PK9: Gallische mijlen | opgegeven | gemeten | route | ||
afstand | afstand | ||||
Nouiomagi | Nijmegen | NiTo | |||
Ceuelum | Malden | iii | |||
Blariaco | Blerick | xxii | |||
Catualivm | Heel | xii | |||
Feresne | Dilsen | xiiii | viiii | ||
Atvaca | Tongeren | xvi |
Omdat men traditioneel een te korte lengte van de Gallische mijl aanneemt (2,22 km i.p.v. ca. 2,5 km) was de identificatie van Feresne lange tijd een probleem. Speciaal over deze plaats verscheen in 2003 een studie van Theo Aerts1, waarin alle argumenten nog eens op een rij werden gezet. De conclusie was dat de plaats Dilsen de beste papieren had. Ook op grond van de afstanden op de Peutinger-kaart moet voor deze plaats gekozen worden. In de afstand van Heel naar Dilsen is een klassieke fout gemaakt: V is aangezien voor X. In de regel wordt er van uit gegaan dat de naam Ceuelum (Cevelum) een kopieerfout bevat en dat er op de Peutinger-kaart Ceuclum had moeten staan, hetgeen dan volgens sommigen wel lijkt op Cuijk en dan mooi aan die plaats gelijkgesteld kan worden. Voor die gelijkstelling moeten echter drie fouten aangenomen worden: 1e de tweede letter ‘e’ in Ceuelum moet een ‘c’ zijn, 2e de afstand van Nouiomagi tot Ceuelum moet VI zijn en 3e de afstand van Ceuelum naar Blariaco moet XVIIII zijn. De eerste twee fouten zijn betrekkelijk normale kopieerfouten, maar het is niet in te zien hoe XVIIII kan veranderen in XXII.
Met de truc die gebruikt wordt om Ceuelum om te toveren tot Ceuclum is het echter nog steeds onwaarschijnlijk dat daar de naam “Cuijk” uit voorgekomen is, want onze eu- en ui-klanken komen in het Italiaans en Spaans niet voor en dus ook niet in het Romaans, waar deze talen alsmede het Latijn uit ontstaan zijn (zie hoofdstuk H8). De Romeinen zullen de letters eu als een tweeklank hebben uitgesproken, dus als ee-oe. Zij zullen Deus meus niet uitgesproken hebben als “Duis muis”. De combinatie eu komt in het Latijn hoofdzakelijk voor bij Griekse woorden en namen, maar ook daarvan mag men zich afvragen of daar wel een “ui”-klank bij hoort. De Griekse taal moet in deze gids echter buiten beschouwing blijven. Hier wordt volstaan met de opmerking dat de moderne Griek ευ uitspreekt als “ev” of “ef”, afhankelijk van de medeklinker die er op volgt. Een “ui” kent het moderne Grieks niet. Net zo min als het Latijn. “Echte” Latijnse woorden als neutrum (ne-utrum = niet één van beide) en reus (schuldig) zullen geklonken hebben als nee-oetroem en ree-oes. Een misvatting met ernstige gevolgen is de aanname dat er een verband is tussen de Romeinse naam Caesar en ons woord “keizer”. In de Romaanse talen is een keizer een imperatore (Italiaans), emperador (Spaans) of imperator (Latijn) en dat leidt natuurlijk niet tot de conclusie dat Caesar als “kaisar” uitgesproken moet worden, of Ceuclum als “Keuklum”. Als de letter c door een e of i werd gevolgd zal ze als de Italiaanse “tsj” hebben geklonken (in het huidige Spaans ongeveer als de Engelse “th”). Ceuclum zou dus geklonken hebben als “Tsjee-oekloem”. Dat lijkt niet erg op “kuik”. Het is daarom waarschijnlijker dat het toponiem “Kuik” wijst op de aanwezigheid of de teelt van zwarte mosterd (Brassica nigra), een plant die in het rivierengebied thuis is. Ze wordt ook wel kiek, keek, keik of keuk genoemd2.
Al deze kronkelredenereningen zijn echter overbodig als we aannemen dat de afstanden langs de route hier gewoon correct zijn en dat Ceuelum dus gewoon Malden is. Tot slot moet nog wel iets gezegd worden over de rivieren op de Peutinger-kaart, want men heeft de gelijkstelling Ceuelum - Cuijk wel proberen te redden met de opmerking dat de plaats op de kaart vanuit Nouiomagi gezien aan de overzijde van een grote rivier is getekend. Deze rivier zou de Maas voorstellen en de tekenaar zou dan dus wel degelijk Cuijk bedoeld kunnen hebben.
De situatie rond Nijmegen (linker plaatje) zou op de “gecorrigeerde Peutinger-kaart” dan niet alleen aangepast moeten zijn overeenkomstig de wijzigingen die voorgesteld zijn in de “bronnen en problemen” van de route HeKl*, maar ook nog eens voor het stuk tussen Nouiomagi en Blariaco. Dus zoals op de rechter afbeelding. De reden om dat toch niet te doen is het feit dat de rivierovergangen op de Peutinger-kaart vaak slechts bij toeval de werkelijke situatie weergeven en dat echte kruisingen met de grote rivieren niet zelden op de kaart ontbreken. Kortom, evenals de namen van landstreken en volkeren zijn de ingetekende rivieren en gebergten eigenlijk niet meer dan (verwarrende) versiering (zie de bijlage over de rivieren in Gallia*).