Het hier volgende verhaal over Germania is gemaakt aan de hand van de Engelse vertaling van Irmeli Valthonen op het internet1. Bij vergelijking met de oorspronkelijke tekst* blijken er in de tekst van Valtonen fouten te zitten. Fragment 4 (zie hieronder) begint niet met “east”, maar met westan, in fragment 10 heeft Valtonen een stukje overgeslagen en in fragment 13 is eastan vertaald met “west”. In de 16 fragmenten hieronder zijn de namen van landen en volkeren uit de oorspronkelijke tekst steeds tussen haakjes vermeld.

De beschrijving van Germania in de Old English Orosius is erg verwarrend doordat er nu en dan van oriëntatie gewisseld lijkt te worden en bovendien zijn er nogal wat aardrijkskundige namen die ons onbekend in de oren klinken, zoals Cwensæ, Sillende, Wisle lond, Horithi, Maegtha land, Sermende, enz. Om het volgen en bediscussiëren van de tekst wat te vergemakkelijken is die in zestien stukjes geknipt en is elk fragment voorzien van een kopje waarin het onderwerp en de gebruikte oriëntatie vermeld staan. Het verhaal begint in L-oriëntatie (fragmenten 1 en 2) en gaat dan in fragment 3 de windstreken ongeveer zo benoemen als wij zouden doen. Die manier is hier de M-oriëntatie genoemd. Daarna wordt in de fragmenten 4 en 5 de R-oriëntatie gebruikt en lijkt in de fragmenten 6 en 7 weer M-oriëntatie toegepast te worden. Dan gaat het verhaal in fragment 8 weer over op R-oriëntatie en om ons scherp te houden in fragment 9 op een onmogelijke oriëntatie. Daarna lijkt er rust te komen, want de fragmenten 10, 11, 12, 13 en 14 bevatten duidelijk R-oriëntatie. Echter, in fragment 15 lijkt weer “ons” systeem gebruikt te zijn (M-oriëntatie) en het verhaal eindigt dan in fragment 16 weer met R-oriëntatie.

Het is natuurlijk ondenkbaar dat de schrijver van de Angelsaksische tekst dit op zijn geweten heeft. Hij zal het systeem gevolgd hebben dat hij al zijn leven lang gewend geweest was en zelfs als hij moe, dronken of anderszins niet bij zijn volle verstand was geweest, dan had hij deze wisselingen van oriëntatie onmogelijk kunnen verzinnen. In ieder geval zal hij voor de fragmenten die hij begreep zijn eigen methode hebben gevolgd en dat was, zoals uit de verhalen van Ohtere en Wulfstan vermoed mag worden, waarschijnlijk de R-oriëntatie. Van de 16 fragmenten is er dan ook in 9 stuks de R-oriëntatie gebruikt, in 4 stuks de M-oriëntatie, in 2 stuks de L-oriëntatie en in één geval is er geen correcte oriëntatie aan te wijzen. Valt er in deze chaos toch een lijn te ontdekken?

Germania

Germania in L-oriëntatie Germania in L-oriëntatie.(×)

1. De grenzen van Germania; L-oriëntatie
Europa strekt zich vanaf de Don (Danais) naar het westenL uit tot aan de Rijn, die van de Alpen komt en naar het noordenL stroomt tot in het deel van de oceaan dat Britannia omgeeft. En naar het zuidenL (strekt het zich uit) tot de Donau (Donua). De bron daarvan bevindt zich dicht bij de oevers van de Rijn en vandaar stroomt ze naar het oostenL en ten noordenL van Griekenland (Creca lond) naar de Zwarte Zee (Wendelsæ2). Naar het noordenL toe (strekt Europa zich uit) tot aan de oceaan die Botnische Golf (Cwensæ)3 heet. Binnen deze grenzen wonen vele volkeren, maar het hele gebied heet Germania4.

Nota bij 1
De schrijver had onmiskenbaar de L-oriëntatie voor ogen. In R-oriëntatie zou de Rijn globaal van oost naar west stromen, de Donau zou aanvankelijk naar het noorden gaan en de Botnische Golf zou in het oosten liggen.

