bronnen en problemen
Routes

PoPé: Pons – Périgueux

PK69: Gallische mijlen opgegeven gemeten route
afstand afstand
Lamnum Pons PoPé
a. Condate Condéon xv
b. Sarrum Aubeterre-sur-Dronne x xiii
Vesonna Périgueux xx

KR40.2B: Gallische mijlen opgegeven gemeten route
afstand afstand
Mediolano Santinis Saintes SaPé
m. Gilissima Angoulême
Petiagroris (Periagoris) Périgueux

Als men de regels volgens welke de Peutinger-kaart is gemaakt niet kent is deze route moeilijk te interpreteren. De kaart suggereert namelijk dat de weg van Mediolanum Santonum naar Vesonna een heel andere kant op gaat dan die van Mediolanum Santonum naar Burdegalo. En dat Lamnum (Pons) dus zeker niet op de eerstgenoemde route kan liggen. In werkelijkheid ligt Pons voor degene die van Saintes naar Périgueux wil best wel aardig in de goede richting. Op de Peutinger-kaart echter mag een plaatsnaam nooit twee keer vermeld worden1, tenzij het echt om twee verschillende plaatsen gaat, dus hoefde de tekenaar er geen moeite mee te hebben dat Vesonna op de kaart aan de andere kant van Saintes terecht kwam. Omdat Pons op PK69 niet vermeld kon worden is de naam ervan hier cursief weergegeven. Ook de Kosmograaf van Ravenna vermeldt Pons niet. Zijn halte Gilissima is waarschijnlijk Angoulême, dat in de Romeinse tijd Iculisma of Engolisma heette (in de Historiën van Gregorius van Tours wordt de plaats Ecolisa genoemd). Dat betekent dat de reis van Saintes naar Périgueux in de tijd van de Kosmograaf waarschijnlijk over Cognac en Angoulême liep (route SaPé, nog niet beschreven), zoals dat nu eigenlijk nog steeds het geval is. Misschien is dit feit één van de middelen waarmee het werk van de Kosmograaf gedateerd kan worden.

Algemeen wordt aangenomen dat de route in de Romeinse tijd zuidelijker liep. Op enige uitzonderingen na wordt de route meestal in verband gebracht met de Chemin Chaussée dit des Romains tussen Saintes en Salignac-sur-Charente, en met de Chemin Boisné ten zuiden van Cognac en Châteauneuf-sur-Charente. Aan de uitdrukking “dit des Romains” is al te zien dat er aan de Romeinse oorsprong van deze weg wel getwijfeld mag worden. Men klampt zich echter vast aan de vondst van twee mijlpalen ten zuiden van Merpins. In de gids van Thiollier-Alexandrowicz wordt Merpins dan ook beschouwd als de halte Condate. De tweede halte (Sarrum) legt hij bij Plassac, ten zuidwesten van Mouthiers-sur-Boëme. Quid.fr vermeldt daarbij de ancien chemin romain dit “Chemin Boiné”. Afgezien van de veronderstelde Romeinse oorsprong van de Boisné of Boiné heet de weg bij Plassac gewoon D22 en niet Chemin Boiné, want die is al vier kilometer vóór Plassac geëindigd. Men zou echter kunnen veronderstellen dat weg D22 er een voortzetting van is en dan is de opmerking in Quid.fr vergeeflijk. Moeilijker te vergeven is de foto van de Villas gallo-romaines de Plassac, die in de gids van Thiollier-Alexandrowicz bij de route tussen Saintes en Périguex staat afgedrukt. Het grote water dat op die foto achter de fundamenten van de villas is te zien, is de Gironde. De foto is namelijk gemaakt bij Plassac ten zuiden van Blaye op de route BoBl, hemelsbreed ruim zeventig kilometer ten zuidwesten van het Plassac op de onderhavige route (Plassac-Rouffiac). Onder de foto staat dat het copyright van het Conseil Général de la Gironde is, maar het door Thiollier-Alexandrowicz bedoelde Plassac ligt in het departement van de Charente.

Bruijnesteijn van Coppenraet wijst Cognac (met vraagteken) aan als Condate en stelt Sarrum gelijk aan Charmant. Hier is echter aangenomen dat de route nog zuidelijker liep. Eerst van Saintes naar Pons (route PoSa) en dan op de in deze gids beschreven manier van Pons naar Périgueux.

_________________________________________

  1. Zie tekst H5.1. Daar wordt ook de uitzondering bij Cambete en Arialbinnum besproken, die zo wel op PK101 als op PK107 voorkomen.