets ten zuidoosten van Beauvallon ligt Montléger (aan weg D261), dat in de Romeinse tijd waarschijnlijk ook bewoond was, want er is een altaar voor Mithras* aan het licht gekomen. Bij Etoile-sur-Rhône, dat ten zuiden van Beauvallon aan de weg ligt, wordt een Romeinse woning vermeld. Ook een mijlpaal trouwens, maar die hoort bij de route AvVa. De weg buigt nu iets naar het zuidoosten en loopt langs Montoison (Cerebelliaca), dat volgens Quid.fr aan de weg van Vienne naar Milaan ligt. De auteur van de tekst in Quid.fr was zo ruimdenkend om in de Alpen geen obstakel te zien, maar ook wel weer een beetje bekrompen door niet gelijk Lyon als beginpunt en Rome als eindpunt te vermelden. Bij Upie ten noordoosten van Montoison heeft blijkbaar een veldslag plaatsgevonden, want er zijn vondsten uit de Romeinse tijd gedaan bij het “Champ de Bataille”. Misschien lag dat slagveld in de buurt van de boerderij les Batailles ten noordoosten van Upie. Bij Eurre, ten zuidoosten van Montoison wordt de oude Romeinse weg vermeld, maar het is niet duidelijk om welke weg het precies gaat. Misschien D111 ten westen van Eurre of D93 ten zuiden ervan of misschien nog een andere weg. Hier is aangenomen dat de route over D111 en D93 naar Crest (Romeins aardewerk) liep. Ongeveer 2½ km. ten zuiden van Crest is bij Divajeu een Romeinse inscriptie (grafschrift) gevonden De route loopt nu verder over weg D93 langs de noordelijke oever van de Drôme naar Aouste-sur-Sye (Augusta), dat drie kilometer oostelijk van Crest ligt. De Sye is het beekje dat daar in de Drôme valt. De Romeinen hebben bij Aouste-sur-Sye aardewerk en een altaar achtergelaten.
De route loopt over weg D93 verder naar het oosten. Aan de overkant van de rivier is in Aubenasson, dat een eigen vliegveld heeft, rond de kerk ook allerlei Romeins aan het licht gekomen. Even verderop langs de route komen we op het grondgebied van Saillans. Ongeveer 1½ km. vóór het centrum van het plaatsje heeft men de resten van de wisselplaats Darentiaca* opgegraven. In Saillans bevinden zich twee mijlpalen, waarvan één als doopvont en de ander als sokkel voor een kruis dient. De weg draait nu naar het noorden en komt langs Vercheny waar ook overblijfselen uit de Romeinse tijd zijn aangetroffen. Romeinse resten en mijlpalen worden vermeld bij Aurel, ten zuidoosten van Vercheny, en bij Barsac, ten noorden van Aurel. De route loopt nu langs Pontaix, waarbij men o.a. de resten van een Romeinse villa heeft gevonden, en buigt dan weer naar het oosten en loopt langs Ste.-Croix (mijlpaal) naar Die (Dea Vocontiorum), waar de Romeinen van alles hebben achtergelaten: resten van de omwalling, altaren, beelden, sierraden, munten en inscripties. De weg is inmiddels weer naar het zuidoosten en zuiden gaan lopen. Bij Pont-de-Quart bevinden zich de resten van een Romeinse brug. Pont-de-Quart ligt in de gemeente Aix-en-Diois. In verband met het woord “Aix” is het aardig om te weten dat zich daar de resten van Romeinse thermen bevinden. Bij Châtillon-en-Diois, dat ten oosten van Aix ligt, zijn volgens Quid.fr découvertes gallo-romaines gedaan. Ook bij Menglon, ten zuidwesten van Châtillon-en-Diois, hebben de Romeinen sporen achtergelaten. Dat is ook het geval ten westen van Menglon en ook nog ten westen van de weg, bij Recoubeau-Jansac en nog wat noordwestelijker bij Barnave (aardewerk, grafschrift). Verderop langs de route kruist de weg de Drôme en komt aan in Luc-en-Diois (Lucus). Volgens de gids van Bruijnesteijn van Coppenraet was de naam van dit plaatsje voluit Lucus Augusti. De Romeinse resten bestaan er uit een altaar, muren, munten, grondsporen en aardewerk. Een lucus is in het Latijn een heilig woud, of eigenlijk een open plek daarin, en Augusti betekent “van Augustus”. Misschien moeten we aannemen dat het een puur Romeinse vestiging was.
De route loopt nog steeds maar voort over weg D93 naar het laatste plaatsje in het departement van de Drôme: Beaurières (Darentiaca). Daar is niets Romeins te zien of uit de grond gekomen, en toch moeten we aannemen dat het hier om de halte Vologatis / Forantes gaat. Vanaf hier stijgt de weg met haarspeldbochten naar de Col de Cabre op de grens tussen de departementen Drôme en Hautes-Alpes en daalt dan weer af naar het plaatsje la Beaume (Cambono), waar wel sporen uit de Romeinse tijd zijn gevonden. De naam Geminas, die een tweeling suggereert, is misschien ontstaan doordat er een tweede la Beaume is, dat nu la Haute Beaume wordt genoemd en zich ten noordwesten van la Beaume bevindt. Na de departementsgrens is het nummer van de weg D993 geworden. Daarover loopt de route verder in de richting van St.-Pierre-d’Argençon, maar ruim anderhalve kilometer voordat het plaatsje wordt bereikt komt men langs de Font Vineuse, een thermale bron die volgens Quid.fr al door de Romeinen werd geëxploiteerd. Bij St.-Pierre-d’Argençon wordt weg D993 verlaten en gaat de route zuidoostwaarts verder over weg D993b. Wie D993 zou blijven volgen kwam uit in Aspres-sur-Buëch, waarbij sporen van een Romeins kamp zijn gevonden en van een villa bij Serre-la-Croix (ten zuidoosten van Aspres-sur-Buëch, aan de overkant van de Grand Buëch).
Weg D993b voert naar Aspremont, waar Romeinse overblijfselen zijn gevonden en dat volgens Quid.fr aan de weg van Sisteron (op route RéGa) naar Aspres ligt. Inderdaad lopen vanaf hier de wegen N75 en N85 (laatste 4 km.) via Serres en Laragne-Montéglin naar Sisteron, maar de plaats is vooral onderdeel van de onderhavige route van Valence naar Gap. Want die loopt over weg N75 zuidwaarts verder naar het Aérodrome de Serres-la Bâtie-Montsaléon, maakt daar plotseling een bocht naar het noordoosten en gaat verder over weg D994. Op de kaart van Cassini loopt de route net zo. De volgende halteplaats is la Bâtie-Montsaléon (Seleucus Mons), waar de grondsporen van een tempel en andere gebouwen, beelden, vazen en munten van het Romeinse verleden getuigen. De route loopt verder over weg D994 in noordoostelijke richting naar Veynes. Algemeen wordt aangenomen dat hier in de buurt de halte Davianum(*) gelegen moet hebben. Ten zuidwesten van Veynes zijn Romeinse resten gevonden bij Oze. De route blijft de Buëch volgen tot aan la Roche-des-Arnauds (Fines) en verlaat daarna het riviertje voor de laatste etappe over weg D994 naar het centrum van Gap (Vappincum).