BoDa: Bordeaux – Dax

IGN carte topographique TOP 100:	55 Bordeaux / Mont de Marsan
	62 Bayonne / Mont de Marsan

		Gm	km
Burdigala	Bordeaux
c. Salomaco	Belin	xviii	45
b. Telonnum	Moustey	vii	18
a. Coequosa	Villenave	xviiii	48
Aquis Terebellicis	Dax	xvi	40

De route wordt hier beschreven alsof PK66 de belangrijkste bron is, dus van Bordeaux naar Dax. Vanuit het centrum van Bordeaux (Burdigala) wordt weg N10 naar het zuidwesten opgezocht. De stad wordt verlaten na de buitenwijk Gradignan, die op de kaart van Cassini te zien is als een plaats op ca. 8 kilometer afstand van Bordeaux. Ten westen van Gradignan ligt op enige afstand van de weg Canéjan (ruïnes van een Gallo-Romeins gebouw) en ten zuidwesten daarvan Cestas (sporen van Romeinse wegen en van een woning). De eerste sporen van de route zelf worden genoemd bij le Barp en de eerste halte is de zuidkant van Belin-Béliet (Salomacus). Bij Belin schijnt een castrum gelegen te hebben en er zijn sporen van een brug over de Eyre. De weg gaat verder naar le Muret en wordt daar verlaten voor de naar het zuidoosten lopende N134. Deze loopt langs Castelnau (voormalig castellum?) naar Moustey (Telonnum), waar een schat van 800 Romeinse munten is gevonden. Het eerste deel van de naam Telonnum (telo-) betekent heilige bron, het tweede deel heeft mogelijk de betekenis “stroom” (-onno). Wellicht slaat die heilige bron op de fontaine de Ste.-Ruffine in het dorp. Hoe het dan verder met die stroom zit is niet duidelijk. Wel ontstaat even ten noordwesten van het centrum de Eyre uit de samenloop van de Grande Leyre en de Petite Leyre. Het dorp heeft naast elkaar twee kerken: de eglise St.-Martin en de eglise Notre Dame. De laatstgenoemde is ingericht als Musée du Patrimoine religieux et des croyances populaires. Misschien is er iets te vinden over de Gallische geloofswereld.

De route gaat verder over weg N134 door Pissos en Trensacq naar Sabres, waar een beeld van Minerva is gevonden. Mogelijk eindigde in Sabres een route vanuit vanuit het knooppunt Langon (eindpunt van BoLa) in het noordoosten. Die liep dan over weg D222 naar Préchac (Gallo-Romeins aardewerk), vandaar over weg D9 naar Luxey (site gallo-romain) en dan over D315 naar Sabres. Er is aan de oostkant van onze route wel meer Gallo-Romeins te beleven. Bijvoorbeeld bij Labrit (sporen van een Romeinse weg, mozaïek), ten oosten van- en iets zuidelijker dan Sabres en ten zuiden van Labrit bij Brocas (mozaïek ontdekt in 1840). Na Sabres gaat de route niet verder over weg N134, maar direct zuidwaarts over weg D327 naar Luglon (munten met de beeldenaar van Augustus) en vandaar over weg D14 zuidwestwaarts naar Arengosse (origine gallo-romaine). Ten westen van Arengosse, bij Arjuzanx, dat midden in een bruinkoolgroeve aan de spoorlijn ligt, zijn de sporen van een castrum gevonden, en wat verder weg naar het oosten, bij Geloux, die van een Romeins kamp (legerplaats).

De route loopt echter vanaf Arengosse zuidwaarts over weg D14 naar Villenave (Coequosa), waar sporen van een Romeins kamp zijn gevonden. De route loopt verder over weg D14 en langs Beylongue, ten zuiden van Villenave, waarbij ook al sporen van een Romeins kamp worden vermeld. Het staat ook op de toeristenkaart aangegeven, zij het niet met het bekende afgebroken pilaartje, maar met heel kleine lettertjes. Weg D14 eindigt tenslotte in Tartas (oude Romeinse versterking, graven). Vandaar gaat er een weg verder zuidwaarts naar Poyartin op route DaEa, maar de onderhavige route slaat hier af naar het zuidwesten en loopt over Bégaar (Romeins kamp) en Pontonx-sur-l’Adour (Romeins kamp, munten). In Laluque, ten noordwesten van Pontonx, is een schat van 180 Romeinse zilveren munten gevonden. De route loopt verder langs de Adour, passert St.-Vincent-de-Paul (ook een muntschat), steekt bij St.-Paul-lès-Dax de Adour over en eindigt in het centrum van Dax (Aquae Terebellicae).