2. De omgeving van de Oostfranken; L-oriëntatie
Ten noordenL van de bron van de Donau en ten oostenL van de Rijn wonen de Oostfranken (Eastfrancan) en ten zuidenL van hen en aan de andere kant van de Donau wonen de Zwaben (Swæfas) en naar het zuidenL en oostenL van hen wonen de Beiers (Bagwære) in het deel dat Regensburg (Regnesburg) heet.

Nota bij 2
Ook in dit fragment wordt de L-oriëntatie gebruikt. Bij R-oriëntatie zou men misschien ook nog wel kunnen zeggen dat de Oostfranken ten noorden van de bron van de Donau en ten oosten van de Rijn woonden, maar de rest van de tekst zou dan onbegrijpelijk worden.

3. De omgeving van de Oostfranken; M-oriëntatie
En recht naar het oostenM van hen wonen de Bohemers (Bæme) en oost-noordM (eastnorth) de Thüringers (Þyringas) en ten noordenM van hen de Oude Saksen (Ealdseaxan) en ten noorden-westenM (northanwestan) van hen de Friezen (Frisan).

Nota bij 3
Een probleem is dat “onze” manier van oriënteren (M-oriëntatie) pas na de opkomst van het kompas (ca. 1200) is ontstaan en dus niet in de Old Englisch Orosius gebruikt kan zijn. Overal in deze bron moet bepaald worden of een bewering over de windstreken overeenkomt met de L- of R-oriëntatie. Als het een M-oriëntatie lijkt, dan betekent het dat de oriëntatie op de grens tussen beide ligt. Het wordt nu van belang om ook de andere richtingen te duiden. In R-oriëntatie zouden de Bohemers meer ten noorden van de Oost-Franken gewoond hebben, de Thüringers enigszins noordwestelijk en de oude Saksen en de Friezen meer naar het noordwesten. R-orientatie lijkt hier onjuist. Bij L-oriëntatie lijkt alles wel min of meer te kloppen al kan beslist niet gezegd worden dat de Bohemers pal ten oosten van de Oost-Franken woonden. Met het woord ryhte in de bron is dus mogelijk iets anders bedoeld. Ook zou de situering van de Friezen een probleem kunnen zijn. Als die ten noordenL en westenL van de Thüringers woonden, dan zouden ze wel ongeveer in Frans-Vlaanderen terecht kunnen komen en zo de aanhangers van Albert Delahaye gelukkig maken. Waarschijnlijker is dat de schrijver weliswaar wist dat ze ten noorden van de Thüringers woonden, maar ook nog eens ten noorden en westen van de Oude Saksen. In dat geval bedoelde hij de Friezen van Noord-Friesland, d.w.z. de meest noordwestelijke hoek van Sleeswijk-Holstein. Zie verder bij fragment 4. Conclusie: hier is L-oriëntatie bedoeld.

Germania in R-oriëntatie Germania in R-oriëntatie.(×)

4. De omgeving van de Oude Saksen; oriëntatie onzeker?
Ten westen5 van de Oude Saksen bevinden zich de mond van de Elbe (Ælfe) en Frisia.....

Nota bij 4
Ook bij het gebruik van L-oriëntatie zou men kunnen zeggen dat de mond van de Elbe ten westen van de Oude Saksen ligt, maar in dat geval zouden Friezen in Noord-Duitsland of Nederland bedoeld zijn. Er is echter een reden om aan te nemen dat hier R-oriëntatie is gebruikt. De zin gaat namelijk verder in fragment 5 en dan dus in één adem over Friezen, Angelen en “Sillende”, waarbij wordt vermeldt dat de Friezen ten westen van de Oude Saksen wonen en de Angelen en Sillende west-noord. Op die manier wilde de schrijver waarschijnlijk duidelijk maken dat de Friezen zich op de Noordzeekust van Sleeswijk-Holstein bevonden en de Angelen en Sillende op de Oostzeekust daarvan. Bij L-oriëntatie zou dit “west-noord” plaatsen van de Angelen onjuist geweest zijn. Janet Bately, die de tekst van de Old English Orosius uitgaf, vond die plaatsing eigenlijk ook onjuist en probeerde haar in een aantekening goed te praten6. Conclusie: hier is R-oriëntatie bedoeld.

