IGN carte topographique TOP 100: | 57 Cahors / Montauban |
58 Rodez / Mende |
Gm | km | ||
Diolindum Bibona | Cahors | ||
a. Varadeto | Varaire | xii | 30 |
b. Carantomago | Villefranche-de-Rouerge | xi | 28 |
Segodum | Rodez | xx | 50 |
Vanuit het centrum van Cahors (Diolindum Divona) wordt in zuidelijke richting de Lot overgestoken. Daarna wordt in zuidoostelijke richting weg D6 ingeslagen, die ruim anderhalve kilometer wordt gevolgd. Vervolgens wordt weg D22 genomen. Die loopt langs Flaujac-Poujols naar Laburgade, waar sporen van de Romeinse weg zijn gevonden. Ook Aujols, ten noorden van Laburgade, draagt sporen van de Romeinse aanwezigheid. Ten zuiden van Laburgade zijn resten van een Gallo-Romeinse nederzetting gevonden bij Lalbenque. De route gaat verder over weg D22 via Escamps naar Bach en vandaar naar Varaire (Varadeto).
Ten zuidwesten van Bach zijn bij Vaylats sporen van een Romeinse villa gevonden en van een Romeinse weg. De sporen van een Romeinse weg ten noordoosten van Varaire, bij Limogne-en-Quercy, worden bij de “bronnen en problemen” besproken. Ook in St.-Jean-de-Laur, ten noordoosten van Limogne-en-Quercy, zijn sporen van Gallo-Romeinse bewoning aangetroffen. Waarschijnlijk liep de route na Varaire over weg D55 naar Beauregard en Laramière (Gallo-Romeinse nederzetting). Het nummer van de volgende weg ontbreekt op de toeristenkaart. Het is weg D662 die aan de oostkant van Laramière door Vialars loopt (resten van de Romeinse weg) en bij Savignac (dakpannen en aardewerk) aansluit op weg D911. Daarover loopt de route verder naar het centrum van Villefranche-de-Rouergue (Carantomagus). De aldaar gedane vondsten uit de oudheid zijn o.a. te zien in het Musée Municipal Urbain-Cabrol. ‘Rouergue’ is de oude naam van de Aveyron.
Villefranche-de-Rouergue wordt aan de oostkant verlaten. De route voert over de Alzou, buigt ten noorden van la Basse om een kapel heen en loopt dan naar het noordoosten langs Boï en la Treille. Ter hoogte van Cantaloube komt de route op weg D47 en loopt zo tussen het dal van de Alzou en dat van de Aveyron over de hoogte, via boerderijen en gehuchten met namen als le Mauron, la Garrigue, Pargasan en la Bosse. Traditioneel plaatst men Carantomago ten noorden van la Bosse bij le Cranton, waar grondsporen van Gallo-Romeinse gebouwen zijn gevonden. De route gaat verder over weg D47 door la Trivale (trivium = driesprong). Ten noorden van la Trivale zijn sporen van Gallo-Romeinse bewoning aangetroffen bij Anglars-St.-Félix, dat aan weg D994 ligt. De route gaat na la Trivale over weg D47 naar le Gaugiran. Op kaart 2339O (1:25.000) wordt de naam van het plaatsje gespeld als le Gaugirand (in de Michelin wegatlas ook). Kort voor le Gaugirand wordt weg D47 verlaten. Hoe de route verder loopt is alleen op 2339O te zien. Ze loopt ten zuiden van Rignac vrij dicht langs de Aveyron en komt bij Luc uit op weg D994. Over die weg gaat de route nu verder oostwaarts naar het centrum van Rodez (Segodunum). Veel Romeins is er onderweg niet te vinden. Bij Druelle, ten westen van Rodez en te zuiden van de weg wordt een hypocaustum* vermeld. Ook van Onet-le-Château, ten noorden van Rodez, zijn Romeinse resten bekend.
Op 23 en 24 april 1599 liep Thomas Platter1 de route van Rodez naar Villefranche in omgekeerde richting op precies dezelfde manier en volgde dus de oude Romeinse route. Vanuit Rodez ging hij naar het westen langs le Pas, l’Hospitalet, les Farguettes, Rignac, Villemale(?), la Trivale, la Bosse, Pargasan, Raynals (zie Cassini, = Raynal t.o. Mauron), Villefranche-de-Rouergue. Welke plaats hij met Villemale bedoelt is niet duidelijk. Hij noemt het een goed versterkt stadje. De toeristenkaart noch de kaart van Cassini laten het zien.