bronnen en problemen
vak C3

MoCl: Moutier-d’Ahun – Clermont-Ferrand

IGN carte topographique TOP 100: 41 Limoges / Guéret
42 Clermont-Ferrand / Montluçon

plaats van route MoCl

Gm km
Acitodonum Moutier-d’Ahun
a. Fines Fernoël xx 50
b. Ubinium Olby xv 38
Augusto Nemeto Clermont-Ferrand viiii 23

begin van de route MoCl

De route vertrekt in noordoostelijke richting over de brug bij Moutier-d’Ahun (Acitodunum), dus over weg D13, maar het verdere verloop ervan is in eerste instantie onduidelijk. Wellicht sloeg ze na ca. 400 m. af naar het oosten, na nog eens ca. 2½ km rechtdoor over een pad ten zuiden van Mornat en sloot ze (tussen Vallaise aan de noordzijde en St.-Pardoux-les-Cards aan de zuidkant) aan op weg D55. Na ca. 500 m werd D55 dan al weer verlaten en werd voortgegaan naar Donlevade, waar de weg tegenwoordig een scherpe bocht naar rechts maakt.

De moderne reiziger moet even wat hoeken maken om via La Chassagne en Le Mas uit te komen op een pad naar het zuidoosten, maar in de oudheid waren deze hoeken waarschijnlijk vervangen door een wat wijdere bocht vanaf Donlevade naar de plaats waar het genoemde pad (ten oosten van le Mas) naar het zuidoosten buigt (Google-earth). Dit pad loopt door Maison-Neuve en komt aan de noordoostzijde van het Étang des Moines uit op weg D990. De route loopt nu ca. 4 km over deze weg naar het zuiden. Op de kaart van Cassini is te zien dat het al een oude weg is. Ten westen ervan, tussen de weg en de Creuse, is Romeins gevonden bij Issoudun-L’trieix (grafzuil, sarkofagen) en St.-Médard-la-Rochette (graven).

Na Plagne, dat aan de westzijde van de weg ligt, word D990 weer verlaten en gaat de route in zuidoostelijke richting verder over een pad dat Ancienne Voie Romaine wordt genoemd (gedeeltelijk weg D39) en naar la Chaussade (let op de naam) loopt. Daarna gaat de reis verder over weg D40 naar het zuiden. Bij St.-Maixant, ten westen van la Chaussade, wordt in Quid.fr nog een portion de voie romaine vermeld. De route loopt verder door St.-Alpinien, kruist weg D988 en loopt dan over een stukje van weg D19 naar weg N141. Houdt dit punt in gedachten, want er wordt een heel eind verderop in de tekst weer op teruggekomen.

Waarschijnlijk kruiste de route daar de huidige N141 en liep verder zuidwaarts over weg D40, maar wie er de voorkeur aan geeft om over de kortere en met een automobiel comfortabeler weg N141 naar Clermont-Ferrand te reizen zal toch ook nog opvallend veel Gallo-Romeins passeren. Voordat we verder gaan met de meer zuidwaarts verlopende Romeinse route, zal hier eerst de Nouvelle Route de Clermont gevolgd worden. Die begon waarschijnlijk al, zoals bij in de &lduo;Bronnen en Problemen” is opgemerkt, in Pontarion, waar dan niet de weg naar Ahun werd gevolgd, maar nog steeds nummer N141 naar Aubusson. Vandaar loopt de weg naar het oosten, ten zuiden van St.-Alpinien door het punt waar de oorspronkelijke route weg N141 kruist, en waar we nu met de routebeschrijving gebleven waren. Ten noordoosten van dit punt, ligt St.-Silvain-Bellegarde. Direct ten zuidoosten daarvan, aan de Tardes, zijn sporen van een Gallo-Romeinse villa gevonden bij de boerderij Chez Villatte (op de toeristenkaart met héél kleine lettertjes aangegeven). Naar het zuidoosten toe, maar nog ruim te noorden van de weg zijn resten uit de Gallo-Romeinse periode gevonden bij de kerk van Mautes. Overigens zijn de vondsten uit de oudheid ten noorden van weg N141 talrijk en is er daar op het gebied van Romeinse wegen nog heel wat te doen, maar hier worden de vermeldingen beperkt tot de plaatsen die niet al te ver van de weg afliggen.

