bronnen en problemen
vak C3 / D3

ViBr: Vienne – Briançon

IGN carte topographique TOP 100: 51 Lyon / Grenoble
54 Grenoble / Gap

plaats van route ViBr

Rm km
Vigenna Vienne
a. Turecionno St.-Jean-de-Bournay xv 22
b. Morginno Moirans xxviii 41
c. Culabone Grenoble xiiii 21
m. Fines Vizille x 15
d. Catorissium le Bourg-d’Oisans xxii 33
e. Mellosedo Mont-de-Lans x 15
f. Durotinco la Grave x 15
g. Stabatione le Monétier-les-Bains xiiii 21
Brigantione Briançon viiii 13

Vanuit het centrum van Vienne (Vigenna) gaat de route in oostelijke richting over weg D502, die omgeven is door beken die naar de Rhône stromen. Aan de noordkant van de weg zijn dat de Ambalon en de Vesonne; aan de zuidkant stroomt de Gère. Ten zuidoosten van de stad bevinden zich bij Jardin sporen van een aquaduct. Ten zuiden van de weg ligt aan de Gère het plaatsje Eyzin-Pinet, waarbij sporen van een Romeinse weg worden vermeld. Helaas zonder vermelding van de exacte vindplaats. Het is namelijk niet ondenkbaar dat de route over weg D41 liep, in plaats van over D502. Voor de laatstgenoemde echter spreekt het feit dat er een tempel voor Jupiter stond bij Montjoux, ten oosten van St.-Jean-de-Bournay (Turedonnum), langs weg D552 op weg naar Meyrieu-les-Etangs. Ten noorden daarvan, bij Artas, wordt een altaar voor Mercurius vermeld. De weg loopt na St.-Jean-de-Bournay verder over weg D502, door Châtonnay, dat volgens Quid.fr een halte was waar de Romeinen voor de strijd offerden (halte ou les Romains sacrifiaient avant le combat). Misschien dat een Fransman begrijpt waarom Romeinen hier stopten voor welke strijd, maar een Nederlander zou graag enige toelichting krijgen.

Bij Champier (sporen van een villa) stapt de route over op weg N85. Na vijf kilometer ligt aan de weg een buurtje met de naam le Grand Chemin. Dat betekent waarschijnlijk dat we ons werkelijk op de oude Romeinse weg bevinden. De route kruist weg D73 bij la Frette. Ten zuiden daarvan, Bij St.-Etienne-de-St.-Geoirs en Silans, beide aan weg D519, worden sporen van een Romeinse weg vermeld. Het is weer niet duidelijk op welke weg we die sporen moeten zoeken. Op de onderhavige route (weg N85) of op een andere? Weg N85 loopt verder langs Rives, waar een site romain wordt vermeld, en Moirans (Morginnum), dat volgens Quid.fr een antieke stad en een station op deze route is. De sporen uit de Romeinse tijd worden talrijker. Bij St.-Quentin-sur-Isère, ten zuidwesten van Moirans, wordt een Gallo-Romeinse nederzetting vermeld. La Buisse, ten oosten van Moirans, is van Romeinse oorsprong. Voreppe, ten zuiden van la Buisse, kende Romeinse bewoning. Bij Veurey-Voroize ten zuidwesten van Voreppe en aan de andere kant van de Isère, stond een Romeinse villa.

Vanaf Voreppe gaat de route verder over weg N75. Na vijf kilometer volgt Fontanil-Cornillon, waar Gallo-Romeins aardewerk is gevonden. Ten oosten daarvan, bij Proveysieux, zijn Romeinse munten uit de grond gekomen. Ten zuiden ervan, bij St.-Egrève, is een grafveld gevonden, en sporen van de weg. Ten oosten van St.-Egrève ligt de berg die Néron wordt genoemd. In Quid.fr wordt bij Quaix-en-Chartreuse, dat ten noordoosten van de berg ligt, een Romeinse post op de Néron vermeld. De route is inmiddels aangekomen in Grenoble (Cularo), waar nog sporen zijn van de Romeinse omwalling en van gebouwen uit de Romeinse tijd. Ten westen van de stad en aan de overzijde van de Isère zijn er sporen uit die tijd aangetroffen bij - van noord naar zuid - Sassenage, Seyssinet-Pariset en Seyssins. Ten oosten van de stad bij Gières (hypocaustum, Romeinse villa). Die plaats is niet te vinden op de bij deze route opgegeven topografische kaarten. Daarvoor moet kaart 53 (Grenoble / Mont-Blanc) geraadpleegd worden, of de bekende Michelin wegenatlas 1:200.000.

