IGN carte topographique TOP 100: | 44 Lyon / Genève |
(51 Lyon / Grenoble) |
Gm | km | ||
Matiscone | Mâcon | ||
a. Lunna | St.-Jean-d’Ardières | viiii | 23 |
b. Asa Paulini | Anse-sur-Saône | viiii | 23 |
Lugdunum | Lyon | viiii | 23 |
Kaart 51 is alleen nodig om de in de tekst genoemde plaatsjes Lucenay en Marcy te kunnen zien.
Vanuit Mâcon (Matisco) gaat de reis over weg N6 langs Varennes-lès-Mâcon, dat aanwijsbaar vanaf het paleolithicum tot in de Gallo-Romeinse periode door mensen bezocht is, naar Pontanevaux. Iets ten westen daarvan, bij la Chapelle-de-Guinchay, zijn sporen uit de Gallo-Romeinse periode gevonden, zodat de oorsprong van het dorp waarschijnlijk ook in die tijd gezocht moet worden. Vlak daar bij, bij St.-Symphorien-d’Ancelles, tussen de weg en de rivier, bevinden zich resten van een Gallo-Romeins gebouw. Bij Romanèche-Thorins, ten zuiden van la Chapelle-de-Guinchay, zijn mozaïekfragmenten aangetroffen. Het eerste station op de route, Lunna of Ludna, lag mogelijk in de nabijheid van St.-Jean-d’Ardières (Ludna). In het aan de Saône gelegen Taponas zijn in ieder geval resten uit de Gallo-Romeinse periode aangetroffen. De route gaat verder over weg N6 door St.-Georges-de-Reneins, waar in het lokale museum de Gallo-Romeinse voorwerpen zijn te zien die daar uit de grond zijn gekomen. De weg loopt door Villefranche-sur-Saône naar het volgende station: Anse-sur-Saône (Asa Paulini), met de Habitat gallo-romain de la Grange du Bief en de resten van een castellum.
Hier, in de buurt van Lyon, beginnen de vindplaatsen talrijk te worden. Ten westen van de route zijn bijvoorbeeld Romeinse resten gevonden te Lucenay (villa’s), Marcy (niet gespecificeerd) en Chazay-d’Azergues (idem). Lucenay en Marcy vallen net buiten de rand van kaart 44. Op de weg van Anse-sur-Saône naar Lyon is de Romeinse aanwezigheid aan het licht gekomen bij o.a. Ambérieux. Ter hoogte van Chasselay (resten van een militair kamp) wordt weg N6 verlaten en gaat de route verder over weg D42 door Limonest (resten van een aquaduct en van de Romeinse weg) en sluit verderop opnieuw aan op weg N6 en loopt door Champagne-au-Mont-d’Or, (sporen van het aquaduct van Monts d’Or). Tussen de onderhavige route en die naar Feurs (FeLy) zijn nog sporen van aquaducten bij Ecully en Tassin-la-Demi-Lune (horen eigenlijk bij de route RoLy).
Ook ten oosten van de weg Anse-sur-Saône – Lyon, tot aan de Saône, heeft de Romeinse tijd sporen achtergelaten. Bij Quincieux, ten zuidoosten van Anse-sur-Saône, was een doorwaadbare plek in de rivier en te St.-Germain-au-Mont-d’Or zijn sarcofagen en munten gevonden. Van Albigny-sur-Saône wordt gezegd dat de plaats is genoemd naar Albinus, de tegenstander van Septimius Severus, die in 197 bij Lyon werd verslagen. Albinus zou hier hebben gewoond en na de slag naar huis zijn teruggekeerd om daar zelfmoord te plegen. In Couzon-au-Mont-d’Or en Collonges-au-Mont-d’Or zijn weer sporen van aquaducten en bij St.-Cyr-au-Mont-d’Or getuigt een inscriptie in een marmeren plaat van het Romeinse verleden. De route eindigt in het centrum van Lyon (Lugdunum).