bronnen en problemen
Routes

BeAr: Beaucaire – Arles

PK94: Romeinse mijlen opgegeven gemeten route
afstand afstand
Vgerno Beaucaire BeAr
a. Ernagina St.-Gabriel iiii
Arelato Arles viii viiii xii

BV1: Romeinse mijlen opgegeven gemeten route
afstand afstand
Ugernum Beaucaire BeAr
a. Ernaginum St.-Gabriel iiii
Arelata Arles viii viiii xii

BV3: Romeinse mijlen opgegeven gemeten route
afstand afstand
Ugerno Beaucaire BeAr
a. Ernagino St.-Gabriel iiii
Arelata Arles viii viiii xii

KR26.13 opgegeven gemeten route
afstand afstand
Ugernon Beaucaire BeAr
Arelaton Arles

Een vraag die blijkbaar bij iedereen opkomt, en die zoals het zich laat aanzien altijd ontkennend wordt beantwoord, is of de Romeinen tussen Beaucaire en Tarascon een brug hadden. In ieder geval was die er tijdens de tweede Punische oorlog (218-201 v.Chr.) nog niet, maar de genoemde plaatsen waren toen ook nog geen Romeins grondgebied. Toch zag Hannibal kans om zijn leger over de Rhône te zetten en daarbij zelfs zijn olifanten mee te nemen. Hoe hij dat deed weet de Romeinse geschiedschrijver Titus Livius (59 v.Chr – 17 n.Chr) niet zeker, maar na een verhaal over een olifant die kwaad gemaakt was komt hij met de verklaring die hij zelf aannemelijker vindt1:

“De meer algemene opinie is echter, dat zij op een vlot zijn getransporteerd; deze methode moet wel het veiligst geschenen hebben aleer men tot uitvoering overging en wint het ook aan waarschijnlijkheid, omdat zij het succes der onderneming nog het meest begrijpelijk maakt. Eén groot vlot, tweehonderd voet lang en vijftig breed, legden zij van het land af de rivier in; om te verhinderen, dat het door den stroom zou afdrijven, was het met verscheidene kabels aan den oever stroomopwaarts bevestigd. Dit vlot werd als een harde weg met aarde bedekt: de dieren zouden dan het idee hebben dat zij nog op het land liepen en er zonder vrees opgaan.

Een tweede vlot, even breed en honderd voet lang, dat geconstrueerd was om te varen, werd hieraan vastgemaakt. Daarna zijn de olifanten, met de vrouwtjes voorop, over het vaste vlot gevoerd; zodra een zeker aantal naar het kleinste vlot, dat aan het andere vastzat, was doorgelopen, haalde men de losse knopen der verbindingstouwen uit en sleepte het vlot met snelle schepen naar de overzijde. Nadat zo de eerste aan land waren gebracht, ging men weer terug om andere over te zetten. De dieren bleven volkomen rustig zolang ze over den schijnbaar vasten weg werden gedreven; de eerste schrik beving hen, wanneer het vlot losraakte en zij het water opgingen. Dan verdrongen zij elkaar, daar de buitenste voor het water terugdeinsden; en zij veroorzaakten nogal wat opschudding, totdat, bij het zien van al dat water, de angst zelf hen weer rustig maakte. Toch vielen er een paar in hun verbijstering overboord; maar door hun zwaarte verloren zij het evenwicht niet; hun cornacs wierpen zij af en door voetje voor voetje steeds de ondiepten te zoeken kwamen zij behouden aan land.”

Toen ca. 118 v.Chr. Gallia Narbonensis Romeins gebied werd en de weg van Aix-en-Provence naar Narbonne daardoor een belangrijke verkeersader, zal men toch wel aan een brug gedacht hebben. Dat er in de tijd van Thomas Platter geen brug was zegt niets over de Romeinse tijd. De kaart van Cassini toont wel een brug en de stand van de techniek in de achttiende eeuw ging die van de Romeinen beslist niet te boven. Hier is dus een brug aangenomen. Die ging misschien verloren toen Beaucaire in de zesde eeuw door de Goten werd verwoest2. Over de brug is de afstand tussen Beaucaire en Tarascon ongeveer één mijl, hier net zoals op de routes AvBe en XaKö met een speciaal teken aangegeven (een soort liggende ‘8’).

Zoals iedereen is ook Hielke Hylkema* van mening dat er in de oudheid geen brug was. Over Tarascon weet hij het volgende te vertellen (etappe 81, maandag 21-8-1995):

“Tarascon is oud. Liguriërs en Kelten hadden er een oppidum. De Grieken vestigden er na de stichting van Marseille een handelspost. In de Romeinse tijd heette de stad Tarasco. Het lag aan de Via Domitia – de weg die Italië met Spanje verbond. De Via Domitia stak hier de Rhône over. Een brug was er trouwens niet en als je geen schipper kon vinden om je over te zetten, dan moest je de omweg nemen over Arles. Daar lag wel een brug. Gnaeus Domitius Ahenobardus was proconsul van de Provincia Narbonensis. Hij opende de weg in 118 v.C. Tussen Beaucaire en Nîmes ligt nog een stuk. De Via Agrippa en Via Domitia kruisten elkaar bij St-Gabriel (Ernaginum) – nu een gehucht aan de N570.”

tekening 1

Een belangrijker punt is dat Arles op de Peutinger-kaart op de westelijke oever van de Rhône staat. Daar is wel eens uit geconcludeerd dat de Rhône in de oudheid ten oosten van Arles stroomde, maar het lijkt aannemelijker dat de kaart gewoon (weer eens) fout is. Door geknoei met de beschikbare ruimte kon de kopiist Arelate niet meer aan de rechterkant van de Rhône kwijt en zette haar daarom maar links neer, midden in de weg van Nîmes naar Aix-en-Provence en dus ook in dat opzicht op de verkeerde plaats.

tekening 2

Het bovenste plaatje geeft de situatie op de Peutinger-kaart weer, en het onderste hoe die werkelijk geweest zal zijn. De route via Ponte Aerarium (NîAr) heeft waarschijnlijk niet op de kaart gestaan, maar hier is te zien dat het eventueel wel had gekund.

_________________________________________

  1. Latijnse geschiedschrijvers. Bloemlezing uit de werken van Sallustius, Caesar, Livius en Tacitus in nieuwe vertaling, samengesteld door Dr. Jan van Gelder. Haarlem 1952, p. 53.
  2. Gregorius van Tours: Historiën. Vertaald en van aantekeningen voorzien door F.J.A.M. Meijer. Ingeleid door M.A. Wes. Baarn, 1994, p. 499.