bronnen en problemen
vak C2

ReWi: Reims – Williers

IGN carte topographique TOP 100: 05 Charleville-Mézières / Maubeuge
10 Reims / Verdun

plaats van route ReWi

Gm km
Durocortoro Reims
a. Nouiomagus Juniville xii 30
b. Vongo vicus Voncq x 25
c. ? Tannay vi 15
d. Mose Mouzon viii 20
e. Epoisso vicus Carignan iii 8
Meduanto Williers v 13

De kaarsrechte weg die vanuit het centrum van Reims (Durocortorum) naar het noordoosten gaat loopt aanvankelijk over weg N51. Die buigt bij Witry-lès-Reims nog iets verder naar het noorden toe, maar de route loopt in de oorspronkelijke richting verder over een pad dat een Ancienne voie romaine wordt genoemd. Opmerkelijk is dat deze Romeinse weg niet op de kaart van Cassini is te vinden, noch op kaarten uit de Ryhiner-Sammlung. In de Michelin wegatlas en op het internet in ViaMichelin en Google-maps zoekt men deze weg ook tevergeefs. Wel is steeds de iets westelijker gelegen Romeinse weg naar Boult-sur-Suippe te vinden, maar de onderhavige route staat alleen op de toeristenkaart. Blijkbaar is ze al eeuwen in onbruik. In de oudheid was het echter een zeer belangrijke weg, die van Reims via Williers naar Keulen en Trier leidde. Vergelijking van de kaart met Google-earth leert dat de kaart een oudere situatie weergeeft, want ten oosten van Witry-lès-Reims is een stuk van de weg inmiddels omgeploegd.

Ten zuidoosten van Witry-lès-Reims zijn bij Berru Romeinse graven en bronswerk gevonden. De Romeinse aanwezigheid wordt ook vermeld bij Caurel en Lavannes, die nagenoeg aan de weg zelf liggen, en bij Isles-sur-Suippe, waar weg N51 de Suippe kruist. Vlak bij de plaats waar de Romeinse weg over de Suippe gaat ligt Heutrégiville, dat tenminste nog “traces de la voie romaine” heeft. Niet zelden vermeldt Quid.fr bij de oudheden van een plaats slechts de passage van een Romeinse weg. Maar zowel de passage als de traces van de weg zeggen natuurlijk niets over de ouderdom van de plaats zelf. Van Aussonce, dat wat verderop langs de weg ligt, wordt gezegd dat het een Romeinse woonplaats (habitat) was. Het ten zuiden van Aussonce gelegen Pontfaverger-Moronvilliers wordt een Romeins ‘oord’ (site) genoemd. De naam van het plaatsje herinnert er aan dat er ooit een dorp was met de naam Moronvilliers, maar dat bestaat niet meer. Zoals heel veel plaatsen in deze omgeving is het in de eerste wereldoorlog met de grond gelijk gemaakt. Pontfaverger werd later weer opgebouwd, maar van Moronvilliers is alleen de naam overgebleven.

Dan passeert de weg Juniville waarbij Romeinse voorwerpen en munten zijn gevonden. Niet ver er vandaan moet Noviomagus* gelegen hebben. Het kaartje bij de “bronnen en problemen” van deze route, waarop de vermoedelijke locatie van Noviomagus is aangegeven, is overgenomen van de toeristenkaart. Maar ook hier laat Google-earth zien dat er iets veranderd is: aan de zuidoostkant van Juniville is de Romeinse weg verdwenen. Behalve de eerste wereldoorlog kunnen nog allerlei andere gebeurtenissen voor het verdwijnen van Noviomagus, of de opvolger daarvan, gezorgd hebben. Zoals de invallen van Hunnen en Franken, of de Hugenotenoorlogen van de 16e eeuw. De route kruist nu de Retourne, waaraan meerdere plaatsjes liggen die in de Romeinse tijd waren bewoond. Ten oosten van de weg zijn dat Ville-sur-Retourne (habitat en grafveld) en Mont-St.-Remy (grafveld) en naar het westen Juniville, Neuflize (vestiges) en le Châtelet-sur-Retourne (Romeins kamp).

