IGN carte topographique TOP 100: | 21 Paris / Montargis |
22 Troyes / St.-Dizier |
Gm | km | ||
Agedincum | Sens | ||
a. Glano | Estissac | xvii | 43 |
Augustobona | Troyes | viii | 20 |
Vanuit het centrum van Sens (Agedincum) loopt de route in oostelijke richting over weg N60. Ten zuiden ervan hebben de Romeinen sporen nagelaten bij Maillot en Malay-le-Grand (resten van een aquaduct). Ten noorden ervan bij Saligny (graven) en ten oosten daarvan bij Fontaine-la-Gaillarde (dakpannen, scherven). Ongeveer tien kilometer van Sens splitst zich bij le Petit-Villiers (sporen van de Romeinse weg, zie in Quid.fr bij Villiers-Louis) weg D905 naar het zuidoosten af. Dat is de bij route TrAu genoemde weg van Sens naar Alise-Ste.-Reine. Bij het aan die weg gelegen plaatsje Vaumort wordt in Quid.fr nog eens melding gemaakt van deze voie romaine de Sens à Alise.
Ook bij Noé, ten zuidwesten van le Petit-Villiers, wordt de weg genoemd. Samen met een stuk muur van een Romeins aquaduct. De onderhavige route echter gaat verder over weg N60 langs Pont-sur-Vanne (villa), Chigy (sporen van de weg), Molinons (tumulus) en Villeneuve-l’Archevêque (sporen van de weg). Ten zuiden hiervan bevind zich het al bij het onderdeel “bronnen en problemen” genoemde huis la Maison Rouge. De weg wordt ook vermeld bij Bagneaux en Vulaines. Tussen die twee ligt aan de zuidkant van de Vanne, daar waar de Sévy er in uitmondt, het plaatsje Flacy, waar de Romeinen ook sporen hebben achtergelaten. Ten zuidoosten van Flacy, bij Rigny-le-Ferron, dat ook aan de Sévy ligt, is in 1869 een schat van drieduizend Romeinse munten gevonden. Ook aan de Nosle (ca. 10 km naar het oosten, langs weg D374), dat het volgende zijstroompje van de Vanne is, zijn sporen uit de Romeinse tijd gevonden. Bij Paisy-Cosdon zijn de resten van een villa opgegraven (munten, mozaïek) en bij Aix-en-Othe ten zuidoosten van Paisy-Cosdon worden Romeinse baden vermeld. De naam “Aix” zegt het al. Bij het volgende plaatsje langs de weg, Villemaur-sur-Vanne, zijn talrijke vondsten gedaan van materiaal uit de Gallo-Romeinse periode. Verderop en ten zuiden van de weg zijn bij Neuville-sur-Vannes sporen van een Romeinse villa gevonden.
Dan komt, bij de monding van de Bétrol, het plaatsje Estissac, dat hier gelijkgesteld is aan de halte Glanum*. Er zijn grondsporen van een villa gevonden en sporen van de oude weg. Ook bij Bucey-en-Othe, ten oosten van Estissac, getuigen grondsporen en een grafveld van de Romeinse aanwezigheid. Hierna wordt de Romeinse weg nog genoemd bij Fontvannes, bij Macey ten noorden van de weg en bij Messon ten zuiden ervan. Verderop zijn bij Torvilliers, ook aan de zuidkant van de weg, Romeinse munten gevonden. Aan de westzijde van Troyes komen meerdere wegen samen (PrTr, SeTr, TrAu) en wordt het dus moeilijk om te zeggen welke plaats bij welke route hoort. In la Rivière-de-Corps kiest men voor de voie romaine de Troyes à Auxere die “Voriau” genoemd wordt (zie ook bij de beschrijving van TrAu). In Ste.-Savine (mozaïek) en les Noës-près-Troyes (belangrijk Gallo-Romeins grafveld) geeft men geen voorkeur op en die plaatsjes mogen dus bij de onderhavige route gerekend worden. In la Chapelle-St.-Luc rekent men zichzelf bij de weg naar Parijs (PrTr). Na Ste.-Savine eindigt de route in het centrum van Troyes (Augustobona).