5. De omgeving van de Oude Saksen; R-oriëntatie
....en west-noordR van hen zijn de landen die Angeln (Ongle) en Haderslev (Sillende)7 heten en een deel van de Denen (Dene). En ten noordenR van hen wonen de Abodriten (Afdrede) en oost-noordR wonen de Wilten (Wilte) die men Havellanders (Hæfeldan) noemt. En in het oostenR de Wendlanders (Wineda lond) die men Siusliërs (Sysyle) noemt....

Nota bij 5
De gelijkstelling Sillende - Haderslev is hier gemakshalve gedaan, maar is waarschijnlijk veel te simpel. Zie noot 7. De Moraviërs woonden in deze tijd waarschijnlijk over een vrij groot gebied (zie de stippellijn op de kaart), maar hóe groot valt uit het gebruikte woord (sumdæl) niet op te maken. Omdat niet bekend is wanneer precies de beschrijving werd gemaakt valt er ook niet veel meer over te zeggen.

6. De Moraviërs; M-oriëntatie
.....en oost-zuidM, over een uitgestrekt gebied, de Moraviërs (Maroara).

Nota bij 6
De bewering dat de Moraviërs oost-zuid van de Oude Saksen woonden zou alléén helemaal correct zijn als er een M-oriëntatie bestond. In L-oriëntatie wonen ze pal ten zuiden van de Oude Saksen; in R-oriëntatie pal naar het oosten. Omdat fragment 6 eigenlijk onderdeel is van een beschrijving in R-oriëntatie (namelijk tekst 5) is het aannemelijk dat die hier ook toegepast moet worden. Conclusie: hier is R-oriëntatie bedoeld.

7. De omgeving van Moravië; M-oriëntatie
Ten westenM van de Moraviërs wonen de Thüringers (Þyringas) en een deel van de Bohemers (Behemas) en de helft van de Beiers (Begware), en ten zuidenM van hen wonen aan de andere kant van de Donau en tot aan de bergen die men Alpen noemt de Karinthiërs (Carendran). En bij diezelfde bergen liggen de grenzen van de Beiers (Begwara) en de Zwaben (Swæfa).

Nota bij 7
De keuze van de manier van oriënteren is hier snel gemaakt. In L-oriëntatie wonen te Karintiërs ten westen van Moravië en in R-oriëntatie inderdaad ten zuiden daarvan. Concluisie: hier is R-oriëntatie bedoeld.

8. De omgeving van Karintië; R-oriëntatie
Ten oostenR van het land van de Karinthiërs en voorbij een onbewoond land (westenne) is het land van de Bulgaren (Pulgara land) en ten oostenR daarvan ligt het Byzantijnse Rijk (Creca land).

Nota bij 8
Hier past weer de R-oriëntatie. In de 9e eeuw woonden de Bulgaren westelijker dan Belgrado en Sremska Mitrovica (Sirmium) aan de Sava (Bately p.171). Een lijn vanuit Karinthië over Belgrado wijst niet naar Griekenland, maar naar Istanbul.

9. Nogmaals de omgeving van Moravië; oriëntatie FOUT
Ten oosten? van het land van de Moraviërs ligt Wislanië (Wisle lond) en ten oosten? daarvan het land van de Daciërs (Datia) die ooit Goten (Gotan) waren. Noord?-en-oost? van de Moraviërs (Maroara) zijn de Dalaminziërs (Dalamentsan).....

