bronnen en problemen
vak D2

LaBe: Langres – Besançon

IGN carte topographique TOP 100: 29 Dijon / Chaumont
30 Besançon / Épinal

plaats van route LaBe

Gm km
Andemantunno Langres
a. Varcia Aumônières xv 38
b. Segobodium Seveux vi 15
Vesontine Besançon xviii 45

Langres (Andemantunnum) wordt aan de zuidkant verlaten. Direct na de Citadelle, ter hoogte van la Belle Chapelle, wordt weg D122 ingeslagen. Volgens de kaart van Cassini was dat een Chaussée Romaine. De vermeldenswaardigheden ten westen van deze weg horen bij de route naar Chalon-sur-Saône (LaCh) en worden daar besproken. Aan de oostkant zijn bij Balesmes-sur-Marne sporen van een heiligdom opgegraven. Ook passeren we hier de bron van de Marne, die op de toeristenkaart met een ster is aangegeven. Bij Balesmes-sur-Marne gaat het prille stroompje in noordelijke richting langs het Canal de la Marne à la Saône lopen, dat hier trouwens even ondergronds is. Op de kaart loopt weg D122 naar Noidant-Chatenoy, maar de route blijft ten noorden daarvan en gaat na een rare zigzag over weg D141 naar la Pailly en loopt dan in zuidoostelijke richting naar les Archots. Althans, dit is bij benadering de route die de kaart van Cassini aangeeft. Wat daarop niet is te zien, is dat er bij les Archots een scherpe bocht van 90&temp; gemaakt moet worden, want de route gaat vanaf hier over weg D136 in zuidelijke richting.

Ten oosten van les Archots, bij les Loges, worden in Quid.fr resten van een Romeinse weg genoemd, maar er staat niet bij om welke weg het gaat. Waarschijnlijk is gewoon weg D136 bedoeld. Ook heeft men er sporen van een tempel en grafzuilen gevonden. Het plaatsje ligt tegen de Commune de Champsevraine aan, die bestaat uit de dorpen Corgirnon, ten noordoosten van les Loges, en Bussières-lès-Belmont ten zuidoosten ervan. Het fiche van Quid.fr weet te vermelden dat er in deze gemeente présence gallo-romaine was. Dat Quid.fr op archeologisch terrein vaak van weinig tot zeer weinig waarde is blijkt ook uit de vermeldingen van een gebied dat ten westen van les Archots ligt en dat blijkbaar Plateau du Nouroy heet, want er zijn zes communes die zich op de présence gallo-romaine op dat plateau beroemen: Noidant-Chatenoy, Heuilley-Cotton, Heuilley-le-Grand, le Pailly, Palaiseul en Violot.

In ieder geval loopt de route door de Forêt Domaniale de Brussières-les-Belmont over weg D136 in zuidoostelijke richting. In het boek van Graham Robb lezen we over deze weg:

“In 1756 was een stuk van de weg van Besançon naar Langres ‘tussen Chalindrey en Grosses-Saules zo af en solide dat het gewicht en de beweging van rijtuigen er geen sporen op achterlieten’”1.

Wie hij citeert is niet duidelijk, maar het zou juister zijn geweest als hij het in omgekeerde richting een stuk van de weg van Langres naar Besançon had genoemd, gelegen tussen Chalindrey (ten noordoosten van le Pailly) en Saulles (zie verderop). Dat de weg af en solide was lag niet aan de Fransen uit de 18e eeuw, maar aan het degelijke werk van de Romeinen. Aan de westkant van de huidige weg, langs de spoorlijn, worden bij Rivières-le-Bois de sporen van een Romeinse weg genoemd. Dat zal wel, net zoals bij les Loges hierboven, op D136 slaan. Tenslotte komt die weg uit op weg D7 en moeten er nog eens een paar on-Romeinse bochten gemaakt worden om weer in de juiste richting te komen. Weg D7 gaat oost- en dan zuidwaarts naar Grenant. Daarna wordt over weg D17 weer een zuidoostwaartse richting aangehouden. Ten oosten van Grenant zijn bij Saulles diverse vondsten uit de Gallo-Romeinse periode gedaan. Quid.fr verklapt niet wat die vondsten inhouden. Na de grens tussen de departementen Haute-Marne en Haute-Saône wordt het nummer van de weg D5 en komen we aan in Pierrecourt (sporen van een Gallo-Romeins gebouw). Ten noordoosten van Pierrecourt, bij Argillières, zijn resten van villa’s gevonden. Nu komen we aan bij de eerste halte op deze route: Aumônières (Varcia). Op diverse plaatsen op het internet wordt dit gehucht gelijkgesteld aan de halte Varcia. Men beroept zich daarbij op een geschrift over Le diocèse de Langres (1878) van ene Abbé Roussel. De reden waarom hier met die identificatie wordt ingestemd is dat de afstand van zes mijl naar de volgende halte exact klopt. Niet tot op de spreekwoordelijke centimeter, maar meer dan een paar honderd meter zal het niet schelen.

