IGN carte topographique TOP 100: | 35 Bourges / Montluçon |
41 Limoges / Guéret |
Gm | km | ||
Argantomago | Argenton-sur-Creuse | ||
Acitodonum | Moutier-d’Ahun | xxxv | 87 |
Vanuit Argenton-sur-Creuse (Argentomago) wordt in zuidoostelijke richting weg D48 langs de Creuse gevolgd. Aan de oostkant van de weg zijn bij le Péchereau sporen uit de Gallo-Romeinse periode gevonden. Verderop is bij le Menoux een muntschat uit de oudheid ontdekt. Mogelijk volgden de Romeinen het wandelpad langs de rivier, maar de automobilist zal in ieder geval weg D48 moeten blijven volgen tot in Badecon-le-Pin en vanaf daar in zuidelijke richting zijn/haar weg moeten vervolgen over weg D40. Die voert naar Gargilesse in de gemeente Gargilesse-Dampierre. In Quid.fr worden daarbij graven uit de Gallo-Romeinse periode vermeld, en een overblijfsel van een (mogelijk) Romeinse brug.
De route loopt over weg D40 verder tot Cuzion, waar overgestapt wordt op weg D45. Die leidt in zuidoostelijke richting naar de Pont-des-Piles over de Creuse. Vanaf hier loopt de route tot aan het eindpunt in Moutier-d’Ahun ten westen van de rivier. De weg (D45) loopt nu door de gemeente Éguzon-Chantôme, waarin ook resten uit de Romeinse tijd zijn gevonden. Details zijn vermeld bij de route van Argenton-sur-Creuse naar Limoges (LiAr). Het is hier moeilijk uit te maken of vondsten bij die route horen, of bij de onderhavige. Na Éguzon gaat de route in zuidelijke richting verder over weg D913. Naar het oosten toe vormt de Creuse een stuwmeer, waaraan Crozant ligt, met sporen uit de préhistorie en de Gallo-Romeinse tijd. Verderop langs de Creuse en bijna vijf kilometer ten oosten van de weg zijn Romeinse munten gevonden bij Fresselines.
Ten westen van de weg is bij la Chapelle-Baloue een Romeins graf met een granieten kist aangetroffen (ook vermeld bij route LiAr). Ten zuidoosten van la Chapelle-Baloue zijn bij Lafat de overblijfselen van Romeinse bronnen (putten) en van een Romeins kamp gevonden. De route gaat verder over weg D913 naar Dun-le-Palestel, dat volgens Quid.fr voorheen de Gallische plaats Idunum1 was. Sporen uit de Romeinse tijd zijn ook gevonden ten oosten van Dun-le-Palestel, namelijk bij St.-Sulpice-le-Dunois en bij la Celle-Dunoise, dat net aan de overkant van de Creuse ligt. De route blijft over weg D913 lopen tot St.-Vaury, waar ook sporen van de Romeinse aanwezigheid zijn aangetroffen. Vanaf hier is het verloop ook te volgen op de kaart van Cassini. De reis gaat nu verder over weg D63 in oostelijke richting naar Guéret. Ten noorden van de weg hebben de Romeinen sporen nagelaten bij St.-Sulpice-le-Guérétois en ook bij Guéret zelf is hun aanwezigheid geconstateerd.
Na Guéret loopt de route in zuidoostelijke richting. Aanvankelijk niet over weg D942, maar over een kleine weg ten westen daarvan, die langs de Puy de Gaudy voert. Het oppidum op de Puy de Gaudy is met het symbool van een afgebroken pilaartje aangegeven op de toeristenkaart. De omwalling van het oppidum is in de derde eeuw gerestaureerd met Romeins materiaal. Er zijn, net zoals bij het plaatsje Thauron op route van Limoges naar Moutier-d’Ahun (LiMo), verglaasde muren aangetroffen. Dat soort muren komt in heel Europa voor2 en vormt een groot raadsel, want een normale brand kan geen temperatuur bereiken waarbij muren verglazen. De mensen die dit bewerkstelligden moeten een ons onbekende techniek hebben beheerst.
Kort voor Ste.-Feyre komt de route uit op weg D942 en loopt daarover verder. Tussen de weg en de Creuse ligt ten oosten van Ste.-Feyre het plaatsje Mazeirat, waarbij Quid.fr ook présence gallo-romaine vermeldt. De eerstvolgende plaats van enige betekenis aan weg D942 is Ahun, waarbij een grafzuil en een granieten askist uit de Romeinse tijd worden vermeld. Vanaf Ahun gaat de route in oostwaartse richting verder over weg D13 (op de toeristenkaart moeilijk te zien) naar Moutier-d’Ahun (Acitodonum) aan de Creuse.