IGN carte topographique TOP 100: | 50 St.-Étienne / le Puy-en-Velay |
51 Lyon / Grenoble |
Gm | km | ||
Aquae Segetae | St.-Galmier | ||
Lugdunum | Lyon | xx | 50 |
Vanuit het centrum van St.-Galmier (Aquae Segetae) gaat de route in noordoostelijke richting. Aanvankelijk niet over weg D12, maar over de ten oosten daarvan gelegen Chemin du Barrage (naam niet op de toeristenkaart). Pas na vier kilometer sluit deze chemin aan op weg D12 en gaat de reis daarover naar Chazelles-sur-Lyon. Kort daarvoor, bij la Tour, is de Romeinse aanwezigheid aangetoond. Vanuit het centrum van Chazelles-sur-Lyon loopt een spinneweb van wegen in alle richtingen. We maken even een uitstap over weg D34 naar het noordoosten, die ongeveer evenwijdig loopt aan route FeLy. Aan weg D34 komt eerst Grézieu-le-Marche en een einde verderop, aan de noordkant van de weg, Aveize, waar zich sporen van het Aquaduct van de Brevenne (één van Lyon’s aquaducten) bevinden. Die worden ook vermeld bij de volgende plaats, Duerne, bij St.-Genis-l’Argentière dat ten noordwesten van Duerne ligt, en bij Montromant ten noorden van Duerne.
Terug naar de route. Die loopt vanuit Chazelles-sur-Lyon naar het oosten over weg D2 (nummer niet op de toeristenkaart) naar St.-Symphorien-sur-Coise, dat niet nader gespecificeerde sporen uit de oudheid heeft, en daarna over weg D11 naar St.-Martin-en-Haut, waar sporen van de Romeinse weg werkelijk aangetroffen zijn. Daar wordt de route gekruist door weg D34, die uit het al genoemde Duerne ten noordwesten van St.-Martin-en-Haut komt en doorloopt naar Chaussan (Gallo-Romeinse dakpannen, aardewerk en glas) en verder naar Mornant, waar op de toeristenkaart een afgebroken pilaartje wijst op de resten van een ander aquaduct van Lyon, namelijk dat van de Gier; een beek die ten zuidoosten van Mornant in de Rhône valt.
Terug naar St.-Martin-en-Haut. Ten oosten daarvan ligt Rontalon, waarvan in Quid.fr wordt beweerd dat het aan de passage d’une voie romaine ligt. Wat men daarmee bedoelt is allerminst duidelijk, maar als bedoeld is te zeggen dat de route van St.-Galmier naar Lyon ten noorden van het dorp over weg D11 loopt, dan is de opmerking terecht. De weg loopt langs een beekje met de naam Artilla, en langs Thurins, waar de Artilla in de Garon valt. Ten oosten van Thurins geeft een afgebroken pilaartje bij Soucieu-en-Jarrest opnieuw resten van het aquaduct van de Gier aan. Waar weg D11 ten noordoosten van Messigny op weg D30 uitkomt wordt de laatstgenoemde overgestoken en gaat de route verder over weg D75.
Weg 75 loopt tussen het Aérodrome de Lyon-Brindas en Chaponost, waar weer zichtbare resten zijn van het Aqueduc du Gier, op de toeristenkaart weer met het bekende symbool aangegeven. Weg D75 loopt verder naar Francheville (mijlpaal). Ten zuiden daarvan is op de toeristenkaart nogmaals een aqueduc romain aangegeven. Meer naar het oosten ligt la Mulatière met sporen uit de oudheid (waterreservoirs, mozaïeken, beeldhouwwerk) en ten noorden daarvan, bij Ste.-Foy-lès-Lyon, worden nogmaals delen van het aquaduct van de Gier vermeld. Na Francheville loopt de route over de Rue du Commandant Charcot (naam niet op de toeristenkaart) naar het centrum van Lyon (Lugdunum).