De reden is het vermoeden dat hier toch ook in de Romeinse tijd al een alternatieve route naar Clermont-Ferrand liep. Een aanwijzing daarvoor is het toponiem “Maison Rouge”, direct aan de weg ten zuiden van St.-Bard. Ook het iets verderop gelegen la Villeneuve kende volgens het fiche in Quid.fr présence gallo-romaine. Hemelsbreed ongeveer 7 km ten oosten van St.-Bard zijn resten van een Romeinse weg gevonden bij Mérinchal. Deze weg komt nog ter sprake bij de halte “Fines” op de zuidelijke route. De route kruist nu de grens tussen de departementen Creuse en Puy-de-Dôme, waarna de weg nummer D941 krijgt en door St.-Avit loopt. Ten zuidoosten daarvan zijn de sporen van een Gallo-Romeins gebouw gevonden bij Condat-en-Combraille. Ten noordoosten van St.-Avit zijn resten uit de Gallo-Romeinse periode gevonden bij Tralaigues en Villosanges (resten van een aquaduct), maar zoals gezegd zijn de overblijfselen ten noorden van de weg talrijk. Aan de weg zelf, bij Pontaumur is een stenen leeuwin (of wolvin) uit die periode gevonden. Verderop langs de weg, bij La Goutelle, wordt een Gallo-Romeinse begraafplaats genoemd. Iets ten noordoosten van la Goutelle zijn Gallo-Romeinse overblijfselen ontdekt bij het buurtschap la Ribeyre, dat bij de gemeente Montfermy hoort (aan de Sioule). De weg kruist de Sioule bij Pontgibaud. Ten zuiden daarvan, bij Mazaye, hebben de (Gallo-)Romeinen ook sporen nagelaten. Mazaye zou echter ook al bij de zuidelijke route gerekend kunnen worden, want het ligt slechts vijf kilometer ten noorden van de halte Ubinium (Olby). Na Pontgibaud wordt van weg D941 nummer D941b afgesplitst. Die loopt in zuidoostelijke richting door Orcines en vandaar naar het centrum van Clermont-Ferrand (Augustonemetum). Tot zo ver de noordelijke weg. De route zoals die op de Peutinger-kaart is bedoeld loopt zuidelijker.

Nu Terug naar het punt waar weg D19 ten zuiden van St.-Alpinien uitkwam op weg N141. Weg N141 wordt gekruist en de route gaat verder zuidwaarts over weg D40 richting Néoux (grafzuil). Kort voor Néoux, bij Vervialle, begint een Chemin de César die in zuidoostelijke richting loopt en ongeveer samenvalt met de GR4. Ten oosten van Néoux, bij St.-Avit-de-Tardes, is een stuk van een Gallo-Romeins monument in de muur van de kerk ingemetseld. Langs de GR4 liggen buurtschappen met de namen Chaussadisse en la Chaussade, die met hun namen getuigen van de Romeinse weg. De route loopt niet door naar Crocq (sporen van de Romeinse weg), maar gaat na St.-Pardoux-d’Arnet zuidwaarts en loopt dan via Arfeuille en langs de noordzijde van le Naberon naar het punt waar de wegen D996 en D9 bij elkaar komen. Vandaar gaat de route zuidoostwaarts over weg D9. Bij het ten oosten van Crocq gelegen Basville is een Gallo-Romeinse pottenbakkersoven gevonden. De weg passeert de grens tussen de departementen Creuse en Puy-de-Dôme en krijgt nummer D204. Ten zuidwesten van Barge ligt nog een buurtschap met de naam les Chaussades. Dat suggereert dat hier meerdere Romeinse wegen waren. Weg D204 loopt langs Fernoël (Fines), waar talrijke sporen uit de Gallo-Romeinse periode aan het licht zijn gekomen en berijkt dan Giat.

