IGN carte topographique TOP 100: | 47 Bordeaux / Périgueux |
Gm | km | ||
Lamnum | Pons | ||
a. Condate | Condéon | xv | 38 |
b. Sarrum | Aubeterre-sur-Dronne | xiii | 33 |
Vesonna | Périgueux | xx | 50 |
Omdat Lamnum* aan de noordkant van Pons lag, gaat de route eerst door het centrum van het stadje en dan in zuidoostelijke richting over weg D142 naar Avy. De Ancienne Voie Romaine die bij St.-Richer ten zuidoosten van Avy begint en over een afstand van 20 km doorloopt naar Guimps, splitste zich in de Oudheid waarschijnlijk al bij Avy af, maar nu moet men weg D142 na Avy nog twee kilometer volgen voordat de afslag in noordoostelijke richting naar St.-Richer komt (volgens de toeristenkaart; in de Michelin wegenatlas lijkt de weg toch vlak bij Avy te beginnen). Deze Ancienne Voie Romaine is de weg die we gaan volgen. Bij Chadenac, ten noorden ervan, staat aan de voorkant van de kerk een Romeinse mijlpaal. Onthoudt u even dat onze route hier onder Chadenac loopt, zodat u van de hiernavolgende waarschuwing niet in de war raakt.
Het is namelijk zo dat bij Marignac, tegenover Chadenac aan de andere kant van de weg, ook sporen van een Romeinse weg worden vermeld, maar dat slaat niet op “onze” Romeinse weg, maar op weg D142, die verderop de Trefle oversteekt en bij Le Breuil bij het begin van een andere Ancienne Voie Romaine komt, die langs de startbaan van het Aérodrome de Jonzac-Neulles loopt in de richting van Mortiers. Tussen deze twee Romeinse wegen liggen plaatsjes die in Quid.fr vestiges d’une voie romaine vermelden, zonder dat duidelijk is over welke van de twee Romeinse wegen het gaat. Bij Jonzac aan de Seugne zijn resten uit de Romeinse tijd gevonden.
We gaan terug naar onze route ter hoogte van Chadenac. Bij Neuillac, dat ook aan de noordkant van de route ligt, slaan de vermelde resten van een voie romaine dus op de door ons bewandelde weg (D250), maar bij het daar tegenover gelegen Neulles kunnen de vestiges d’une voie romaine dus op die andere slaan, net zoals bij het verderop aan de Trefle gelegen Réaux. Pas bij Guimps – de weg heeft dan inmiddels nummer D430 gekregen – is het wel weer zeker dat met de in Quid.fr vermeldde voie romaine de weg wordt bedoeld die wij volgen.
Hoe de route nu verder verloopt is even onduidelijk. Waarschijnlijk via Bretagne (ten zuidoosten van Guimps) en het pad dat vandaar naar in zuidoostelijke richting gaat, weg D38 kruist, langs Marveau, la Barde en Jouzeau loopt en op weg N2010 uitkomt. Vervolgens loopt de route in zuidoostelijke richting over weg D127 naar D731 en na ongeveer een kilometer door Condéon (Condate). Quid.fr vermeldt hier geen oudheden, maar er is bij Condéon Romeins muurwerk aangetroffen. Weg D731 wordt in zuidoostelijke richting gevolgd naar Brossac, waar de toeristenkaart de Villa romaine de la Coue d’Auzenat aangeeft. Quid.fr vermeldt deze villa als die van Lacou-Dausena. De Fransen komen er zelf soms ook niet uit. Er zijn ook resten van een aquaduct.
De reis gaat verder over weg D731 naar Chalais aan de Tude. Men veronderstelt dat de naam van het plaatsje verband houdt met een minerale bron die ten westen ervan op het grondgebied van de gemeente Yviers ligt. De beek (Tude) wordt overgestoken en de route gaat over weg D2 naar de volgende halte: Aubeterre-sur-Dronne (Sarrum). De Romeinse aanwezigheid is er aangetoond, maar het is na de Gallo-Romeinse periode twee maal verwoest, eerst door de Noormannen en later tijdens de godsdienstoorlogen.
Het laatste stuk van de route loopt verder over weg D2 en krijgt nadat de ze in het departement van de Dordogne is gekomen over nummer D20. De Romeinse aanwezigheid wordt vermeld bij St.-Antoine-Cumond, ten zuidoosten daarvan bij St.-Privat-des-Prés en Festaltemps, en dichter bij de weg bij Chassaignes. Resten van een vicus (dorp), een villa en een aquaduct zijn gevonden in de omgeving van Petit-Bersac ten noorden van de weg aan de Dronne. Ook aan de overkant van de Dronne, bij Comberanche-et-Epeluche en Villetoureix (tegenover Ribérac) hebben de Romeinen sporen nagelaten. Na Ribérac gaat de route over weg D710 langs de Dronne. Ook langs deze weg zijn resten uit de Gallo-Romeinse periode aangetroffen. Quid.fr noemt Ribérac en het ten zuiden daarvan gelegen St.-Martin-de-Ribérac, verderop St.-Méard-de-Drône en het ten zuiden daarvan liggende St.-Pardoux-de-Drône, en ruim een kilometer na St.-Méard-de-Drône, Douchapt. Bij Tocane-St.-Apre (resten van een villa) buigt de route naar het zuidoosten. Ten noordoosten ervan, bij Lisle, zijn sporen van een Romeinse brug aangetroffen. De route volgt echter weg D710 door Mensignac (traces gallo-romaines), sluit bij la Roche aan op route BoPé, en loopt daarover naar het centrum van Périgueux (Vesonna). Ten zuidwesten en zuidoosten van la Roche zijn aan de andere kant van de Isle sporen uit de Romeinse tijd zijn gevonden bij Razac-sur-l’Isle en Coulounieix-Chamiers, en ten noordoosten van Périgueux bij Champcevinel.