NGI Nationaal geografisch instituut te Brussel | 67-70 Bouillon |
68-69 Arlon - Sterpenich | |
Administration du Cadastre et de la Topographie | Luxembourg Sud |
eventueel ook | |
NGI Nationaal geografisch instituut te Brussel | 71-72 Virton |
Wander- und Freizeitkarte GeoMap 1:50.000 | Südeifel: Luxembourg / Trierer Land |
Gm | km | ||
Meduanto | Williers | ||
a. Orolauno vicus | Arlon | xv | 38 |
b. Andesina | Senningerberg | xiiii | 35 |
c. Andethannale vicus | Niederanven | ∞ | 3 |
Avgusta Tresvirorum | Trier | xv | 38 |
De route is hier niet helemaal beschreven, omdat het laatste deel ervan samenvalt met een stuk van route TrMe (Trier - Metz). Zie daar bij “Deel 2: Trier - Dalheim via Grevenmacher”. In het lijstje van de gebruikte topografische kaarten hierboven zijn twee extra kaarten genoemd. Nummer 71-72 van het NGI te Brussel is toegevoegd omdat het in de tekst genoemde plaatsje Buzenol daar op staat. Wie dat beslist met eigen ogen wil controleren moet de kaart er dus bij halen. De Wander- und Freizeitkarte Südeifel wordt op route TrMe gebruikt om het in Duitsland gelegen deel van de route te volgen. Dat deel wordt hier echter niet beschreven. Eventueel is het ook te volgen op de Kompass Wander- und Radtourenkarte 834 (Mosel Region Trier) en in de ADAC-ProfiAtlas Deutschland (Seite 355).
De weg begint aan de noordoostkant van Williers (Meduanto) met het oversteken van de Ruisseau de Williers, die hier de grens tussen Frankrijk en België vormt. Aan de overkant heeft men de fundamenten van een paar gebouwen uit de Romeinse tijd blootgelegd, die ook wel onder de naam Meduanto worden gepresenteerd. De gebouwen lagen aan de westkant van Chameleux, dat op de Belgische kaart Chameleu (zonder ‘x’) wordt genoemd. De Romeinse route liep hier direct omhoog over de weg naar le Grand Haut Chemin en Florenville (route wiDü), maar slaat bij le Grand Haut Chemin af naar het noordoosten, loopt door le Petit Haut Chemin, dan over een Chaussée Brunehaut en komt uit op weg N842. Op Google-earth is te zien dat de route die weg kruiste, maar heden is er aan de overkant geen voortzetting meer.
De route liep hier echter pal naar het oosten en sloot aan op een pad dat ten westen van weg N840 begint, vervolgens die weg kruist (bij een watertoren die met een blauwe stip op de kaart is aangegeven) en ten zuiden van Pin (tempel) langs de bosrand naar het oosten loopt. Ten noorden van Pin lag bij Izel een klein fort uit de late keizertijd en bij Moyen, ten noordoosten van Izel, een villa. Terug naar de route.
Die kruist de spoorweg ten zuidoosten van Pin en loopt verder naar het oosten. Na kruising met weg N891 gaat ze verder oostwaarts over een pad langs de bosrand, loopt ten zuidwesten van Prouvy even door het bos en kruist dan bij Holloy een beek met de naam Breuvanne. Dan gaat ze verder over een Chaussée romaine en komt uit op weg N895. Naar het noorden toe liggen de plaatsjes St.-Vincent, Breuvanne en Rossignol. Tussen Breuvanne en Rossignol heeft een Romeinse villa gestaan. Bij Rossignol worden ook een grafveld en een tempel uit de Romeinse periode vermeld. De route volgt weg N895 naar Bellefontaine, waar talrijke vondsten uit de late keizertijd zijn gedaan. Ook in de omgeving van Tintigny, ten noordnoordoosten van Bellefontaine, zijn sporen van de Romeinse aanwezigheid gevonden, zoals puin van gebouwen. Aan de zuidzijde van Bellefontaine kruist de route weg N879 en loopt verder naar het oosten als Chaussée romaine. Tussen Ste.-Marie en Etalle valt de route even samen met weg N83. Ten zuiden van Etalle, bij Buzenol (kaart 71-72), zijn sporen van gebouwen, pottenbakkersovens en grafvelden gevonden. En een mijlpaal met het cijfer LVII. Waarschijnlijk is, in Romeinse mijlen, de afstand naar Trier bedoeld. Die is hier echter groter, zodat de mijlpaal in dat geval verplaatst moet zijn; een lot dat helaas veel Romeinse mijlpalen heeft getroffen.
