bronnen en problemen
Routes

ToNa: Toulouse – Narbonne

PK91: Romeinse mijlen opgegeven gemeten route
afstand afstand
Tolosa Toulouse ToNa
b. Bad(era) Baziège xv
e. Fines Ricaud xviiii
g. Eburomagi Bram xiiii
i. Carcassione Carcassonne xvii xiiii
k. Liuiana Capendu xii
l. Vsuerua Lézignan-Corbières xi
Narbone Narbonne xvi xv

RB1B: Romeinse mijlen opgegeven gemeten route
afstand afstand
civitas Tolosa Toulouse ToNa
a. mutatio Ad Nonum Pompertuzat viiii
c. mutatio Ad Vicesimum St.-Rome xi
d. mansio Elusione Montferrand viiii
f. mutatio Sostomago Castelnaudary viiii
g. vicus Hebromago Bram x
h. mutatio Cedros Ste.-Eulalie vi
i. castellum Carcassone Carcassonne viii
j. mutatio Tricensimum Floure viii
l. mutatio Hosverbas Lézignan-Corbières xv
civitas Narbone Narbonne xv

Een route die precies honderd Romeinse mijlen lang is en die dankzij het Itinerarium Burdigalense weinig problemen geeft. Voegen we de route van de Peutinger-kaart samen met die uit het Itinerarium Burdigalense, dan levert ons dat tussen de knooppunten twaalf stations op (zie bij de interpretatie), waarvan er vier een nogal vage naam hebben, te weten Ad Nonum, Ad Vicesimum, Fines en Tricensimum. De naam ‘Fines’ komt op meer routes voor en slaat op een grenspaal. De andere drie slaan op mijlpalen die zich respectievelijk op de negende (nonus), twintigste (vicesimus) en dertigste (tricesimus) mijl vanaf een bepaald punt bevinden. In dit geval op de negende en twintigste mijl vanaf Toulouse en op de dertigste mijl vanaf Narbonne. Het gaat hierbij natuurlijk niet om de grens- of mijlpalen zelf, maar om voorzieningen die de reiziger daarbij kon aantreffen. Het merkwaardige aan deze route is dat er bij de plaatsen met de acht ‘normale’ namen ook werkelijk sporen uit de Romeinse tijd uit de grond zijn gekomen, terwijl dat bij drie van de vier ‘vage’ namen niet het geval is. Dit wijst er misschien op dat plaatsen met namen van het type Ad Nonum of Fines in de Romeinse tijd geen omvangrijke woonplaatsen waren, maar hoofdzakelijk een wisselplaats, waar naast een vers paard misschien ook voedsel en onderdak te krijgen waren. De halte Fines kan in dit geval in verband worden gebracht met Ricaud, dat in de oudheid waarschijnlijk Recaudum heette1.

De beschrijving van dit deel van de Route van Bordeaux naar Jeruzalem lijkt wat de afstanden betreft geen problemen te geven, mits men Carcassonne gelijkstelt aan het huidige stadscentrum, en niet aan de middeleeuwse cité. Hoewel de muren van de cité Romeins metselwerk vertonen moet aangenomen worden dat Carcassonne tot de 6e eeuw op de plaats van de huidige benedenstad lag2. Waarschijnlijk heeft Carcassonne een geschiedenis die vergelijkbaar is met die van St.-Bertrand-de-Comminges, waarbij de benedenstad ook pas in de vroege middeleeuwen ten gunste van de hoger gelegen citadel verlaten is. Op de Peutinger-kaart zijn een paar fouten gemaakt. Tussen Fines en Eburomagi ontbreekt de afstand en in de afstand tussen Eburomagi en Carcassione is II aangezien voor V. De laatste afstand, tussen Usuerba en Narbone, is een mijl te groot. Waarschijnlijk is daar een punt of beschadiging op het origineel aangezien voor een I. Aangenomen is dat de kaart van Cassini grotendeels het verloop van de oude Romeinse (wellicht zelfs pré-Romeinse) route aangeeft, met uitzondering van het stuk tussen Castelnaudary en Carcassonne. Cassini gaat daar, net zoals overal tussen Toulouse en Narbonne, over weg N113, maar hier is aangenomen dat de antieke route tussen Castelnaudary en Carcassonne over weg D33 liep. Ook bij Douzens en Moux wordt even afgeweken. De oude route liep daar niet over weg N113, maar over D2113. Felix Platter bereisde de route tussen Narbonne en Toulouse op 2, 3 en 4 maart van het jaar 1557 te paard en overnachtte in Carcassonne en Castelnaudary3. De afstand tussen Narbonne en Carcassonne bedroeg volgens hem acht mijlen, waaruit blijkt dat hij in (Duitse) mijlen van ca. 7½ km. rekende.

_________________________________________

  1. sgdelestaing.pagesperso-orange.fr/Francais/CPRicaud.htm
  2. http://fr.wikipedia.org/wiki/Carcassonne#Les_origines_de_Carcassonne
  3. Emmanuel le Roy Ladurie: De eeuw van de familie Platter 1499-1628. Amsterdam 2003, p.279-282.