bronnen en problemen
vak D2

BaSt*: Bazel – Straatsburg

IGN carte topographique TOP 100: 12 Strasbourg / Forbach
31 St.-Dié / Mulhouse / Bâle

plaats van route BaSt

Gm km
Arialbinnum Bazel
Argentorate Straatsburg (Strasbourg) lvi 140

Vanuit het centrum van Bazel (Arialbinnum) wordt weg N66 langs de Rijn gevolgd tot aan Bartenheim-la-Chaussée. Daar wordt naar het westen afgeslagen naar Bartenheim en vandaar wordt de weg die op de toeristenkaart het nummer D66 heeft (en op elke andere kaart nummer D201) in noordwestelijke richting gevolgd. Ten westen van Sierentz (Uruncis) ligt Uffheim, waar men Romeinse aanwezigheid concludeert uit de “nombreux vocables romains figurant encore au cadastre communal et des environs”. Helaas staat er niet bij (Quid.fr) hoe men onderscheid maakt tussen Romeinse en Franse woorden. Ten westen van Uffheim is bij Koetzingue een Romeinse schat (trésor romain) gevonden. Hoewel Franse mannen hun vriendin ook wel mon trésor noemen gaan we er maar van uit dat hier voorwerpen van edelmetaal zijn bedoeld. Rantzwiller, dat nog iets ten westen van Koetzingue ligt, wordt zonder argumentatie een station romaine genoemd. Ten westen van Koetzingue zijn bij zowel Steinbrunn-le-Bas als Steinbrunn-le-Haut sporen van een villa gevonden. Ter hoogte van Waltenheim en Geispitszen, die ten noordoosten van Koetzingue dicht bij de weg liggen, zijn resten van de Romeinse weg aangetroffen. Volgens het fiche van Schlierbach (ten noorden van Geispitzen) wordt die weg ook wel Altstraessel genoemd. Van Landser, ten westen van Schlierbach, wordt gezegd dat het bewoond was tijdens de culturen van Hallstatt, la Tène en in de Romeinse tijd.

Dan loopt de route door Habsheim, waar sporen van de weg en een mansio zijn gevonden. Ook Rixheim, ten noorden van Habsheim, wordt een station romaine genoemd. Vanaf hier krijgt de weg ook op de toeristenkaart het nummer D201. Riedisheim en Mulhouse ten westen van Rixheim waren in de Romeinse tijd bewoond. Nadat het Canal du Rhône au Rhin is gekruist volgt Sausheim met vondsten en sporen van de Romeinse weg. Naar het westen ligt Illzach, dat in de laat-Romeinse tijd belangrijke genoeg was om het van een versterking te voorzien. Er zijn resten van thermen gevonden en van een militaire begraafplaats. In het fiche van Kingersheim (ten noorden van Illzach) worden een villa en een muntschat genoemd. Wittenheim, ten noorden van Kingersheim, was blijkbaar een station romaine. De route loopt door Battenheim, waar men de sporen van een Romeins kamp de naam Schnapphahnenlager (struikroverskamp) heeft gegeven. Verderop, bij Ensisheim, wordt de Romeinse weg vermeld (aangegeven op detailkaart 3719OT). Nog vóór het dorp wordt weg D201 verlaten, want de route loopt in noordelijke richting verder over de Romeinse weg (zie de Voie Romaine in ViaMichelin) naar Réguisheim (Romeinse villa). Ook hier wordt die weg wel Altsträssel genoemd. Het ten noorden van Réguisheim gelegen Meyenheim wordt in Quid.fr een agglomération romaine genoemd, maar de route liep er niet doorheen. Die knikte bij Réguisheim naar het westen.

Vanaf Réguisheim worden tot voorbij Barr geen voor de hand liggen wegen meer gevolgd. De route steekt bij Réguisheim de Ill over, loopt in westelijke richting naar Merxheim (vondsten die op Romeinse bewoning wijzen) en ontmoet daar de route van Straatsburg naar Belfort. Die wordt in noordelijke richting gevolgd. Ten zuidwesten van Merxheim zijn bij Issenheim Romeinse putten en munten gevonden. De reis gaat echter noordwaarts door Gundelsheim en sluit ter hoogte van Rouffach (important vicus romain) aan op weg N83. Nu verschijnt er zeven kilometer lang niets Romeins terzijde van de weg en gaan we ons al ongerust afvragen of we nog wel op de route zitten. Gelukkig, aan onze linkerzijde zijn bij Hattstatt resten van een villa, waterleidingen en sporen van de Romeinse weg gevonden. Daarna komt rechts Herlisheim-près-Colmar, dat een habitat néolithique et romain wordt genoemd. Bij het klaverblad verlaten we weg N83 en gaan verder over weg D1bis? naar Éguisheim (Romeins kamp, sporen van de weg) en Wettolsheim, waar resten van een villa en bronzen munten gevonden zijn. De muntschat wordt een trésor de folles genoemd. Volgens het woordenboek is een folle een gek. Een schat van gekken??? Er zal wel iets anders bedoeld zijn. Te noorden van Wettolsheim geeft de toeristenkaart een Gîte d’étape romain aan. Detailkaart 3718OT volstaat met vestiges romains. Op die kaart heeft weg N83 het nummer D83. Het lijkt soms wel of elke Franse kaartenmaker z’n eigen ideeën over wegnummers heeft. In ieder geval loopt de route nu weer even over weg D83/N83 en gaat ten zuidoosten van Ingersheim verder over weg D10. Alle kaartenmakers lijken het over dat nummer eens te zijn.

