bronnen en problemen
vak B4

LeBe: Lescar – St.-Bertrand-de-Comminges

IGN carte topographique TOP 100: 70 Pau / Bagnères-de-Luchon

plaats van route LeBe

Gm km
Benearnum Lescar
a. Oppido Novo Tarbes xviii 45
b. Aquis Convenarum Bagnères-de-Bigorre viii 20
Lugudunum St.-Bertrand-de-Comminges xviii 45

Vanuit het centrum van Lescar (Benearnum) loopt de route in oostelijke richting over de Avenue de Tarbes (naam niet op de toeristenkaart) en weg D945 naar Pau, dat in de oudheid waarschijnlijk nog niet bestond. Hoe het verloop van de weg ten noorden van het stadscentrum toen was valt niet meer na te gaan, want sindsdien is Pau daar overheen gegroeid. Het is het gemakkelijkst om aan het einde van D945 even zuidwaarts te gaan over een stukje van weg N134, die hier Avenue Jean Mermoz heet (naam niet op de kaart). Daarna worden in min of meer zuidoostelijke richting de boulevards gevolgd tot die aan de oostkant van Pau aansluiten op weg N117 (Route de Tarbes).

Direct bij het verlaten van Pau zijn ten zuiden van de weg sporen van de Gallo-Romeinse aanwezigheid gevonden bij Idron aan de Ousse, en nog zuidelijker bij Meillon aan de Gave de Pau. De laatstgenoemde plaats heeft misschien aanleiding gegeven tot het veronderstellen van een route langs die rivier naar Lourdes, maar van hier tot aan de beroemde bedevaartplaats is verder niets Gallo-Romeins meer te vinden. Wij vervolgen dus weg N117 langs Ousse (Camp de César), dat ten oosten van Idron en ten zuiden van de weg ligt, en langs het nog iets zuidoostelijker gelegen Artigueloutan, dat zich (natuurlijk) op hetzelfde Camp de César beroemdt als Ousse. Dan splitst de weg zich bij Soumoulou. Ten zuiden daarvan, bij Gomer, hebben de Romeinen ook sporen nagelaten. In welke vorm wordt door Quid.fr niet verklapt. De route gaat nu zonder noemenswaardige Gallo-Romeinse vondsten ruim twintig kilometer voort over weg N117, tot in het centrum van Tarbes (Novum Oppidum, zie route TaAi), waar allerlei resten van de Gallo-Romeinse stad zijn gevonden: grondsporen van gebouwen, muren, dakpannen, bakstenen, aardewerk, munten, mozaïeken en een votief-altaar.

In Tarbes draait de route naar het zuiden en volgt over weg D935 de Adour. Eigenlijk is ze hier het vervolg van de route (TaAi) die vanuit Aire-sur-l’Adour stroomopwaarts langs de rivier naar het zuiden loopt. Van Odos, ten zuidwesten van Tarbes, wordt gezegd dat het een ancien oppidum gallo-romain is. Een kilometer of acht vanaf het centrum van Tarbes loopt de weg door St.-Martin. Ten oosten daarvan, aan de overzijde van de Adour en nog voorbij Bernac, is enig Gallo-Romeins materiaal gevonden bij Barbazan-Dessus (stèle) en het ten zuidwesten daarvan gelegen Vielle-Adour (pilaar). Ten zuidwesten van Vieille-Adour en weer langs weg D935 ligt Montgaillard (ancien oppidum), waar scherven van amforen zijn gevonden. Verderop langs de weg (D935) wordt bij Pouzac een Camp de César genoemd, en een votief-altaar en sporen van een Gallo-Romeins gebouw. Dan komt de volgende halte op deze route: Bagnères-de-Bigorre (Aquis Convenarum). Er zijn grondsporen van Gallo-Romeinse gebouwen gevonden en een votiefaltaar.

Voor het vervolg van de route wordt bij Bagnères de Adour overgestoken en weg D938 naar het noordoosten gevolgd. Bij Bosse du Hailla (in de Michelin wegen-atlas kortweg le Hailla) buigt weg de weg verder naar het oosten en loopt ten zuiden van Cieutat (grachten van een versterkt kamp, sporen van de Romeinse weg), door Mauvezin en Capvern en dan over de Neste naar la Barthe-de-Neste. Van de laatstgenoemde plaats wordt gezegd dat de Romeinse weg hier de Ténarèze kruist. De Ténarèze is een wat geheimzinnige weg waarvan beweerd wordt dat hij in de prehistorie al bestond en van Bordeaux naar Spanje liep, over de Port d’Ourdissetou (ten oosten van de huidige Tunnel de Bielsa) naar Bielsa.

De route blijft nu aan de zuidkant van de Neste. Eerst over weg D142 naar Montoussée (votief-altaren), dan via Esponne (op de toeristenkaart met heel kleine lettertjes) onder Bizous richting Anères. Maar de route blijft aan de zuidkant van de Neste. Ten zuidwesten van Anèrs is bij Hautaget een votief-altaar gevonden. Na Anères begint weg D26. De route loopt daarover langs Nestier (vestiges gallo-romains) naar Aventignan, waar volgens Quid.fr grotten met graven zijn, zowel uit de prehistorie als uit de oudheid. Ten zuiden van Aventignan zijn bij Lombrès Gallo-Romeinse grafstenen aangetroffen.

Ten oosten van Aventignan ligt aan de overzijde van het riviertje Mazères-de-Neste, waar bij de bouw van de kerk marmeren delen uit de Gallo-Romeinse periode zijn hergebruikt. De route blijft echter aan de zuidkant van de Neste en gaat nog steeds over weg D26 door de gemeente Tibiran-Jaunac (votief-altaren) naar de op de toeristenkaart aangegeven Ruines romaines ten noorden van St.-Bertrand-de-Comminges (Lugdunum).