Vanaf Giat liep waarschijnlijk een belangrijke route naar het noorden, over weg D95, na de departementsgrens D27, langs het bij de noordelijke route al genoemde Mérinchal, en verder langs Chard (sporen van villa’s in de omgeving) en les Mars (vestiges gallo-romains). En vandaar over weg D996 verder noordwaarts langs Auzances (talrijke sporen uit de Gallo-Romeinse tijd, waaronder die van de Villa Gallo-Romaine de Coux, zie toeristenkaart), Cujasseix (villa) ten noorden van Rougnat en Fontanières (resten van een Romeins kamp) naar de Romeinse thermen van Evaux-les-Bains. Sommige van de aldaar gedane vondsten zijn te zien bij de plaatselijke VVV (syndicat d’initiative) en in het museum van Guéret (zie ook route ArCl).

Terug naar Giat op onze route. Vandaar blijft de moderne reiziger voortgaan over weg D204. Op de Carte de Randonnée 1:25.000 (2331E) is echter te zien dat de Romeinse weg daar evenwijdig aan liep. Ten zuidoosten van Giat bevindt zich op die kaart (1:25.000) de naam le Chemin Ferrée, hetgeen aangeeft dat we op de goede weg zijn. Vier kilometer vanaf Giat volgt weer de naam “la Chaussade”. Ten noordoosten daarvan ligt Voingt (zie eventueel ook 2431O), waar een tempel, grafveld, wegen, steengroeven en producten van handwerkslieden aangetroffen zijn (zie op het internet bij de opgraving van Beauclair). Weg D204 leidt verder naar Verneugheol, waarbij Quid.fr een granieten knekelhuis en fragmenten van dakpannen en andere Gallo-Romeinse zaken vermeldt. Waarschijnlijk moet hier weg D204 verlaten worden en gaat de route in oostelijke richting verder over het pad dat door het buurtschap Les Granges loopt. Bij een watermolen in de Sioulet komt het pad daarna weer op de weg D204 uit. De volgende plaats is Sauvagnat (vestiges gallo-romains). Ten noorden daarvan, maar nog ten zuidwesten van Puy-St.-Gulmier, ligt de buurtschap “le Four” (de oven). Inderdaad bevindt zich hier de ruïne van een Romeinse oven.

De route gaat verder over D204 langs Prondines (resten van de Romeinse weg), Pérol en Gelles (Gallo-Romeins grafveld). Nadat de weg naar het zuiden is gebogen moet waarschijnlijk het weggetje door Say naar Au Pont-de-la-Miouse genomen worden. Daar wordt de Sioule overgestoken, even zuidwaarts weg D986 gevolgd, en dan weg D553 genomen naar Olby (Ubinium), waar de resten van een villa en een Romeinse brug zijn gevonden. Na Olby gaat de route in noordoostelijke richting verder over weg D554 naar Ceyssat (sporen van de weg en van de Romeinse nederzetting). Na Ceyssat loopt de route over weg D68 naar het oosten. Ten noorden van de weg ligt de indrukwekkende Puy de Dôme, op de top waarvan zich een tempel van Mercurius bevond (aangegeven op de toeristenkaart). Na de kruising met weg D941a loopt de route door Fontanas (gemeente Orcines) waar zich de resten van een Romeins aquaduct bevinden, door Royat (resten van thermen, graven, een aquaduct, een grafzuil en diverse voorwerpen) en dan door Chamalières (een heiligdom, beeldhouwwerk, grafstenen, grafveld, aquaduct) naar het centrum van Clermont-Ferrand (Augustonemetum).