bronnen en problemen
Routes

OrPa: Orléans – Parijs

PK45: Gallische mijlen opgegeven gemeten route
afstand afstand
Cenabo Orléans OrPa
Luteci Parijs xlvii xlviii

RA204: Gallische mijlen opgegeven gemeten route
afstand afstand
Cenabum Orléans OrPa
a. Salioclita Saclas xxiiii
Lutetia Parijs xxiiii

Op het eerste gezicht is dit een probleemloze route. De kortste weg van Orléans naar Saclas loopt over weg D97 (later D49) naar het noorden, dus is een conclusie snel getrokken. De gids van Thiollier-Alexandrowicz wijst deze weg dan ook aan als de Romeinse weg. Op een kaart uit 17181 is te zien dat D97/D49 de “Vieu Chemin” heet. Echter, resten uit de oudheid zijn langs deze weg niet te vinden. Die liggen westelijker in de omgeving van weg N20, waarlangs ook de spoorlijn loopt. Ook op de kaart van Cassini is dat de hoofdroute naar Parijs. Thomas Platter reisde op 26, 27 en 28 juli 1599 van Orléans naar Parijs2 eveneens over de huidige weg N20. Uit de door hem hier in Franse mijlen opgegeven afstanden (Orléans – Artenay zes mijl, Artenay – Toury vier mijl) valt te berekenen dat hij mijlen van ca. 3,33 km bedoelde (pas op, meestal gebruikt Platter andere mijlen!). Over de weg verbaasde hij zich zeer:

“Der weg oder landstroß zwischen Orliens unndt Paris ist durchauß aufgeworfen unndt mittbreiten kißling steinen besetzet, daß zwen wägen woll neben einanderen darauf fahren kennen; außgenommen umb Angerville auf dem halben weg sindt ettwan vier meyl wegs nicht besetzet; demnach hebt daß besetz widerumb an unndt wehret biß in die statt Paris. Wann es regenwetter oder dieff ist, so fahret man darauf; so es aber trocken unndt hart ist, kan man zu beyden seiten abfahren unndt auf dem satten boden bleiben. Diese landstroß zwischen Orliens unndt Paris ist so gäng für undt für, daß ihres gleichen in gantz Frankreich nicht zufinden. Darauf sihet man yederzeitt gutschen, wagen, pferdt unndt menschen, als wann es in einer statt wehre.”

Een verhoogde en met brede natuurstenen verharde weg, waarop twee wagens naast elkaar konden gaan, en die zijns gelijke in heel Frankrijk niet had, dat kon in de 16e eeuw alleen maar een Romeinse weg zijn. Interessant zijn de vier mijl in de buurt van Angerville, waarop de bestrating ontbrak. In ieder geval is de conclusie dat niet D97/D49 de oude Romeinse weg is, maar dat de route (grotendeels) over weg N20 liep. Die was wel twee (Gallische) mijlen langer, maar onder alle weersomstandigheden begaanbaar en onderweg waren er plaatsen waar men te eten, te drinken, of onderdak kon krijgen.

Het ontbrekende stuk van vier Franse mijlen lag waarschijnlijk ten noordoosten van Angerville, tussen Monnerville en Etampes, want de Romeinen verlieten bij Monnerville de huidige N20 om naar Saclas te gaan. Op een kaart uit de 18e eeuw3 is dat verloop nog zichtbaar. De afstanden in het Reisboek van Antoninus kloppen. Op de Peutinger-kaart is de afstand een Gallische mijl te klein.

_________________________________________

  1. Carte de la Beauce du Gatinois de la Sologne et Pays voisins compris dans la Generalité d’Orleans. Par Guillaume Delisle Premier Geographe du Roi de l’Academie Royal des Sciences, Ryh_2509_13.
  2. Beschreibung der Reisen durch Frankreich, Spanien, England und die Niederlande 1595-1600, Basel/Stuttgart 1968, p. 540 t/m 547.
  3. Carte de la généralite d’Orleans qui comprend la Beauce, le Gatinois, la Sologne et autres pays adjacents : divisée en ses elections / dressée sur les mémoires les plus récents par Laurent géographe, graveur et membre de l’academie r.le des ecrit.res. Ryh_2509_20.