.
bronnen en problemen
vak B2

AlMa: Alleaume (Valognes) – le Mans

IGN carte topographique TOP 100: 06 Caen / Cherbourg
18 Caen / Alençon
19 le Mans / Chartres

plaats van route AlMa

Gm km
Alauna Alleaume (Valognes)
a. Crouciaconnum Carentan xii 30
b. Augustoduro Bayeux xvii 42
c. Araegenue Vieux xii 30
d. Nudionnum Sées xxxii 80
Svbdinnum le Mans xxviii 70

Vanaf Alleaume (Alauna), sinds 1867 het oostelijk deel van Valognes, loopt weg N13 naar Montebourg (Romeins kamp). Ten oosten daarvan, bij St.-Floxel, worden door Quid.fr sarcofagen vermeld, maar het is niet duidelijk of die uit de oudheid stammen. Ten zuiden van St.-Floxel, bij Joganville, en nog weer ten zuiden van Joganville, maar nu aan de westkant van de weg bij Fresville, zijn sporen van de oude Romeinse baan gevonden. De route loopt verder over weg N13 door Ste-Mére-Eglise (sporen van de weg en een mijlpaal op het kerkplein) naar Carentan (Crouciaconnum). Ptolemaeus noemde de plaats Kroukiatonnon. Resten uit de oudheid zijn er niet te vinden, waarschijnlijk omdat de stad vele malen belegerd en verwoest is. Na Carentan loopt de route naar het oosten over weg D197a. Bij Isigny-sur-Mer laat de reisgids van Thiollier-Alexandowicz de route in zuidoostelijke richting afslaan en over de wegen D5 en D29 lopen via Vouilly, Colombières en Trévieres naar Mosles. Bij Monfréville, ten noordwesten van Vouilly, zijn sporen van Romeinse aanwezigheid gevonden en de reden om de route op deze manier te laten lopen is waarschijnlijk de naam la Chaussée tussen Colombières en Tréviéres. Het is echter niet gezegd dat die naam op de onderhavige route slaat, en hier is dan ook aangenomen dat ze na Isigny-sur-Mer hoofdzakelijk over en evenwijdig aan weg nummer N13 in de richting van Bayeux (Augustoduro) liep. In ViaMichelin heten de stukken die niet over D13 gaan D613 of D204a (bij Longueville), op de toeristenkaart en in de wegatlas 1:200.000 lijken deze stukken nummer D2013 te krijgen.

Ongeveer halverwege tussen Isigny-sur-Mer en Mosles ligt aan de noordkant van die weg de plaats Deux-Jumeaux, waar een depot met handelswaar uit de Romeinse periode is aangetroffen. De volgende halte op deze route is Bayeux (Augustoduro), waarvan de inwoners Baiocassi werden genoemd en waar diverse sporen uit de oudheid zijn gevonden, waaronder de resten van de thermen. Vanaf Mondaye (op de toeristenkaart staat de Abbaye de Mondaye ten zuiden van Bayeux aangegeven) liep er een aquaduct naar Bayeux. Quid.fr vermeldt bij Monceaux-en-Bessin, dat ook aan de zuidkant maar veel dichter bij de stad ligt dan Mondaye, de passage van dit aquaduct, zonder dat echter duidelijk of dit een aanname is, of dat er bij Monceaux-en-Bessin werkelijk sporen van het aquaduct zijn gevonden. Even vaag is de vermelding van een begraafplaats uit de Romeinse periode bij St.-Vigor-le-Grand aan de oostzijde van Bayeux. In ieder geval lijkt de route na Bayeux nog ongeveer vijftien kilometer over weg N13 te lopen.

Romeinse aanwezigheid wordt vermeld bij Martragny, dat op ongeveer acht kilometer van Bayeux aan de noordkant van de weg ligt. Iets verderop langs de weg geeft de naam van het gehuchtje la Grande-Route te denken en bij Bretteville-l’Orgueilleuse worden behalve Romeinse dakpannen en munten ook resten van een Romeinse weg vermeld. Deze splitste zich aan de oostzijde van het dorp, op de toeristenkaart bij de stippeltjes van de gemeentegrens, in zuidzuidoostelijke richting af. Op de kaart is de weg gedeeltelijk nog te zien als een pad dat naar Marcelet loopt (ten oosten van St.-Manvieu-Norrey), dan een klein stukje over weg D147a en dan verder over een Chemin Haussée die niet op de toeristenkaart staat (maar wel op 1612OT) en die ongeveer halverwege tussen Verson en Mouen de wegen A84 en D675 kruist. De sporen van die weg worden vermeld bij Fontaine-Etoupefour (ten zuiden van Verson) en Esquay-Notre-Dame ten zuidwesten van Fontaine-Etoupefour.

