IGN carte topographique TOP 100: | 34 Poitiers / Loches |
35 Bourges / Montluçon |
Gm | km | ||
Lemvno | Poitiers | ||
a. Fines | Ingrandes | xxi | 53 |
Argantomago | Argenton-sur-Creuse | xviiii | 48 |
Vanuit het centrum van Poitiers (Limonum) gaat de route over weg N151 naar het oosten. Ten zuiden van de weg zijn bij Mignaloux-Beauvoir sporen van de Romeinse aanwezigheid aangetroffen. De eerste plaats aan de weg zelf is St.-Julien-l’Ars, waarbij in Quid.fr gesproken wordt over sporen van de Romeinse weg naar Bourges. Dat is op zich waar, maar de route naar Bourges begint pas na het eindpunt van de onderhavige route. Ten zuidoosten van St.-Julien-l’Ars is aan de noordkant van Pouillé een Romeinse villa ontdekt. De resultaten van de opgraving bevinden zich in het museum van Chauvigny. Ten noorden van Pouillé en aan de noordzijde van weg N151 ligt Jardres, waarvan gezegd wordt dat het aan de Romeinse weg ligt. Misschien wordt daar nog weg N151 mee bedoeld, maar precies ten zuiden van Jardres wordt die verlaten en loopt de route verder over een ten zuiden van weg N151 gelegen pad naar La Rivière-au-Chiray aan de Vienne. Daar was een voorde naar St.-Pierre-les-Eglises (op de toeristenkaart “les Eglises”), waarvan de kerk op de resten van een tempel uit de oudheid staat. Na “les Eglises” is het vervolg van de route op de toeristenkaart even niet te vinden.
De moderne reiziger benadert die het beste door in zuidoostelijke richting weg D54 te volgen tot de plaats waar op de toeristenkaart la Moutonnerie staat en daar een weggetje in noordoostelijke richting in te slaan. Na een kilometer begint dan een Ancienne Voie Romaine die evenwijdig aan weg N151 naar het oosten loopt. Tussen de Romeinse weg en weg N151 hebben de Romeinen bij Fleix sporen achtergelaten. Ten noorden van Antigny (mijlpalen, sarkofagen) kruist de weg de Gartempe. Stroomafwaarts (naar het noorden toe) zijn overblijfselen uit de Romeinse tijd gevonden bij St.-Savin en Nalliers. De route buigt nu onder St.-Germain naar het noordoosten en loopt naar Ingrandes (Fines) aan de Anglin, dat zelf weer een zijriviertje is van de Gartempe. Er is een Romeinse muntschat gevonden. Ook in Mérigny, dat ten noordwesten ervan en ook aan de Anglin ligt, zijn sporen van de Gallo-Romeinse aanwezigheid gevonden. Na Ingrandes heeft de Romeinse weg ook een ander verloop dan weg N151, dit keer ten noorden ervan, maar voor het meten van de afstanden en het volgen van de route is het beter om de moderne weg te nemen, want de sporen van de antieke zijn al gauw op de toeristenkaart niet meer te vinden. Waarschijnlijk kwamen beide wegen ongeveer op hetzelfde punt bij de Creuse aan, tegenover le Blanc (villa, grafveld). Ten noordwesten daarvan, bij Sauzelles, staat op de toeristenkaart het symbool van een afgebroken pilaartje. Dat slaat op een in de rots uitgehakt monument uit de 3e eeuw. Meer informatie daarover is te vinden op het internet.
Vanaf le Blanc, dat volgens Quid.fr in de oudheid Oblincum heette, wordt aan de noordzijde van de Creuse weg N151 gevolgd. Die loopt door Ruffec (vestiges gallo-romains) en Ciron (muntschat). Ten zuiden van de rivier en ten zuidoosten van Ciron zijn bij Oulches twee Romeinse muntschatten gevonden. Sporen van de Romeinse weg zijn gevonden bij Chitray en ter hoogte van Rivarennes. Vlak voor St.-Gaultier wordt weg N151 verlaten en gaat de route door de plaats zelf verder en daarna over weg D927. Bij St.-Gaultier zijn naast sporen van de weg ook Romeinse dakpannen aangetroffen. Bij Le Pont-Chrétien-Chabenet zijn, zoals de naam al doet vermoeden, resten van een oude brug gevonden. En de sporen van een Romeinse villa. Ook bij Chasseneuil ten noordoosten van le Pont hebben de Romeinen overblijfselen nagelaten. Weg D927 loopt nu verder naar St.-Marcel. Daar geven het Amphithéatre gallo-romain en de Vestiges gallo-romains de indruk dat het einde van deze route bereikt is, maar die loopt in werkelijkheid door tot het centrum van Argenton-sur-Creuse (Argentomagus).