bronnen en problemen
vak C1 / C2

AmPo*: Amiens – Pont-Ste.-Maxence

IGN carte topographique TOP 100: 03 Rouen / Abbeville
09 Paris / Laon

plaats van route AmPo

Gm km
Sammarobriua Amiens
Litanobriga (Litanobriva) Pont-Ste.-Maxence xxx 75

De route begint aan de zuidkant van Amiens (Sammarobriva) en loopt over weg D7 door St.-Fuscien, Sains-en-Amiénois en Estrées-sur-Noye tot aan de plaats waar de weg naar het oosten buigt, richting Jumel. Bij St.-Fuscien bevond zich een Gallo-Romeinse villa, bij Sains-en-Amiénois worden erven uit de oudheid vermeld en van Estrées-sur-Noye, waar eveneens een villa stond, is bekend dat de naam van de plaats op de aanwezigheid van de Romeinse weg slaat. ‘Estrée’ is namelijk ontstaan uit ‘estrata’, het door Galliërs uitgesproken Romeinse woord ‘strata’ = heerbaan, dat op zijn beurt weer afkomstig is uit het Romaans (Italiaans strada). Bij de bocht naar Jumel wordt eerst de kleine weg naar Berny-sur-Noye ingeslagen en waar ook die naar het oosten buigt wordt het pad naar Chaussoy-Epagny gevolgd. Van oorsprong liep de weg vanaf Estrées-sur-Noye waarschijnlijk gewoon door en passeerde Chaussoy-Epagny aan de westzijde, voordat ze aansloot op de Chaussée Brunehaut naar Paillart. De kaart van Cassini suggereert dat deze situatie in de achttiende eeuw nog bestond.

In ieder geval begint kort na Chaussoy-Epagny (sporen van een Gallo-Romeinse villa) de Chaussée Brunehaut waarvan hier en daar blijkbaar kleine stukjes verloren zijn gegaan, maar die op de toeristenkaart verder goed te volgen is. De weg loopt door Paillart (présence romaine) en aan de oostkant langs Bonvillers, door Ansauvillers en St.-Just-en-Chaussée. De naam van Ansauvillers zou zijn afgeleid van ‘anser’ = gans. Bij St.-Just-en-Chaussée vermeldt Quid.fr fouilles (opgravingen), maar wat er wordt opgegraven staat er helaas niet bij. Hier is de kruising met de route Bavay – Beauvais (BaBe). Na St.-Just loopt de route ruim drie kilometer over weg D916, maar volgt kort nadat deze weg naar het zuiden is afgebogen (ongeveer ter hoogte van Valescourt) een kleinere weg naar Erquinvillers en vandaar het pad naar Rémécourt. Van geen van beide plaatsjes is een Romeins verleden bekend. Wel van het onder Erquinvillers gelegen Cuignières, dat volgens Quid.fr van de eerste tot de vierde eeuw bewoond is geweest.

Na Rémécourt loopt de route ongeveer over de GR124a naar Maimbeville en van Maimbeville naar St.-Martin-Longueau over het pad waarvan het laatste stuk deel uit maak van GR225. Tussen Rémécourt en dit pad lijkt ook een stuk van de oorspronkelijke weg verloren te zijn gegaan. Na St.-Martin-Longueau wordt weg N17 gevolgd tot Pont-Ste.-Maxence (Litanobriva). Zie ook het laatste stukje van de route van Beauvais naar Senlis (BeSe).

De onderhavige route loopt aanvankelijk vrij dicht bij die van Amiens naar Beauvais (AmBe) en er zijn ongetwijfeld dwarsverbindingen geweest. Eén daarvan liep waarschijnlijk tussen Bonvillers en Hardivillers (zie kaart 03 Rouen / Abbeville), langs de vestiges gallo-romains van Vendeuil-Caply (ten zuiden van Breteuil). Quid.fr spreekt over een belangrijke plaats van de eerste tot de vierde eeuw, een grensplaats van de Bellovaci, misschien zelfs wel het door Caesar genoemde Bratuspantium. Er is sprake van een Romeins kamp, een groot theater (zie het symbool op de toeristenkaart), een klein theater, beschilderd pleisterwerk, waterputten en kelders. Ook Hardivillers was een belangrijke plaats (zie AmBe). Een noordelijker dwarsverbinding liep mogelijk in noordwestelijke richting van Paillart via Hallivillers (Gallo-Romeinse villa) en Lawarde-Mauger-l’Hortoy naar Flers-sur-Noue (Gallo-Romeins dorp) en Essertaux (villa).