Aan de noordwestkant van Esquay-Notre-Dame zijn bij Baron-sur-Odon sporen van een twaalfhoekige tempel (1e-4e eeuw) aangetroffen. Ten oosten van Esquay-Notre-Dame ligt de volgende halte op deze route: Vieux (Araegenue), de stad van de Viducassi. Daar loopt de Chemin Haussée naar toe. Er zijn bij Vieux verschillende overblijfselen uit de Romeinse tijd, waaronder die van het theater. Verder had het plaatsje in de oudheid thermen, een forum, een tempel van Mars en een aquaduct. Vanuit Vieux ging de route verder naar het zuidoosten, al is het precieze verloop ervan niet aan te geven. Waarschijnlijk werd de Orne overgestoken tussen May-sur-Orne en Clinchamps-sur-Orne (sporen van een villa en van de Romeinse weg). Een oude Romeinse weg (Chemin Hausse, Ancienne Voie Romaine) begint ten zuiden van May-sur-Orne. Aan de noordkant ervan zijn sporen van de Romeinse aanwezigheid gevonden bij Fontenay-le-Marmion. De Romeinse weg kruist weg N158 van Caen naar Falaise bij Cintheaux (présence romaine) en loopt daarna verder naar het zuidoosten. Ter hoogte van Estrées-la-Campagne (occupation gallo-romaine), dat iets ten zuidwesten van de weg ligt, moet oostwaarts overgestapt worden op weg D131 en direct daarna op weg D251 die via Rouvres en Sassy doorloopt naar Jort, dat in de Gallo-Romeinse periode ook bewoond was, evenals het ten noorden ervan gelegen Vendeuvre (Romeins kamp, Romeinse wegen).

Vanaf Jort blijft de route naar het zuidzuidoosten lopen, over een pad dat ten oosten van- en evenwijdig loopt aan- weg D148. Het pad komt uit op weg D39b tusen Morteaux-Couliboeuf en Barou-en-Auge. Nadat die weg is overgestoken loopt de route verder zuidoostwaarts naar la Chapelle. Onderweg wordt de Romeinse weg vermeld bij Norrey-en-Auge, dat aan de oostzijde ervan ligt. Na la Chapelle gaat de route verder over weg D13E naar le Haut-de-la-Rue, waar hij uitkomt op de weg met nummer D13. Naar het westen toe liggen bij Falaise een paar dorpjes die occupation romaine of présence romaine hebben gekend, dan wel een site romain zijn. Het gaat om Versainville aan de noordoostkant van Falaise, la Hoguette aan de zuidoostkant ervan, en Eraines ten zuidoosten van Versainville. Van la Hoguette wordt door Quid.fr beweerd dat het aan de Romeinse weg van Bayeux naar Vieux ligt (“passage de la voie romaine Bayeux-Vieux”). Aan de postcode (14700) is te zien dat het werkelijk om la Hoguette bij Falaise gaat. Hoezo Bayeux-Vieux?

We waren gebleven bij le Haut-de-la-Rue, ten zuiden van Norrey-en-Auge. Wat verder naar het zuiden worden sporen van een Romeinse weg vermeld bij Guêprei, maar het is moeilijk voor te stellen dat de route door dat dorp liep. Mogelijk werd eerst over weg D13 in zuidoostelijke richting de Dives gevolgd en ongeveer een kilometer ná Trun de weg naar Tournai-sur-Dive genomen (in de Michelin-wegatlas heeft die weg nummer D178). Vandaar ging de reis in zuidoostelijke richting naar Ste.-Eugenie (resten van een Romeins kamp). Waar de route ongeveer 1 km vóór Ste.-Eugenie weg D113 kruist komt op kaart 1715OT de naam les Grands Chemins voor en dat is een aanwijzing dat we op de goede weg zijn. Na Ste.-Eugenie gaat de route door het bos (Forêt de Grande Gouffern) naar la Rue-l’Abbé ten westen van le Bourg-St.-Léonard. Vervolgens gaat de reis over weg D16 naar Almenêches en verder over D238. Na het kruisen van de spoorbaan geeft de naam le Grand Chemin ons de aanwijzing dat we ons nog steeds op de route bevinden. Die loopt over weg D238 verder naar Sées (Nudionnum). Ten westen van de route, aan de noordkant van de weg van Argentan naar Sées (N158), ongeveer halverwege die twee plaatsen, wordt bij Marcei nog origine gallo-romaine vermeld, en bij Mortrée, wat dichter bij Sées, vestiges gallo-romains. Dat wil zeggen, die sporen zijn niet in Mortrée zelf gevonden, maar iets ten noorwesten ervan bij Marigny. In Sées zelf zijn resten uit de oudheid aangetroffen in het Quartier des Halles.

Waarschijnlijk was er ook een aquaduct en le Grand Herbage (niet op de toeristenkaart) ongeveer een kilometer ten zuidwesten van de stad, is een rijke vindplaats van aardewerk en metalen voorwerpen. Na Sées is er nog maar erg weinig Romeins langs de route te vinden. Net zoals op de routes DrMa en MaTo lijken de Romeinen zich niet graag in het land rond le Mans gevestigd te hebben. Op de onderhavige route is de eerstvolgende plaats die een site gallo-romain wordt genoemd Alençon, de grote stad ten zuiden van Sées, die volgens Quid.fr door Aulerci werd bewoond. De route tussen Sées en Alençon liep wellicht ongeveer over de huidige weg N138. Ook na Alençon gaat de route over die weg verder. Na een kleine tien kilometer is dan nog wat Romeins (importante villa) aangetroffen bij Oisseau-le-Petit, aan de westkant van weg N138, maar er wel dicht tegen aan. Daarna is het stil tot vlak bij le Mans. Vlak onder de uit het noordwesten komende weg D304 en kort voordat die uitkomt op de onderhavige route, worden vestiges gallo-romains vermeldt bij het plaatsje la Milesse. Aan de noordoostkant van le Mans worden bij Sargé-les-le-Mans nog sporen van een Romeins aquaduct genoemd en dan eindigt de route in het centrum van le Mans (Subdinnum).