In de omgeving van Pauvres is ook een stuk van de weg verdwenen, maar met behulp van Google-earth nog wel te zien. Dan volgt er een flauwe boog in de weg die waarschijnlijk met de terreingesteldheid te maken heeft en loopt de weg verder met aan weerszijden de plaatsjes Vaux-Champagne (traces de voie romaine) en Coulommes-et-Marqueny (agglomération gallo-romaine). Vijf kilometer verderop verschijnt weer een boogje in de weg. Wellicht ging de route vanaf hier pal naar het oosten om uit te komen in Voncq (Vongovicus), waarbij Quid.fr ook niet meer vermeldt dan sporen van de Romeinse weg. Daarmee wordt waarschijnlijk het pad bedoelt dat vanuit Voncq naar het noordoosten loopt. Wat op de toeristenkaart niet is te zien, maar in Google-earth wel, is dat dit pad van oorsprong in een rechte lijn naar le Chesne liep. Vandaar ging de route over weg D977 naar het oosten en ten zuiden van Tannay verder over weg D30.

In Tannay zelf of in de nabije omgeving daarvan lag de onbekende halte die op de Zuil van Tongeren vermeld staat. Misschien is de naam Tannay afgeleid van het Gallische tannos = eik. Quid.fr vermeldt er présence romaine, wat wel een beetje mager is voor een halte op de Romeinse route. Bij het ten zuiden van Tannay gelegen plaatsje les Petites-Armoises is op grond van vondsten ook de Romeinse aanwezigheid geconcludeerd. De route loopt over weg D30 tot aan Stonne, waarbij ook de Romeinse aanwezigheid wordt vermeld. Na Stonne daalt het terrein plotseling, waardoor de weg een haarspeldbocht moet maken. Vanaf de meest westelijke bocht gaat de route naar het noordoosten. Op de kaart is van het verloop ervan slechts een deel te zien. Het is het pad dat in noordoostelijke richting langs la Besace naar het Bois d’Yoncq loopt. Op Google-earth is dit stuk van de route eigenlijk helemaal niet te volgen vanwege het vele bos. Bij Yoncq worden de Romeinse aanwezigheid en sporen van de weg Reims-Trier vermeld. Na het Bois d’Yoncq loopt de route nog door het Bois de Pourron en gaat dan over een Ancienne Voie Romaine naar Mouzon (Mosa), waar de Romeinen sporen hebben nagelaten. Hier begon route MoMa over de Maas naar Maastricht. Ten noordwesten van Mouzon zijn bij Autrecourt-et-Pourron Romeinse munten gevonden. Zuidwaarts liep er vanaf Mouzon waarschijnlijk een weg langs de Maas naar Verdun. Ten zuidwesten van Mouzon, bij Moulins-St.-Hubert, zijn daar sporen van gevonden.

De route route gaat nu verder over weg D19. Ten zuiden daarvan wordt de Romeinse aanwezigheid vermeld bij Vaux-lès-Mouzon en Sailly. De volgende halte is Carignan (Epoissum). Ook hier is allerlei Romeins gevonden (stèle, kapitelen), waaronder de resten van een villa. Gregorius van Tours noemt die plaats Ivoi1. Die naam is tot 1662 in gebruik gebleven. Blagny, ten zuidoosten van Carignan, is van Gallo-Romeinse origine. De route loopt aanvankelijk verder over weg D981, maar gaat kort na de boerderij Way ten noorden van de weg over een Chemin des Romains die in Google-earth goed te volgen is. Ter weerszijden van de weg is de Romeinse aanwezigheid geconstateerd bij Matton-et-Clémency en les Deux-Villes. Waar weg D981 naar het noorden buigt gaat de route verder over weg D48 naar Williers (Meduanto). Hier kon de reiziger kiezen tussen voortzetting van de reis naar Trier of in de richting van Keulen. De weg naar Trier liep verder noordoostwaarts tot onder Pin, waar een Chaussée Brunehaut naar het oosten buigt, richting Arlon, en vandaar verder naar Trier (WiTr). De weg richting Keulen loopt via Neufchâteau en Bastenaken naar Düttling (WiDü).

_________________________________________

  1. Gregorius van Tours: Historiën. Vertaald en van aantekeningen voorzien door F.J.A.M. Meijer. Ingeleid door M.A. Wes. Baarn 1994, noot 21 van boek VIII.