bronnen en problemen
vak C1 / C2

BaRe: Bavay – Reims

IGN Carte topographique TOP 100:04 Laon / Arras
05 Charleville-Mézières / Maubeuge
10 Reims / Verdun

plaats van route BaRe

Gm km
Bagaco Nerviorum Bavay
a. Duronum Etroeungt xii 30
b. Verbino Vervins x 25
c. Catusiacum Chaourse vii 18
d. Minatiacum Nizy-le-Comte vii 18
e. Muenna Evergnicourt vi 15
Durocortoro Reims viiii 23

Weg D961 naar Reims begint aan de zuidoostzijde van Bavay (Bagacum Nerviorum). Ook het direct ten zuidoosten van Bavay gelegen Audignies heeft Romeinse bewoning gekend. Na vier kilometer loopt de route door een gehucht met de veelzeggende naam la Chaussée (de straatweg) naar Pont-sur-Sambre, waar munten en sporen van een tempel gevonden zijn. Ook in het ten zuidoosten van Pont gelegen Bachant, aan de overzijde van de Sambre, zijn getuigenissen van Romeinse aanwezigheid aangetroffen, evenals in Berlaimont, dat ten zuidwesten van Pont ligt. Zes kilometer na Pont-sur-Sambre volgt St.-Rémy-Chaussée, dat behalve naar een heilige ook naar de oude straatweg is genoemd, evenals het nog eens twee kilometer verderop gelegen gehuchtje les Pavés (“de bestratingen”). Na het kruisen van de Helpe Majeure ligt ten oosten van de route Avesnes-sur-Helpe, dat ook Gallo-Romeinse bewoning heeft gekend.

Nog iets verder naar het oosten, bij Flaumont-Waudrechies, vermeldt de toeristenkaart een oppidum, dat volgens Quid.fr “Camp de César” wordt genoemd. De weg wordt inmiddels aangeduid als Chaussée Brunehaut. Resten van die Romeinse weg zijn gevonden ter hoogte van Haut-Lieu. Bij Warpont, een buurtschap van Boulogne-sur-Helpe, kruiste de weg de Helpe Mineure of Petite Helpe. Daarna passeert de route het eerste station: Etroeungt (Duronum), waar de Romeinen een begraafplaats en grondsporen van gebouwen hebben achtergelaten. Even verderop, bij Larouillies, sluit de Romeinse weg aan op weg nummer N2. Men denkt wel dat die plaats is genoemd naar de rouliers = voerlieden op de antieke weg.

De route loopt nu verder over weg N2 door la Flamengrie, waar sporen van de weg uit de oudheid zijn gevonden, naar la Capelle, waar een mijlpaal langs de weg staat. Bij Froidestrées, waarvan de naam op de aanwezigheid van een strata wijst, heeft de heerbaan ook sporen achtergelaten, evenals bij Etréaupont, waar eerst de Oise en dan een zijriviertje daarvan, de Ton, worden gekruist. Verderop langs de weg ligt weer een gehucht met de naam la Chaussée en daarna loopt de route bij Fontaine-lès-Vervins over een beek die Simone heet en bereikt dan het volgende station: Vervins (Verbinum), waar sporen van een amfitheater zijn gevonden. Vervins ligt aan een beek met de naam Chertemps, een zijtak van de Vilpion, die ongeveer een kilometer ten zuiden van het plaatsje wordt overgestoken. De route gaat nu verder over weg D966 (door Chaussée de Hary) naar Vigneux-Hocquet (oppidum). Daar wordt niet langer de D966 gevolgd, maar het pad dat er ten westen van loopt en rechtstreeks naar Chaourse (Catusiacum) leidt. Van dat plaatsje is de “Trésor de Chaourse” bekend, een schat van Gallo-Romeinse metalen voorwerpen die zich in het Britsh Museum in Londen bevindt.

Na het oversteken van de Serre komt men in la Basse-Chaourse, vanwaar het pad naar het zuiden wordt genomen, dat eerst weg D977 kruist en later bij de boerderij le Bois d’Angoutte weer op weg D966 uitkomt. Wellicht bevinden zich op dit stukje van de route de traces de voie romaine die bij Montcornet (ten zuidoosten van Chaourse) worden vermeld. De route loopt nu verder over weg D966 door Dizy-le-Gros (sporen van de Romeinse weg, munten en voorwerpen) en le Haut-Chemin naar Nizy-le-Comte (Minatiacum, sporen van de Romeinse weg, grondsporen van een villa en een theater, muurschilderingen, voorwerpen). Van hier tot aan de Aisne zijn er niet veel sporen uit de oudheid te vinden. Halverwege ligt aan de oostzijde Villers-devant-le-Thour met vondsten uit de Gallo-Romeinse periode, en aan de andere kant van de weg ligt la Malmaison met sporen van Gallische en Gallo-Romeinse bewoning. Ook op de plaats waar de Aisne vermoedelijk werd overgestoken (Auxenna? = Evergnicourt?) is van Romeinse aanwezigheid weinig te bespeuren. Nadat zowel de Aisne als de Suippe zijn gepasseerd, zijn aardewerkscherven bij Orainville de eerstvolgende Romeinse resten langs de route. Van Auménancourt aan de oostkant van de weg wordt Gallo-Romeinse bewoning vermeld. Pas bij Brimont zijn de vondsten weer overvloedig: een mijlpaal (in het museum van Reims), een muntschat, een loden doodskist, huisraad en aardewerk. Langs het Aérodrome de Reims-Champagne loopt de weg (D966) verder naar het centrum van Reims (Durocortorum).