bronnen en problemen
Routes

TrMe: Trier – Metz

PK99: Gallische mijlen opgegeven gemeten route
afstand afstand
Avgusta Tresvirorum Trier TrMe
a. Ricciaco Dalheim x xvii
b. Caranusca Daspich x
Diuo Durimedio Matricorvm Metz xlii x

RA133: Gallische mijlen opgegeven gemeten route
afstand afstand
Divodoro Metz TrMe
a. ? (Ricciaco) Dalheim xii xx
Triveros Trier xvi xvii

RA205: Gallische mijlen opgegeven gemeten route
afstand afstand
Treveros Trier TrMe
Dividorum Metz xxxiiii xxxvii

KR26.7 opgegeven gemeten route
afstand afstand
Mecusa Metz TrMe
m. Gaunia Gewan bij Wormeldange
Treoris Trier

Een probleem is de identificatie van Ricciacum en Caranusca. Waarschijnlijk zijn er op de route van de Peutinger-kaart twee fouten gemaakt: 1e het getal XVII is aangezien voor XLII en 2e de afstanden zijn in omgekeerde volgorde langs de route genoteerd. Van oorsprong stond er wellicht: Augusta Treverorum - XVII - Ricciacum - X - Caranusca - X - Divodurum. Ricciacum kan dan gelijkgesteld worden aan Dalheim en Caranusca aan Daspich. In beide plaatsen is voldoende (Gallo-)Romeins materiaal gevonden om deze oplossing te kunnen verdedigen. Op de routes van het Routeboek van Antoninus zijn in dat geval ook nogal wat fouten gemaakt. Op RA133 is de naam “Ricciacum” weggevallen en zijn beide afstanden fout: XX is aangezien voor XII en van XVII is een I verdwenen. Op RA205 is een V aangezien voor II.

Een bijkomend probleem is het verloop van de route. Grote delen van de oorspronkelijke Romeinse weg zijn verdwenen onder bos (bijvoorbeeld in het Houwald ten westen van Grevenmacher) of stedelijke bebouwing (Thionville / Diedenhofen). Bovendien kon er vanaf Trier op twee manieren naar Dalheim gereisd worden: 1e over de weg die via Luxemburg naar Reims loopt, waarbij de Moezel al direct bij Trier werd overgestoken, of 2e via Tawern (met een gereconstrueerde tempel) naar Stadbredimus, waar in 1962 de resten van de Romeinse brug zijn gevonden.

Beide routes zijn ca. 17 mijl lang, maar al eeuwen geleden in onbruik geraakt. Op oude kaarten1 is de oostelijke route niet te zien en verwijdert de route van Trier naar Luxemburg zich al na Wasserbillig van de Moezel. Opmerkelijk is dat Cassini tot aan Grevenmacher wel de oude Romeinse route volgt: Trier - Euren - Zewen - Igel - Wasserbillig - Mertert - Grevenmacher. Helaas is er na Grevenmacher niets meer te zien, behalve dan dat de route zich daar in westelijke richting van de Moezel verwijdert. Hoewel de Kosmograaf van Ravenna hier ook de route van Trier naar Metz lijkt te noemen, wordt waarschijnlijk niet de weg over land bedoeld, maar die over de Moezel. Dat ging natuurlijk bij voorkeur stroomafwaarts, dus van Metz naar Trier. Onderweg werd dan het geheimzinnige “Gaunia” aangedaan. Misschien was dat Gewan ten zuiden van Wormeldange. De benaming “Gewan” komt in Luxemburg vaker voor. Het woord betekent “land” of “veld”. Zie ook ToMe, TrNe en NeKo. Ook wordt wel aangenomen dat met Gaunia eigenlijk Caranusca (Daspich) werd bedoeld. Bij de beschrijving van de route zijn de 1:50.000 kaarten van Duitsland en Luxemburg gebruikt, maar in de regel zijn routes ook goed te volgen met behulp van de Adac-ProfiAtlas. Voor het verloop van de Romeinse wegen in het zuiden van Luxemburg is tevens gebruik gemaakt van kaart R8 Moselle - Syre (1:20.000) van de Luxemburgse Administration du Cadastre et de la Topographie. Maar ook daarop is slechts een heel klein stukje (bij Potaschberg) van de Romeinse weg tussen Beyren en Grevenmacher te zien.

_________________________________________

  1. Bijvoorbeeld een kaart uit de 17e eeuw van Nicolaas Visser: Ducatus Lutzenburgi Novissima et Accuratissima delineatio per Nicolaum Visscher, Ryh_2912_11. Let op, deze kaart heeft het westen boven.