bronnen en problemen
vak D2

LaSo: Langres – Soulosse-sous-St.-Elophe

IGN carte topographique TOP 100: 23 Nancy / Bar-le-Duc
29 Dijon / Chaumont

plaats van route LaSo

Gm km
Andemantunno Langres
a. Mose Meuvy xi 28
b. Noviomagus Pompierre viiii 23
Solimariaca Soulosse-sous-St.-Elophe vii 18

Het begin van de weg is op de toeristenkaart niet te zien. Alleen bij gebruik van de kaarten 3119E (Nogent, Haut-Marne) en 3219O (Val-de-Meuse) in combinatie met Google-earth is het eerste stuk van de route min of meer te volgen. Dat wil zeggen, op de kaarten. Om de route in werkelijkheid te kunnen volgen is een bootje nodig om het Réservoir de Charmes over te kunnen steken en daarna van een aantal boeren de toestemming om over hun land te mogen kuieren. En dan nog is het de vraag of de reis niet ernstig belemmerd wordt door bos (Réserve de Champ Blanche) en hekwerk. Het beste neemt de reiziger na de brug ten noorden van Langres (Pont-de-Marne) gewoon weg D74 in noordoostelijke richting en pas bij St.-Thiébault oostwaarts weg D16 naar Graffigny-Chemin, want ook tussen Meuvy en Graffigny ontbreekt de Romeinse weg.

Hier zal echter geprobeerd worden om toch een beetje duidelijk te maken hoe de route van oorsprong gelopen heeft. Tot aan de Ferme des Charmes ten noorden van Frécourt (en ten oostnoordoosten van Chauffourt) zijn daarvoor de genoemde kaarten uit de blauwe serie nodig. Daarna zijn de problemen nog niet voorbij, maar kunnen we ons met de 1:100.000 toeristenkaarten behelpen. De Michelin-wegatlas is pas vanaf Graffigny-Chemin weer bruikbaar.

Vanuit het centrum van Langres (Andemantunnum) loopt de route in noordoostelijke richting naar Pont-de-Marne en steekt daar de Marne en het Canal de la Marne à la Saône over. Dan wordt, nog steeds in noordoostelijke richting, de Ancienne voie Romaine gevolgd. Aan de westzijde daarvan ligt Champigny-lès-Langres, waar in de 19e eeuw allerlei Gallo-Romeins materiaal is gevonden. Ten noordoosten van Champigny splitst route NaLa zich af (zie het kaartje bij die route). Bij Bannes, dat ruim 2½ km naar het oosten ligt, zijn ook sporen van een Romeinse weg gevonden, maar die horen niet bij de onderhavige route. Over de Romeinse wegen ten oosten van onze route volgt straks nog wat meer informatie. De weg loopt nu door het Réservoir de Charmes en komt aan de overzijde iets ten westen van weg D54 weer op het droge. De route loopt nu ongeveer zuiver in noordoostelijke richting, kruist weg D54 en loopt dan door de knik in weg D248. Daarna is spoedig de rand van kaart 3119E (Nogent, Haut-Marne) bereikt.

Op kaart 3219O (Val-de-Meuse) is nog maar een héél klein stukje van de weg te zien en moet Google-earth er bij gehaald worden. De route loopt nu in een denkbeeldige en min of meer rechte lijn langs het Bois de la Tuilerie en duikt dan onder de bomen van de Réserve de Champ Blanche. Zowel op de kaart als in Google-earth moet de denkbeeldige lijn het bos aan de andere zijde weer verlaten en nagenoeg uitkomen op de plaats waar de wegen D163 en D53 elkaar ontmoeten. Op de toeristenkaart (nog eentje in een groen jasje) is nummer D53 verhaspelt tot “DS. 3”. Vanaf hier wordt even weg D163 gevolgd, die ten zuidoosten van het Fort de Dampierre (op de toeristenkaart met een symbool aangegeven) onder de autosnelweg (A31-E21) door gaat. Ten oosten van het fort wordt D163 echter weer verlaten. De route loopt nu niet over een pad, maar in Google-earth is het spoor ervan zichtbaar. Dat spoor loopt langs de oostzijde van het kleine Bois de la Vreille en kruist dan weg D244. Nu wordt het zelfs in Google-earth moeilijk. Het beste kan het genoemde spoor denkbeeldig doorgetrokken worden. Het komt dan uit in het dal van de Ruisseau de Pontot en daarin is op kaart 3219O weer een pad te zien. Dat kruipt na ca. 700 m. in noordoostelijke richting uit het beekdal omhoog en sluit ruim drie km ten noorden van Frécourt nabij de Ferme des Charmes aan op weg D244a.