Na Grenoble zijn er meerdere mogelijkheden om de volgende halte op de route te bereiken. De kortste is weg D5, die vanuit het centrum van de stad eerst in zuidoostelijke richting loopt, dan naar het zuidwesten buigt en afdaalt naar het centrum van Vizille (Fines). In Quid.fr wordt de plaats een militair station genoemd. Waarschijnlijk is dat de opvatting van iemand die zich wijs liet maken dat de Peutinger-kaart een militair doel diende. Bij Champ-sur-Drac, ten zuidwesten van Vizille, wordt een Romeinse weg vermeld. In Vizille wordt overgestapt op weg N91, die in principe tot het eindpunt van de route gevolgd kan worden. Voor automobilisten is dat zelfs aan te raden. Aanvankelijk loopt de route voortdurend langs de Romanche. Na Vizille eerst in zuidelijke richting, maar al snel met een boog naar het noordoosten. Bij Rochetaillée buigt de nu gekanaliseerde rivier weer naar het zuiden. Hier zijn resten van de Romeinse weg gevonden.

Bij Le Bourg-d’Oisans, dat in de regel gelijkgesteld wordt aan de halte Catorissium*, wordt het kanaal overgestoken en gaat de weg aan de andere zijde in zuidoostelijke richting verder. Ten noordoosten van Le Bourg-d’Oisans, bij Huez, wordt in Quid.fr passage de voies romaines vermeld. Het zou leuk zijn om te weten welke wegen dit betreft. Quid.fr is meestal irritant vaag, waarschijnlijk omdat vrijwel niemand in dit soort informatie echt geïnteresseerd is. Ten oosten van Le Bourg-d’Oisans, bij Auris, zijn sporen van een Romeins kamp gevonden. Bij le Clapier maakt de Romanche een scherpe bocht naar het noordoosten en loopt door de Gorges de l’Infernet. Wie geen detailkaarten heeft doet er goed aan om hier over een afstand van ca. 20 km weg N91 te blijven volgen en de routebeschrijving pas vanaf la Grave weer ter hand te nemen. Maar ook met behulp van gedetailleerdere kaarten kan de Romeinse weg niet exact beschreven worden.

Wie toch een poging wil doen moet aan het begin van de Gorges de l’Infernet weg N91 bij la Rivoire verlaten. Ook op de 1.100.000 toeristenkaart is in zeer kleine lettertjes de Porte Romaine (Porte Rne) in de buurt van het plaatsje Bons aangegeven. In Quid.fr wordt Bons genoemd op het fiche van le Freney-d’Oisans, dat ten noordoosten ervan ligt. Na Bons arriveert de reiziger in de volgende halte: Mont-de-Lans (Mellosedum). De naam Mellosedo bestaat uit de delen mello = heuvel en sedo = zetel. Het plaatsje ligt dan ook 1280 meter boven de zeespiegel. Op de kaart van Cassini is te zien dat de weg vanaf hier afdaalde naar le Chabon, waarvan op de toeristenkaart alleen de Barrage du Chambon is aangegeven. Het Lac du Chambon is namelijk een stuwmeer. De oude Romeinse weg ligt op de bodem ervan, dus zal de moderne reiziger een andere weg moeten kiezen. Een ongeveer even lange route loopt vanuit Mont-de-Lans in zuidoostelijke richting, steekt bij een “min ruiné” de Ruisseau de la Pisse over en loopt dan noordwaarts naar Cuculet. Vandaar loopt er langs de zuidkant van het meer een pad dat tenslotte weer op weg N91 uitkomt. De route loopt nu in oostelijke richting verder naar de halte la Grave (Durotincum)1, dat présence romaine heeft gekend.

Wie de route over weg N91 heeft gevolgd kan vanaf hier de beschrijving weer volgen. Weg N91 wordt hier trouwens verlaten, want de route loopt over GR54 naar Villar-d’Arêne. Ten oosten van Villar-d’Arêne, bij les Cours, zijn overblijfselen uit de Romeinse tijd gevonden. Na Villar-d’Arêne wordt het pad naar le Pied du Col genomen. Hier wordt de Romanche verlaten en gaat de route verder over de GR50 naar de Col du Lautaret. Tijdens de daaropvolgende afdaling wordt een beek gekruist met de naam Guisane. Die zal nu tot aan het eindpunt van de route gevolgd worden. De route loopt verder over de GR50 tot aan le Lauzet, want daar maakt de GR een scherpe bocht naar het noorden, om aan te sluiten op GR57. Onze route loopt echter verder naar het zuidoosten, over kleine wegen door les Boussades en le Casset en komt kort voor le Monetier-les-Bains (Stabatio) weer uit op weg N91. Het warme mineraalwater van le Monetier-les-Bains werd waarschijnlijk al door de Romeinen gewaardeerd. De reis gaat nu verder over weg N91 door la Salle-les-Alpes, waar sporen van de Romeinse weg zijn gevonden, naar het eindpunt Briançon (Brigantio).

_________________________________________

  1. Ook op route LiMo is sprake van een plaats met de naam Durotincum.