Na Aumônières blijft de route weg D5 volgen. Bij Larret zijn sporen van de Romeinse weg gevonden. Het ten zuiden van het dorp gelegen Courtesoult-le-Gatey beroemd zich daar natuurlijk ook op en spreekt over een Chemin de César. In het dorp zelf is alleen een Grande Rue te vinden (ViaMichelin), maar die komt in de meeste Franse dorpen voor. In Quid.fr is ook op het fiche van Fouvent-St.-Andoche, dat ten noordoosten van Larret ligt, sprake van resten van de Romeinse weg. Daarnaast zijn er sporen van een Romeins kamp. Verderop langs de weg, bij Roche-et-Raucourt, heeft een villa gestaan. Dat is ook het geval bij Membrey, ten zuidoosten van Roche-et-Raucourt. Op de toeristenkaart staan Ruines romaines aangegeven. Bij het ten westen daarvan gelegen Vaîte liep de route waarschijnlijk even niet over weg D5, maar over het landweggetje naar Port de Savoyeux. Vanaf daar wordt weer weg D5 gevolgd, die een kanaal en vervolgens de Saône kruist en komt dan aan in de tweede halte op deze route: Seveux (Segobodium). Daar zijn talrijke sporen uit de Gallo-Romeinse periode aangetroffen, waaronder die van de Romeinse weg. Volgens Quid.fr was Seveux in die periode een belangrijk metallurgisch centrum.

Ten noordoosten van Seveux, bij Ferrières-lès-Ray (ten zuidwesten van Ray-sur-Saône), liggen resten van een Romeins gebouw en een brug. Ook bij Savoyeux, vlak bij en ten zuiden van Seveux, zijn sporen van een gebouw aangetroffen. De weg (D5) gaat verder naar het zuidoosten. Quid.fr suggereert dat er bij Ste.-Reine sporen van de Romeinse weg zijn gevonden, maar of dat werkelijk zo is, of dat het dorp alleen maar duidelijk wil maken dat het aan een voormalige Romeinse weg lag, is onzeker. Hetzelfde geldt voor het verderop langs de weg gelegen Villers-Chemin-et-Mont-lès-Etrelles (vestiges de la voie), het ten zuidwesten daarvan gelegen Vantoux-et-Longevelle (vestiges de la voie), het ook weer langs de weg (na Oiselay-et-Grachaux, de weg heeft dan nummer D3) gelegen Bonnevent-Velloreille (sur la voie) en het ten zuidwesten daarvan gelegen Montboillon (vestiges de voie romaine). Ter afwisseling wordt bij Chambornay-les-Pin, ten zuidwesten van Montboillon, aan de Ognon, een versterkt Romeins station vermeldt. Na Etuz krijgt de weg nummer D1. Bij Bussières, ten zuidoosten van Etuz, worden resten van de Romeinse weg genoemd, en verderop, ten westen van de weg bij Auxon-Dessous, traces de la voie antique. Vlak voor Auxon-Dessus begint weg D1 aan een kronkel en sluit daarna aan op weg N57-E23. Daarover gaat de route verder, eerst naar het zuiden en dan zuidoostwaarts naar Besançon (Vesontio), waarvan het oude centrum in een meander van de Doubs ligt.

_________________________________________

  1. Graham Robb: De ontdekking van Frankrijk. Amsterdam/Antwerpen 2008, p.238.