Nota bij 9
Hier past geen enkele oriëntatie. Als R-oriëntatie bedoeld was geweest, dan had Wislanië noord-en-oost van Moravië moeten liggen, en Dalemenzië ten westen er van. Dacië (Roemenië) had dan inderdaad ten oosten van Wislanië gelegen. Als L-oriëntatie bedoeld was geweest, dan had Wislanië inderdaad ten oosten van Moravië gelegen, maar had Dacië zich ten zuiden van Wislanië bevonden. Dalemenzië ligt dan ongeveer pal ten noorden van Moravië. Vanuit “onze” manier van oriënteren gezien had Dalamenzië zich ten noordwesten van de Moraviërs bevonden, de Wislaniërs ten noordoosten ervan en de Daciërs ten zuidoosten van de Wislaniërs. Dit toont aan dat de tekst van fragment 9 ernstig verhaspeld is. Aangezien er in die tekst nergens over het zuiden wordt gesproken lijkt het aannemelijk dat de R-oriëntatie de oorspronkelijke was. Om die dan begrijpelijk te krijgen is het nodig om het eerste “oosten” te vervangen door noorden of, beter nog, noord-en-oost. Het tweede “oosten” kan dan blijven staan en het laatste “noord-en-oost” moet dan het westen zijn. Er zouden dan twee fouten zijn gemaakt: “oost” en “noord-en-oost” zouden dan verwisseld zijn en bovendien had het misplaatste “oost” dan west moeten zijn. Een extra aanwijzing dat hier R-oriëntatie gebruikt had moeten worden blijkt uit fragment 10, dat eigenlijk gewoon een voortzetting van fragment 9 is. Conclusie: hier is R-oriëntatie bedoeld.

10. De omgeving van de Dalaminziërs; R-oriëntatie
.....en ten oostenR van de Dalaminziërs (Dalamentsan) zijn de Tsjechen (Horigti, Horithi) en ten noordenR van de Dalaminziërs (Dalamentsan) zijn de Sorben (Surpe) en ten westenR van hen de Siusliërs (Sysele).

Nota bij 10
De Horigti worden wel in Bohemen in de buurt van Praag gesitueerd (zie Bately p.173). Als dat correct is, dan is hier de R-oriëntatie gebruikt.

11. De omgeving van de Horigti; R-oriëntatie
En ten noordenR van de Tsjechen (Horithi) ligt Silezië (Maegtha land) en ten noordenR daarvan wonen tot aan de Riphaïsche bergen (beorgas Riffen)8 de Polen (Sermende)9.

Nota bij 11
De gelijkstelling Maegthaland - Silezië is gekozen omdat de R-oriëntatie hier dan correct zou zijn. Hier is de wens de vader van de gedachte en het fragment bewijst op het gebied van oriëntaties dus niets.

12. De omgeving van de Zuid-Denen; R-oriëntatie
Ten westenR van de ZuidR-Denen10 bevindt zich de arm van de oceaan die rond Britannia ligt en ten noordenR van hen is de zeearm die men Kattegat (Ostsæ) noemt. Ten oosten-en-noordenR van hen zijn de NoordR-Denen op zowel grotere landen (Skåne) als op de eilanden (Sjælland, Fyn). Ten oostenR van hen (van de Zuid-Denen) wonen de Abodriten (Afdrede) en ten zuiden van hen bevindt zich de mond van de rivier de Elbe (Aelfe) en een deel van de Oude-Saksen (Eald Seaxna).

Nota bij 12
In R-oriëntatie lijken de mond van de Elbe en de Oude Saksen ten zuiden van álle Denen te liggen.

13. De omgeving van de Noord-Denen; R-oriëntatie
De NoordR-Denen (van de eilanden) hebben aan hun noordRzijde dezelfde zeearm die men Oostzee (Ostsæ) noemt, en ten oostenR van hen bevinden zich de bewoners van Usedom11 (Osti) en in het zuidenR de Abodriten (Afdrede).

Nota bij 13
De plaatsing van de Osti bij de Pommerse Bocht berust op de mededeling dat ze ten oostenR van de Noord-Denen woonden en ten noordenR van de Havellanders (zie ook fragment 14).

14. De omgeving van de Osti; R-oriëntatie
De bewoners van Usedom (Osti) hebben naar het noordenR toe dezelfde zeearm, evenals de Wenden (Winedas) en de Bornholmers (Burgendas) en ten zuidenR van hen wonen de Havellanders (Haefeldan).

Nota bij 14
Dit lijkt weer een goede R-oriëntatie.