Na Etalle loopt de route nog een klein stukje over weg N83 en splitst zich er dan als Chaussée romaine weer van af. Bij Sivry, ten zuiden van de weg, heeft tot aan het einde van de 4e eeuw een villa gestaan. Bij Chantemelle, ten zuidoosten van Sivry, is een grafveld uit het begin van de 1e eeuw gevonden. Bij Hachy, ten noorden van de weg en aan de noordkant van de spoorlijn, bevinden zich grafheuvels uit het begin van de Romeinse tijd. Ook bij Sampont, aan de route zelf, en bij Fouches, ten noordoosten van Sampont, zijn grafvelden gevonden. Kort na Sampont sluit de Chaussée romaine weer aan bij weg N83 en loopt daarover naar Arlon (Orolaunum). Ongeveer op de plaats waar de weg de autosnelweg (A4, E25, E411) kruist moet de bij Buzenol vermelde mijlpaal hebben gestaan, want van hier af is het 57 Romeinse mijlen (34 Gallische mijlen) naar Trier. In het Musée archéologique van Arlon zijn de meeste Romeinse resten van Orolaunum te bezichtigen. De resten van de thermen zijn te zien in de rue des thermes romains. Bij Bonnert, ten noorden van Arlon, is een grafveld uit de Gallo-Romeinse periode gevonden.
Na Arlon wordt het moeilijker om de juiste wegen te vinden, maar hebben we soms houvast aan het feit dat de route daar vaak “Kiem” wordt genoemd (zie de kaart van Luxembourg Sud). Dit is een verbastering van cammino of caminos, een Romaans woord (zie tekst H8.3), en niet een Latijns zoals wel wordt gedacht. We vinden het terug in het Italiaanse camminare (te voet gaan), het Spaanse camino en het Franse chemin. De route voert in zuidoostelijke richting een stuk over weg N4 maar buigt na enige tijd over de Rue de la Hëtt (naam niet op de kaart) af naar Autelbas. De hier volgende straatnamen staan niet op de gebruikte kaart. Na Autelbas naar Sterpenich over de Rue de Sterpenich, na Sterpenich over de Rue de Kleinbettingen naar Kleinbettingen, en na Kleinbettingen over de Rue de Hagen naar Hagen. Na Hagen wordt de Rue Principale gevolgd, die bij Wandhaff vlak onder de N6 loopt. Onder Wandhaff gaat deze over in Rue de Kiem, op de kaart gewoon aangegeven als ‘Kiem’. In Capellen (Romeinse ticheloven) eindigt die weg tegen de N6. Ten noordnoordwesten van Capellen zijn bij Goeblange twee villae opgegraven. Nu is de Romeinse weg weer even zoek. Pas in Mamer kan de oude weg weer opgezocht worden. Ze loopt iets ten zuiden van weg N6 en is gedeeltelijk met kleine rode stippen gemarkeerd als fietspad (piste cyclable): Rue de Bertrange en weer Rue de Kiem (straatnamen niet op de kaart).
Aan de oostzijde van Mamer zijn de resten van Romeinse baden met drie dikke rode stippen aangegeven. Direct daarna ligt ten noorden van de route Tossenberg (Tossebierg) dat een Gallo-Romeinse vicus wordt genoemd. Gallo-Romeinse bewoning is ook aangetoond in Bertrange, ten zuiden van Tossenberg. Richting Luxembourg heet de weg vervolgens (namen niet op de kaart) Rue des Romains, Rue de Kiem en Rue de l’Ouest. Het vervolg door de stad Luxemburg (Luxembourg), waarvan men zegt dat er een Romeinse wachttoren stond, is op de kaart niet meer te achterhalen. Waarschijnlijk moeten we aan de oostkant van de stad uitkomen op de Montee de Clausen (de naam Clausen staat ten noordoosten van het centrum op de kaart) waar na enige tijd een afslag in noordoostelijke richting weer Rue de Kiem heet. Deze volgt de Avenue J.F. Kennedy (namen niet op de kaart) en komt tenslotte hemelsbreed ca. 4 km. ten noordoosten van het centrum uit op het begin van een fietspad (piste cyclable) aan de noordzijde van de A1, dat op de kaart weer met kleine rode stippen is aangegeven. Dat is de Ancienne voie romaine richting Trier, die hier (op een gedetailleerdere kaart) ook weer ‘Kiem’ heet. De eerstvolgende halte is Senningerberg (Andesina). Ten noordoosten ervan, in Hostert, werd in 1919 een Romeinse grafsteen gevonden. De weg door Senningerberg heet Rue des Romains (straatnamen niet op de kaart) en komt uit op de Rue de Trèves in Niederanven (Andethannale vicus). De route loopt nu ten zuiden van Niederanven in oostelijke richting en steekt de Syre over naar Mensdorf. Ten oosten daarvan was bij of op de Widdenberg (Widdebierg) een Gallo-Romeinse nederzetting. De route buigt nu naar het zuidoosten, kruist de autosnelweg (A1) en gaat verder over weg CR134. Daar sluit ze ten noordwesten van Beyren aan op de Romeinse weg van Metz naar Trier (Augusta Treverorum), zoals beschreven bij route TrMe.