Bij Ingersheim wordt de Fecht overgestoken. Ten zuidwesten van het plaatsje ligt Turckheim, dat in de Romeinse periode van enig belang moet zijn geweest. Er is een beeld van Mercurius gevonden, munten, resten van muren en waterleidingen. Vanuit Ingersheim liep er waarschijnlijk een weg door Colmar naar Breisach aan de Rijn, Ten oosten en noorden van Colmar hebben de Romeinen sporen nagelaten bij Horbourg-Wihr, Wihr-en-Plaine (villa, graven), Wickerswihr (resten van een Romeinse weg) en Houssen. De route gaat verder over de Route du vin (toeristenkaart) of Route des vins (3718OT). Dat is weg D10 en na de passage van Sigolsheim (villa), weer weg D1bis. Bij Kientzheim ten westen van Sigolsheim wordt ook een villa vermeld. Bij Bennwihr (Romeinse waterleiding) wordt de wijnweg (D1bis) verlaten en gaat de route verder over een pad dat ten oosten van Mittelwihr (villa) en Beblenheim loopt. Ter hoogte van Ostheim (Romeinse nederzetting) heet het pad Am Unter (op 3718OT). Aan de westzijde van het pad ligt Ribeauvillé, waar zich een Romeinse villa bevond. Verderop loopt de route langs Bergheim, met ook een villa en een mozaïek dat zich in het museum van Colmar bevindt. Voorbij Bergheim verandert de naam van het pad in Ancienne Voie Romaine (zowel op 3718OT als op de toeristenkaart). Ten westen van dit pad liggen Rohrschwihr (villa) en St.-Hippolyte (munten). Ter hoogte van St.-Hippolyte staat langs het pad zelf een Romeinse mijlpaal (3717OT). Hoewel dat waarschijnlijk niet helemaal overeenkomt met de oorspronkelijke situatie laten we de route in Kintzheim (niet te verwarren met Kientzheim, zie boven) verder lopen over weg D35 (route du vin / route des vins) naar Châtenois (thermen). Ten oosten van Châtenois zijn bij Sélestat munten en een mijlpaal gevonden.

De route steekt nu de Giessen (een bekende Hollandse waternaam) over waarna we gemakshalve weg D35 (route du vin / route des vins) blijven volgen. In werkelijkheid was de oversteek van het riviertje waarschijnlijk ca. 900m oostelijker, wat te zien is aan de positie van de mijlpaal op de noordoever (3717OT) en van een tweede mijlpaal aan de andere kant van het dorp. De weg loopt door Scherwiller en draait dan weer noordwaarts naar Dieffenthal. Aan de al genoemde tweede mijlpaal is te zien dat niet weg D35 werd gevolgd, maar een pad dat iets ten westen ervan loopt en nu een route cyclable is. Maar we komen hoe dan ook bij Dieffenthal langs een derde mijlpaal. De route gaat voort over D35 waarvan hier en daar stukjes worden afgesneden. Tussen Blienschwiller en Itterswiller staat op 3717OT weer een stukje Ancienne voie romaine aangegeven. Naar het oosten toe ligt Epfig, dat in Quid.fr een agglomération romaine wordt genoemd. Tussen Itterswiller en Eichhoffen wordt weer een stuk van de wijnroute afgestoken en daarna gaat de Romeinse route verder over weg D425. Bij St.-Pierre, ten oosten van de weg, is Galloromeins aardewerk gevonden.

Bij Barr begint de route naar het noordoosten te buigen en loopt na Gertwiller over de weg die op de toeristenkaart nummer N2422 heeft en op de detailkaart (3717OT) nummer D1422. Bij Goxwiller loopt die weg onder de A35 door. Ten zuidoosten ervan ligt Bourgheim, dat volgens Quid.fr een bourg fortifié romain was, en tevens een carrefour de voies romaines. Welke wegen dat dan waren hoeven we blijkbaar niet te weten. Verder oostwaarts ligt Valff, waar scherven van Romeins aardewerk zijn gevonden. Ten westen van de route ligt in het Forêt Syndicale de Barr de Mur Païen die misschien ten onrechte wel aan de Romeinen wordt toegeschreven. Deze heidense muur wordt meestal in één adem genoemd met het klooster op de Mont-Ste.-Odile (zie tekst H8.1). Na het klaverblad in weg A35 ten oosten van Obernai (agglomération romaine) gaat de route op de toeristenkaart verder over weg N422, die in de Michelin-wegatlas inmiddels ook A35 blijkt te heten. Ten noorden van Obernai wordt bij Bisschoffsheim een Romeinse muntschat vermeld. Ook zou er een noord-zuid verlopende Romeinse weg gelopen hebben. Dit was dan waarschijnlijk een verbinding Goxwiller - Saverne.

Het gebied waar de route nu doorheen loopt is zowel aan de noord- als de zuidzijde ingesloten door talrijke beken en watertjes en was blijkbaar in de Romeinse tijd al schaars bewoond, want resten uit die periode worden alleen genoemd bij Geispolsheim. Ongeveer ter hoogte van Geispolsheim wordt weg N422 (A35) verlaten en loopt de route verder over weg D392. Ten noorden daarvan zijn Romeinse graven gevonden bij Eckbolsheim. Dan loopt de route naar het centrum van Straatsburg (Argentorate).