SoTo: Soulosse-sous-St.-Elophe – Toul

IGN carte topographique TOP 100:

23 Nancy / Bar-le-Duc

		Gm	km
Solimariaca	Soulosse-sous-St.-Elophe
Tullum	Toul	xv	38

Vanaf Soulosse-sous-St.-Elophe (Solimariaca) loopt de route naar St.Elophe en vandaar ca. 500 m. naar het westen richting Brancourt, tot aan het punt waar de Ancienne Voie Romaine de Langres begint. De route gaat nu voorlopig in noordoostelijke richting, min of meer evenwijdig aan weg N74. Bij Martigny-les-Gerbonvaux wordt de passage de la voie Langres - Metz vermeld. Bij Jubainville, ten westen van Martigny, zijn uit de Romeinse periode munten en een urn gevonden. Ten oosten van Martigny worden bij Tranqueville-Graux uit die periode de buste van een godin, een bassin, een stuk van een beeldhouwwerk en munten vermeld. Wat verderop en aan de westkant van de Romeinse weg blijkt bij Punerot alweer de passage d’une voi, maar daarnaast zijn er ook grondsporen van een villa en munten aangetroffen. De volgende plaats aan de westzijde van de weg is Barisey-au-Plain en ook daar beroemt men zich op vestiges de la voie romaine de Lyon à Trèves. Inderdaad moet deze verbinding Lyon - Trier heel belangrijk zijn geweest. Beide plaatsen waren ooit hoofdstad van Gallia. Ten westen van Barisey is de Romeinse aanwezigheid ook geconstateerd bij Saulxures-lès-Vannes en ten noordoosten van Saulxures bij Barisey-la-Côte. Ten oosten van de Romeinse weg en aan weg N74, zijn bij Colombey-les-Belles talrijke resten van Gallo-Romeinse funderingen gevonden en men vergeet natuurlijk niet de passage van de Romeinse weg tussen Lyon en Trier te vermelden.

Dan eindigt het spoor van de Romeinse weg tegen de weg tussen Allain en Bagneux. Bij beide plaatsjes worden natuurlijk vestiges de la voie romaine vermeld, maar over Bagneux wordt tevens verteld dat de Romeinen hier een bad namen in de warme bron die zich nog steeds in het centrum van het plaatsje bevindt, maar waarvan het water nu direct in het riool verdwijnt. Er staat niet bij waarom de bewoners van Bagneux warm water zo maar weg laten lopen.

Ten noorden van Bagneux wordt de route verondersteld verder te gaan over weg N74. Weg D11, ten westen daarvan, bestond in de Romeinse tijd waarschijnlijk ook al, want er zijn sporen uit die tijd aangetroffen bij Bulligny (grondsporen op diverse plaatsen in de gemeente), Blénod-lès-Toul (op diverse plaatsen sporen van Romeinse gebouwen), Mont-le-Vignoble, Charmes-la-Côte en Choloy-Ménillot. Wij reizen in noordelijke richting verder over weg N74, want in Quid.fr wordt van Crézilles, dat aan de westzijde van de weg ligt en waar ook het verkeer van autosnelweg A31 langs raast, verteld dat er in de 19^e eeuw talrijke sporen langs de Romeinse weg van Lyon naar Trier zijn gevonden. En bovendien ook sporen van thermen. Daarna komen we in Moutrot, waar nog zichtbare resten van de oude weg moeten zijn. Daarna worden er nog sporen van de weg vermeld bij Gye ten westen van de weg en bij Bicquely ten oosten ervan. Ten noordoosten van Bicquely ligt Pierre-la-Teiche aan de Moezel, waar resten van Romeinse graven zijn gevonden. Aan de overkant van de Moezel, ten noordwesten van Pierre-la-Teiche, heeft bij Dommartin-lès-Toul een Romeinse villa gestaan. Wij blijven echter aan de westzijde van de rivier en gaan over het laatste stukje van weg N74 naar het centrum van Toul (Tullum).