bronnen en problemen
vak D2

MeSt: Metz – Straatsburg

IGN carte topographique TOP 100: 11 Nancy-Metz / Luxembourg
12 Strasbourg / Forbach

plaats van route MaPa

Gm km
Diuo Durimedio Matricorvm Metz
a. Ad Duodecimum Arriance xii 30
b. Ad Decem Pagos Grostenquin vii 18
c. Pontesaraui Fénétrange xi 28
d. Tabernis Saverne xii 30
Argentorate Straatsburg (Strasbourg) xv 38

Metz (Divodurum) wordt in zuidoostelijke richting verlaten over weg D995. In de regel neemt men aan dat de route deze weg blijft volgen in de richting van Sarrebourg (niet op kaart 11). Het feit dat er bij Peltre en de ten zuidoosten daarvan gelegen plaatsjes Jury en Chesny en het op zijn beurt weer ten zuidoosten van Chesny gelegen Mécleuves (sporen van een villa) de passage d’une voie romaine wordt gemeld, lijkt met die aanname in overeenstemming te zijn. Echter, onze reis voert daar niet langs, want al bij Grigy ten noorden van Peltre stappen wij over op weg D999 naar Ars-Laquenexy, waar men niet spreekt over de passage van een Romeinse weg, maar over de passage de la voie romaine. Het is overigens de enige keer dat men zo beslist is over de weg, want verderop loopt onze route ook steeds over une voi romaine. Ook bij Coincy en Marsilly ten noordoosten van Peltre wordt een Romeinse weg vermeld, maar of men daarmee de onderhavige bedoelt is onzeker, want die loopt naar het zuidoosten. Bij Laquenexy (sporen van de Romeinse weg) wordt ook D999 weer verlaten en gaat de route verder over weg D70, ondanks het feit dat ook bij Courcelles-sur-Nied, ten zuiden van Laquenexy, de passage van een Romeinse weg wordt genoemd. Waarschijnlijk gaat het hier toch eerder om weg D70 dan om D999, want ook bij Pange, ten oosten van Laquenexy, wordt de weg vermeld en bovendien nog sporen van Romeinse villa’s.

Ten zuiden van Pange ligt op een paar heuvels het Bois de Gonvaux en weg D70 gaat daar met een zuidwaartse boog omheen. Ten zuiden van de weg ligt Bazoncourt, waar men een Romeinse weg vermeldt die naar het dorpje Berlize aan de oostkant van het bos zou leiden. Ook bij Ancerville, ten zuidoosten van Bazoncourt aan de Nied gelegen, wordt de passage d’une voie romaine vermeld. Hier is aangenomen dat weg D70 is bedoeld, en niet D999, maar zeker is dat niet, want bij Rémilly, ten zuiden van Ancerville, zijn sporen van Romeinse villa’s gevonden. Ook bij Villers-Stoncourt ten noordoosten van Ancerville, worden de weg en sporen van villa’s vermeld. Ten noorden van Villers- Stoncourt stond bij Frécourt (commune de Servigny-lès-Raville) ook een villa. Ten zuiden van Villers-Stoncourt maakt de weg een grote slinger om de Côte de Laume over te kunnen komen. Op kaart 3413E (1:25.000) heet dit obstakel “Haut de la Laume” en “Grosses Côtes”. Daarachter volgt Chanville met sporen van Romeinse villa’s. Een voie romaine wordt ook genoemd bij Vittoncourt ten zuiden van Chanville. De route gaat nu door de Forêt Domaniale de Hemilly, dat op kaart TOP100 nummer 11 (uitgave 2000) ten onrechte het bos van Remilly wordt genoemd. Het bos heet echter naar het plaatsje Hemilly ten noorden ervan, waar de Romeinen ook sporen hebben nagelaten. Daarna wordt nog het Bois des Censitaires gekruist en arriveert de reiziger in de eerste halteplaats: Arriance (Ad Duodecimum). Volgens het betreffende fiche van Quid.fr gaat het vervolg van de weg naar Keskastel, ten noordwesten van Sarre-Union (niet op kaart 11), maar het vervolg van dit verhaal zal leren dat de route toch echt naar Straatsburg gaat.

Bij Herny, ten zuidwesten van Arriance, zijn sporen van een Romeinse villa ontdekt. De route gaat nu verder over een Ancienne Voie Romaine, die wordt vermeld bij het ten noorden ervan gelegen plaatsje Mainvillers en bij Many ten zuiden ervan. De toeristenkaart suggereert dat de weg tot aan de kruising met weg D20 goed begaanbaar is, maar op kaart 3513O (1:25.000) bestaat ten zuidoosten van Mainvillers een stuk van ongeveer een kilometer lengte uitsluitend uit het stippellijntje van de gemeentegrens. Het is dus wellicht niet mogelijk om dit stuk van de route werkelijk af te leggen. Bij Chemery (Chemry?) wordt weer gesproken over een weg van Metz naar Keskastel. Chemery hoort bij Faulquemont (Gallo-Romeinse pottenbakkerijen) waar weg D20 in noordelijke richting naar toe leidt. Ook nadat de route kruist met weg D20 is de situatie op de toeristenkaart anders ingetekend dan op 3513O. Op de laatstgenoemde is te zien dat de weg langs de gemeentegrens ten zuiden van Boustroff liep.