Er volgt nu even wat informatie over het gebied ten oosten van Langres. Daarna wordt de routebeschrijving weer vervolgd. Onthoudt u dus dit punt ten noorden van Frécourt.

Ten zuidoosten van Frécourt staat op de toeristenkaart het bekende symbool met het afgebroken pilaartje, ten teken dat de Romeinen daar sporen hebben achtergelaten. De zoeker naar Romeinse wegen moet er nu even op gewezen worden dat er aan de oostkant van Langres zelfs veel Romeins is gevonden, en dat er in de Vogezen, die in de hier gebruikte bronnen leeg lijken, op het gebied van Romeinse routes nog wel wat te ontdekken valt. Zie op het internet bijvoorbeeld de Voies Romaines du departement des Vosges d’apres A. Fournier. Ten oosten van Langres (nog iets voorbij Orbigny-au-Val) is Gallo-Romeins materiaal gevonden bij Orbigny-au-Mont (mozaïeken, beeldhouwwerk) en ten noordoosten daarvan, waar op de toeristenkaart het eerder genoemde afgebroken pilaartje staat, bij Andilly-en-Bassigny (thermen, zuilen, kapitelen, een aquaduct, ateliers voor het maken van dakpannen en aardewerk). Ten zuiden van Andilly-en-Bassigny zijn mozaïeken en resten van gebouwen aangetroffen bij Marcilly-en-Bassigny, en ten zuidoosten en noordoosten van Andilly-en-Bassigny Gallo-Romeinse graven bij Celles-en-Bassigny, fundamenten en losse vondsten bij Lavernoy en sporen van een Romeinse weg bij Rançonnières. Ten noordoosten van Rançonnières zijn ook resten van een Romeinse weg gevonden bij Dammartin-sur-Meuse, wat zuidoostelijker daarvan bij Damrémont en noordoostelijk van Dammartin-sur-Meuse in de commune de Parnoy-en-Bassigny (tussen Parnot en Fresnoy-en-Bassigny).

Nog verder naar het noordoosten zijn ook nog sporen van de Gallo-Romeinse aanwezigheid, maar die worden om kaarttechnische redenen pas verderop vermeld.

Terug naar de Ferme des Charmes ten noorden van Frécourt. Vanaf hier is de route weer op de toeristenkaart (29) te volgen. Nu wordt in noordnoordoostelijke richting weg D244a gevolgd. Dit is een oude Romeinse weg, die zoals gebruikelijk, in Quid.fr bij de dorpen ter weerszijden van de route wordt genoemd. In dit geval aan de westzijde bij Sarrey en aan de oostzijde bij de commune de Val-de-Meuse, waarvan Montigny-le-Roi de belangrijkste plaats is. Ten noorden daarvan, bij het Bois de Montigny, verandert de weg op de toeristenkaart in een pad dat Ancienne Voie Romaine wordt genoemd. De weg wordt aan de westkant weer vermeld bij Rangecourt en Noyers, en aan de oostzijde, ter hoogte van Rangecourt, bij Lavilleneuve. Ook aan de oostzijde, wat verderop, is bij Bassoncourt een mozaïek en een Gallo-Romeinse sarkofaag gevonden. Ten noordwesten van Bassoncourt volgt dan de eerste halte op deze route: Meuvy (Mosa). Daar gaat de route over de Maas, die hier nog maar een beekje is. Bij Meuvy zijn de resten van een Gallo-Romeinse villa opgegraven (in Quid.fr op het fiche van Breuvannes-en-Bassigny). Na Meuvy is er een stuk van de route verloren gegaan, en moet het ontbrekende deel met behulp van potlood en liniaal op de kaart(en) ingetekend worden. Die lijn loopt ongeveer in het verlengde van de Ancienne Voie Romaine vanaf de kerk van Meuvy, aan de westkant van de Hauteur de Lormont, door de Ferme Bernard, kruist de spoorlijn en weg D130, loopt dan door het Bois Bruot, kruist de wegen D208 en D131 en komt uit op weg D214, ongeveer halverwege Malaincourt-sur-Meuse en Graffigny-Chemin (onthoudt deze plaats, want daar gaat de route straks verder).

