bronnen en problemen
Routes

TaAi*: Tarbes – Aire-sur-l’Adour

De route komt in de geschreven bronnen niet voor, maar sluit logisch aan op het deel van route LeBe dat van Tarbes naar Bagnères-de-Bigorre loopt. Aire-sur-l’Adour is een halte op route DaEa.

Nergens langs deze route zijn voies gallo-romaines aangegeven, dus er valt niet met zekerheid te zeggen hoe de reis in de oudheid verliep. Hier is aangenomen dat de route grotendeels over weg D935 ging en dus eigenlijk bijna voortdurend evenwijdig aan de spoorlijn, hoewel het opvallend is dat veel Gallo-Romeinse resten aan het begin van de route aan parallelweg D7, ten westen van D935 lijken te liggen. Op de kaart van Cassini is de situatie onduidelijk. Na Maubourguet zijn er op die kaart twee gelegenheden waarbij een doorsteek in noordwestelijke richting wordt gemaakt: bij Hagedet en verderop bij Castelnau-Rivière-Basse. Daarna lijkt er op de kaart van Cassini geen mogelijkheid meer te zijn om de huidige D935 te volgen en in de echte wereld worden de resten uit de oudheid daarna dan ook schaars. Misschien werden de doorsteekjes gemaakt om het kruisen van de Adour te vermijden, bijvoorbeeld omdat er in Cassini’s tijd geen geschikte bruggen of voorden waren. Hier is er echter van uitgegaan dat de Romeinen waar mogelijk de meest vlakke weg namen en aan de spoorlijn is te zien welke dat was: die langs de Adour.

Het zal de lezer wellicht opvallen dat Tarbes hier ‘Novum Oppidum’ wordt genoemd, terwijl ze als ‘Oppido Novo’ in de bron staat. Afgezien van de verschillende naamvalsvormen zijn de twee delen van de naam, die ‘nieuw stadje’ betekent, verwisseld. Dat is in het Latijn een legale actie, maar daarmee is de vraag naar het waarom van die verwisseling nog niet beantwoord. Het enige antwoord dat hier gegeven kan worden is dat in de lijst van knooppunten en eindpunten, en bij het benoemen van ‘schijnbare’ knooppunten, zoals in dit geval, vrij slaafs de naamgeving wordt gevolgd uit De Romeinse Reisgidsen (Itineraria Romana) van Dr. W. Bruijnesteijn van Coppenraat. En de hier bedoelde plaats is in het register van die gids alleen bij de ‘N’ van novum te vinden en niet bij de ‘O’ van oppidum. Twee andere plaatsen die in het Routeboek van Antoninus ook ‘Oppido Novo’ worden genoemd, staan echter wél bij de ‘O’, want die zijn als Oppidum Novum in het register opgenomen. De gebruiker van Bruijnesteijns gids moet zich er van bewust zijn dat dit niet de enige inconsequentie daarin is. Kunt u een plaatsnaam die uit meerdere delen bestaat in die gids niet vinden, dan doet u er goed aan om bij de andere delen van de naam te zoeken. Overigens zult u bij Bruijnesteijn achter “Novum Oppidum” niet de naam Tarbes vinden, maar Lourdes. Zie daarvoor bij de route LeBe.