Na de knik in weg D20E tussen Boustroff en Viller ontbreekt het stuk dat aansloot op de Chemin des Romains bij het Étang du Bischwald. De aanwezigheid van de voie romaine wordt in Quid.fr vermeld op de fiches van Boustroff, Eincheville (ten zuidwesten van Boustroff), en Adelange (ten noordwesten van Boustroff). Maar ook de Chemin des Romains wordt onderbroken, in dit geval door het water van het Étang du Bischwald. De route lijkt nu met een boog ten zuiden van de Patenberg (naam niet op de toeristenkaart, zie Côte de Bistroff) te lopen, maar op kaart 3513E (1:25.000) is te zien dat een deel van het pad niet meer is dan een rij bomen. De passage van de route wordt vermeld bij Bistroff, Berg-Vintrange ten zuiden van Bistroff, en bij Grostenquin, dat de volgende halte op deze route is (Ad Decem Pagos). Op de kaart van Cassini was de plaats nog niet “gros” en heet daar dus Tenquin. Is er verband tussen het “Ten” van de moderne plaatsnaam en het “Decem” van de antieke? En heeft de naam van de Étangs de la Tensch er ook iets mee te maken? De naam van deze meertjes, die ten zuidoosten van Grostenquin liggen, staat niet op de toeristenkaart. Wel staat er een boerderij op die Tensch heet.

Het volgende stuk van de route begint al heel slecht, want het ontbreekt gewoon. Alleen aan een straat (Rue de Guéring) in het volgende dorp (Francaltroff) is te zien dat de route daarheen liep, langs de zuidkant van Erstroff (passage d’une voie romaine) en aan de noordzijde van de Étangs de la Tensch. In Francaltroff blijkt de Romeinse aanwezigheid niet, er wordt alleen de passage van een Romeinse weg vermeld, maar die aanwezigheid was er in de omgeving in ieder geval wel: een voorstelling van Diane en goudgeld van Valentinianus I in Freybouse ten noorden van Erstroff, sporen van een villa in het nog wat noordelijker gelegen Frémestroff, en niet nader omschreven vestiges gallo-romains in Diffembach-lès-Hellimer ten oosten van Freybouse en bij Altrippe ten noorden van Hellimer. Ten zuidoosten van Hellimer wordt bij Petit-Tenquin de passage van een Romeinse weg vermeld, maar welke weg dat is wordt niet duidelijk. Ten zuidwesten van Hellimer staat een boerderij met de naam la Maison Rouge. Aan de zuidkant van de route worden vestiges vermeld bij Virming ten zuiden van Grostenquin, en ten zuidoosten van Virming wordt de Romeinse weg vermeld bij Neufvillage en Montdidier. Na Francaltroff gaat de route verder over weg D39. Bij Léning wordt de Romeinse weg vermeld onder het kopje “vestiges”, dus we nemen maar aan dat er daar werkelijk sporen van die weg gevonden zijn. De route loopt door Albestroff en Munster. Ten noorden van Munster wordt de voie romaine vermeld bij Vittersbourg en ten oosten van Munster bevinden zich bij Vibersville vestiges gallo-romains. Hierna loopt weg D39 door het bos. Aan de zuidkant ervan zijn sporen uit de Romeinse tijd gevonden bij Mittersheim. Verderop bereikt de reiziger de volgende halte: Fénétrange (Ponte Sarvix), waar de Romeinen ook sporen hebben achtergelaten.

Evenals in de omgeving ervan. Ten noorden van Fénétrange zijn dat de sporen van een Romeinse villa bij Niederstinzel en nog iets noordelijker, bij Diedendorf, pottenbakkersovens, dakpannen en scherven van beeldhouwwerk. Ten oosten van Diedendorf hebben de Romeinen bij Wolfskirchen materiaal achtergelaten. Ten zuiden van Fénétrange zijn in Romelfing, dicht bij de brug over de Sarre, sporen van een villa gevonden. Dat is ook het geval bij Berthelming, ten zuidoosten van Romelfing, en vanuit Berthelming weer wat naar het zuidoosten bij Bettborn (ten noorden van het dorp) en Oberstinzel. Ten oosten van Fénétrange zijn de resten van een villa en munten gevonden bij Postroff en nog iets verder naar het oosten niet nader omschreven vestiges bij Eschwiller. Ook zijn er sporen uit de Gallo-Romeinse periode bij Baerendorf, ten zuiden van Postroff, en Hirschland (reliëf van Hercules, munten, dakpannen) ten zuiden van Eschwiller.