Op Google-earth is het begin van het ontbrekende weggedeelte nog te zien aan de westkant van de Hauteur de Lormont. Mogelijk liep de weg niet zo kaarsrecht als onze potloodlijn, maar maakte hij vanwege de hoogtes onderweg kleine slingerbewegingen. Er zal ter plekke meer informatie over te krijgen zijn, want in Quid.fr worden op de fiches van Malaincourt-sur-Meuse en de ten zuidwesten daarvan gelegen plaatsjes Doncourt-sur-Meuse en Levecourt vestiges de voie romaine vermeld. Ten zuidoosten van Levecourt, bij Germainvilliers, heeft een Romeinse villa gestaan. Verder naar het oosten (kaart 23) is de Romeinse aanwezigheid vastgesteld bij Rozières-sur-Mouzon (grondsporen van gebouwen, dakpannen) en ten zuidoosten daarvan, aan weerszijden van de Mouzon, bij Rocourt en Tollaincourt (munten) en misschien bij het ten zuiden van Tollaincourt gelegen Romain-aux-Bois.

Ten noorden van Rozières-sur-Mouzon wordt présence romaine vermeld bij Robécourt en Vrécourt (grondsporen van gebouwen, inscripties, urnen, munten) en ten noordoosten van Robécourt bij Sauville (weg naar Straatsburg?), Urville (dakpannen, aardewerkscherven), Médonville (tegels) en bij Malaincourt (altaar, beeldje, bronswerk) ten oosten van Médonville. Terug naar de route, bij Graffigny-Chemin (sporen van de Romeinse weg, opgraving van een villa). Ten westen van Graffigny-Chemin, langs de Maas, hebben de Romeinen sporen nagelaten bij Brainville-sur-Meuse (opgegraven villa) en Bourmont. Vanaf Graffigny-Chemin loopt de route naar het noordoosten over een Ancienne Voie Romaine. De eerste plaats langs de weg is Nijon, dat wel gelijkgesteld wordt aan de halte Noviomagus (zie bij de “bronnen en problemen”). Ten oosten ervan, bij Soulaucourt-sur-Mouzon, wordt de ruïne van een Romeinse brug vermeld, maar diezelfde brug wordt ook genoemd bij het noordelijker gelegen Outremécourt. Aan de andere kant van de Mouzon, bij Sommerécourt aan de Romeinse weg, zijn twee beeldhouwwerken uit de eerste eeuw gevonden van de Gallische god Cernunnos* (in het museum van Epinal, hemelsbreed 60 km naar het oosten). Tip voor speurders naar Romeinse routes: ten zuiden van Vittel (thermen, aquaduct, tempel), dat hemelsbreed ongeveer 20 km ten oosten van Sommerécourt ligt, loopt langs de GR7 een Ancienne Voie Romaine in noordoostelijke richting. Was dit de weg naar Straatsburg?

Op de route waren we gebleven bij Sommerécourt. Ten westen daarvan, bij Goncourt aan de Maas, worden in Quid.fr de resten van een Romeinse weg vermeld, en ten oosten van Sommerécourt, bij Gendreville, munten, dakpannen en een grafzuil. De route gaat nu verder over een pad naar Sartes. Vandaar moet verder weg D1 gevolgd worden. De eerste plaats daarlangs is de volgende halte op de route: Pompierre (Noviomagus), genoemd naar de stenen brug over de Mouzon. Ook hier zijn aan de oostkant van de route sporen uit de Gallo-Romeinse tijd bij Jainvillotte (munten), ten oosten daarvan bij Lemmecourt en Beaufremont (dakpannen, munten) en ten noorden van Lemmecourt bij Landaville (basreliëf, grondsporen van gebouwen). De route loopt verder over weg D1 naar Neufchâteau, waar overgestapt wordt op weg N74 richting Toul. Het eerste plaatsje langs die weg is tevens het eindpunt van deze route: Soulosse-sous-St.-Elophe (Solimariaca).