IGN carte topographique TOP 100: | 51 Lyon / Grenoble |
Rm | km | ||
Vigenna | Vienne | ||
a. Bergusium | Bourgoin-Jallieu | xxiii | 34 |
Augustum | Aoste | xviii | 27 |
Vanuit het centrum van Vienne (Vigenna) wordt in noordoostelijke richting de Route-de-Cancanne (naam niet op de toeristenkaart) gevolgd, die bij Remoulon aansluit op weg D75. Aan de zuidkant van de weg ligt het plaatsje Septème, dat zijn naam te danken zou hebben aan het feit dat er vanaf Vienne zeven mijl afgelegd moet worden om het te bereiken. Inderdaad bedraagt de afstand zeven Romeinse mijlen en is er een mozaïek uit de Romeinse tijd gevonden. Ook bij het nabij gelegen Oytier-St.-Oblas, ten noordoosten van Septème, zijn sporen uit die tijd aangetroffen (villa, thermen, aquaduct). Bij Lafayette buigt weg D75 verder naar het noordoosten en gaat de route verder over weg D36. Ten noorden van Lafayette zijn bij Heyrieux grondsporen van thermen gevonden. Ook bij St.-Quentin-Fallavier, ten oosten van Heyrieux, hebben de Romeinen sporen nagelaten. Ten zuiden van Villefontaine (vestiges gallo-romains) wordt weg D36 verlaten en loopt de route oostwaarts verder door St.-Bonnet en over de Voie Gallo-Romaine (naam niet op de toeristenkaart) naar St.-Alban-de-Roche. Ten noorden daarvan, bij l’Isle-d’Abeau, heeft een villa met baden gestaan.
Dan komt de reiziger aan in de enige halte op deze route: Bourgoin-Jallieu (Bergusium), waar de Romeinen o.a. aardewerk en munten hebben achtergelaten. Na Bourgoin-Jallieu gaat de route verder over weg N6 (D1006). Ten zuidwesten van Cessieu zijn bij Nivolas-Vermelle belangrijke sporen uit de Romeinse tijd gevonden. Bij la Tour-du-Pin wordt weg N6 verlaten en gaat de reis verder over weg N516 (D1516). Van Montagnieu, dat ten zuiden van la Tour-du-Pin ligt, wordt gezegd dat het op een Romeins oppidum is gebouwd. Na een reis van dertien kilometer over weg N516 eindigt de route in Aoste (Augusta).