Vanuit Fénétrange gaat de route in zuidoostelijke richting verder over weg D38. Doordat het departement Bas-Rhin hier een uitstulping heeft (in het departement Moselle) heeft de weg tijdelijk nummer D1, loopt door Kirberg en Rauwiller, maar heet verderop weer gewoon D38. Ten zuiden van Kirberg zijn sporen van villa’s aangetroffen bij Hellering-lès-Fénétrange en iets zuidelijker bij Heidenschloss (commune de Goerlingen). Ten zuidwesten van Goerlingen zijn bij Sarraltroff sporen van een villa, graven en munten gevonden. Ten oosten van Sarraltroff zijn aardewerk en munten uit de Romeinse tijd gevonden bij Hilbesheim.

De route loopt inmiddels weer over weg D38 langs Lixheim. Daar zijn sporen van de oude weg gevonden op de plek die Graevehort heet (naam niet op de toeristenkaart). Iets verderop langs de weg zijn bij Hérange fragmenten van een stèle gevonden. Aardewerk en munten zijn aangetroffen bij Fleisheim, ten noorden van Hérange en ook nog iets noordelijker bij Bickenholtz hebben de Romeinen sporen nagelaten. Ten zuiden van Hérange is dat ook het geval bij Brouviller. Ten zuiden van het Aérodrome de Phalsbourg-Bourscheid zijn sporen van villa’s aangetroffen bij Waltembourg. Ten noorden van de weg zijn Gallo-Romeinse overblijfselen gevonden bij Zilling (o.a. een begraafplaats) en het ten noordoosten daarvan gelegen Berling. Ten oosten van het vliegveld zijn resten van een pottenbakkerij gevonden bij het plaatsje Mittelbronn. Dan loopt de route door Phalsbourg (sporen van de weg) en oostwaarts over weg N4. Ten zuiden daarvan zijn sporen van de Romeinse aanwezigheid gevonden bij Dannelbourg en nog wat zuidelijker aan het Canal de la Marne au Rhin bij Lutzelbourg (sporen van akkerbouw en van een Romeinse toren). De route loopt verder langs Danne-et-Quatre-Vents (passage d’une voie romaine) en komt dan aan in de volgende halte: Saverne (Tabernis), waar talrijke resten uit de Romeinse tijd aan het licht zijn gekomen.

Ook de omgeving van Saverne heeft vondsten uit de Gallo-Romeinse periode opgeleverd, zoals een muntschat bij Monswiller, ten noorden van Saverne, en ten zuidwesten ervan in het Wasserwald bij Haegen (heiligdom, beelden, bas-reliëfs, grafvelden). De route loopt over weg D41 naar het zuidoosten, langs Furchhausen (passage de voie romaine). Ten oosten van Furchhausen is Romeins gevonden op een plek bij Altenheim die Steinacker heet (niet op de toeristenkaart) en verder naar het oosten ook bij Saessolsheim en Duntzenheim. Aan de zuidkant van de weg, bij Kleingoeft, wordt de passage van meerdere Romeinse wegen vermeld. Bij Reutenbourg ten westen van Kleingoeft is een Romeinse stèle gevonden. Ten zuiden van Kleingoeft bevonden zich Romeinse villa’s rond Zehnacker. Nog iets verder naar het zuiden, bij Wasselonne, wordt een altaar voor Diane vermeld, een reliëf van Mercurius en andere vondsten, en ten zuidoosten van Wasselonne, bij Marlenheim sarkofagen en aardewerk. Ten zuiden van Marlenheim hebben de Romeinen ook sporen nagelaten bij Kirchheim (versterkte villa) en Odratzheim. Terug naar de route bij Furchhausen. Die loopt verder over weg D41 tot even na Willgottheim en gaat dan over weg D228 naar het zuiden langs Wintzenheim-Kochersberg (stèle van Mercurius en resten van een Romeinse tempel uit de 3e eeuw) naar Kuttolsheim (Romeinse woonplaats, bouwwerken, versterkte boerderij uit de 1e of 2e eeuw), waar sprake is van een Romeinse waterloop naar Straatsburg. Vandaar gaat de route opnieuw naar het zuidoosten over een Ancienne Voie Romaine door Quatzenheim en Hurtigheim. Bij Stutzheim-Offenheim, ten noordoosten van Hurtigheim, is weer sprake van een Romeinse kanalisatie. Ten zuiden van Hurtigheim, nog voorbij Ittenheim, zijn bij Achenheim sporen van een Gallo-Romeinse pottenbakkerij gevonden, en bij Oberschaeffolsheim ten oosten van Achenheim, die van Gallo-Romeinse woningen en aardewerk. Na Hurtighem gaat de Romeinse weg over in weg N4. Naar het oosten toe is er bij Oberhausbergen weer sprake van de Romeinse kanalisatie. De route zelf loopt via Eckbolsheim (Gallo-Romeinse graven) naar het centrum van Straatsburg (Argentorate).