15. De omgeving van Bornholm; M-oriëntatie
De Bornholmers (Burgendan) hebben de zeearm ten westenM van hen en de Zweden (Sweon) in het noordenM, ten oostenM van hen wonen de Polen (Sermende) en ten zuidenM van hen de Sorben (Surfe).

Nota bij 15
Dit kan geen L-oriëntatie zijn, want dan zouden de Polen (Sermende) ten zuiden van Bornholm wonen. Bovendien ligt Zweden dan eerder ten oosten dan ten noorden van Bornholm (afbeelding). Conclusie: hier is R-oriëntatie bedoeld.

De omgeving van Zweden

16. De omgeving van Zweden; R-oriëntatie
De Zweden (Sweon) hebben naar het zuidenR de Usedom-arm van de zee (saes earm Osti), naar het oostenR de Polen (Sermende), en ten noordenR van hen voorbij het onbewoonde land (westenne) is Kvenland (Cwenland)1, ten west-en-noordenR van hen zijn de Lappen (Scridefinnas)13 en in het westenR de Noren (Northmenn).

Nota bij 16
Dit lijkt in Zuid-Zweden een goede R-oriëntatie. Noordelijker lijkt het niet correct om te zeggen dat de Polen naar het oosten liggen, tenzij fragment 11 serieus genomen wordt. Daar wordt immers beweerd dat de Polen tot aan de Riphaeïsche bergen wonen.

________________________________________

  1. http://www.helsinki.fi/varieng/people/valtonen/MAthesis.pdf
  2. Meestal wordt hieronder de Middellandse Zee verstaan.
  3. Hiervoor zijn verschillende vertalingen in omloop: Noordzee, Oostzee, Botnische Golf, Witte Zee. Waarschijnlijk is de Botnische Golf bedoeld (zie bij het verhaal van Ohtere en Wulfstan).
  4. Hier worden, in navolging van de Romeinen, ook Slavisch sprekende volken “Germanen” genoemd.
  5. Het is niet volkomen duidelijk welke oriëntatie hier gebruikt wordt. L-oriëntatie lijkt hier te passen, maar het feit dat de bewoners van Sleeswijk-Holstein en Jutland direct daarop “west-noord” van de Oude Saksen worden neergezet wijst op R-oriëntatie. De in deze beschrijving vermeldde Friezen zijn dan waarschijnlijk de Friezen aan de kust van Sleeswijk-Holstein.
  6. Janet Bately: The Old English Orosius. Oxford University Press 1980, p.168.
  7. Meestal neemt men aan dat hier Sinlendi had moeten staan en dat dan Sleeswijk wordt bedoeld. Ook wordt Sillende wel als Sjaelland (Seeland) opgevat. Hier is echter aangenomen dat het kustgebied van de wateren tussen Jylland en Fyn is bedoeld, tussen Fredericia of Kolding in het noorden en Sønderborg in het zuiden (zie bij het verhaal van Ohtere en Wulfstan). Het gaat dan geheel of gedeeltelijk om het kustland van de gemeenten Fredericia, Kolding, Haderslev, Aabenraa en Sønderborg.
  8. Een mytisch gebergte in het noordoosten (onze oriëntatie) van Europa. In het vierde boek van de Hamburgse Kerkgeschiedenis wordt het Ripheos- of Ripheis montes genoemd.
  9. K.G. Anton: Geschichte der Teutschen Nazion, Leipzig 1793, p.378 noot d: “Aelfred der Grosse nennet in seiner Uebersetzung des Orosius die Sarmaten stets Sermennen und Polen Sermende”.
  10. De “Zuid”-Denen zijn de bewoners van Jutland. De “Noord”-Denen woonden op de Deense eilanden en de westkust van Zweden.
  11. Volgens deze beschrijving van Germanië bevonden de Osti zich ten oostenR van Skåne en de Deense eilanden en ten noordenR van Havelland. Waarschijnlijk dus nabij de monding van de Oder.
  12. Zie bij Ohtere en Wulfstan.
  13. Ohtere onderscheidt Finnas en Terfinnas.