bronnen en problemen
vak D1

NiTo: Nijmegen – Tongeren

Topografische kaart van Nederland 1:50.000 40 West Arnhem
46 Gennep
52 West Venlo
52 Oost Venlo
58 West Roermond
58 Oost Roermond
NGI Nationaal geografisch instituut te Brussel 10-18 Maaseik
26 Genk
34 Tongeren

plaats van route NiTo

Gm km
Nouiomagi Nijmegen
a. Ceuelum Malden iii 8
b. Blariaco Blerick xxii 55
c. Catualium Heel xii 30
d. Feresne Dilsen viiii 23
Atvaca Tongeren xvi 40

Vanuit de wijk Biezen ten westen van Nijmegen (Noviomagus) wordt weg N844 opgezocht, die vanaf het Keizer Karelplein1 in zuidelijke richting loopt. Na acht kilometer (ruim drie Gallische mijlen) volgt de eerste halte: Malden (Cevelum). Na de afbraak van de oude kerk in 1960 heeft men Romeins bouwmateriaal gevonden2 en in het bos ten oosten ervan (Heumensoord) is de fundering van een wachttoren aangetroffen. De toren is gereconstrueerd, zodat de toerist een indruk van een dergelijk gebouwtje kan krijgen. Malden ligt in de gemeente Heumen. Dat lijkt vreemd omdat het door het Maas-Waalkanaal van Heumen is gescheiden, maar het kanaal werd pas in de eerste helft van de 20e eeuw gegraven.

De Romeinen konden vanuit Malden onbelemmerd naar het westen lopen. Het is dus niet vreemd dat bij Overasselt, ten westen van Heumen, restanten van een Romeinse villa zijn gevonden. Ten zuiden van het centrum van Malden sluit weg N844 aan op de weg met nummer N271. De route gaat daarover in zuidelijke richting verder, bereikt bij Molenhoek de Maas, en loopt dan door Mook. Na het centrum van Mook wordt weg N271 verlaten en blijft de route in zuidelijke richting langs de Maas lopen. Tussen Cuijk aan de andere kant van de Maas en Middelaar ten oosten ervan lag in de Romeinse tijd een brug, waarvan resten in de jaren 1992 en 1993 zijn teruggevonden. Ter plekke van Cuijk zelf lag een castellum dat de brug en de doorvaart op de Maas beheerste. Tegenwoordig zijn Cuijk en Middelaar door een veerpont met elkaar verbonden, hetgeen op de topografische kaart echter niet te zien is. Ten noordwesten van Cuijk, bij Linden, dat tegenwoordig als een eiland in de Kraaienbergse Plassen ligt, zijn urnen en Romeins vaatwerk uit de 1e eeuw gevonden. Bij Vianen, aan de westkant van Cuijk, zijn Romeinse munten aan het licht gekomen. Aan de oostkant van de Maas, ten noorden van Middelaar en nog voorbij Plasmolen, bevinden zich op het landgoed St.-Jansberg de resten van een Romeinse villa. Doormiddel van een informatiebord en een staalconstructie zijn de ligging en de omvang van het hoofdgebouw van de villa gevisualiseerd. Voor een villa in Romeins-Nederland heeft dat hoofdgebouw namelijk bijzondere afmetingen.

Vanaf Cuijk volgde de route waarschijnlijk min of meer de rivier, door Oeffelt (munten, deel van een handmolen), Beugen (overblijfselen uit de Romeinse tijd), Boxmeer (sporen van de Romeinse weg, grafvelden), Sambeek, Vortum-Mullum, Groeningen, Vierlingsbeek (urnen, munten) en Maashees. Ten noordwesten van Maashees is in de 19e eeuw in de Vliegenberg (ten noorden van Holthees) veel Romeins gevonden, waaronder aardewerk en munten. Na Maashees wordt het een tijdje saai op Romeins gebied. Het is ook niet helemaal duidelijk hoe het verloop van de route was. Ten behoeve van het meten van de afstanden is hier aangenomen dat de ze verder ging over Geysteren, Wanssum, Blitterswijk, Broekhuizenvorst, Broekhuizen, Lottum en Grubbenvorst naar de volgende halte: Blerick (Blariacum). Het Romeinse karakter van Blerick komt pas de laatste jaren aan het licht. Eerder waren er wel vondsten in de omgeving gedaan, in de wijken Groot Boller aan de noordkant en de wijk Boekend aan de westkant van de stad, maar niet in Blerick zelf. Inmiddels is er Romeins aardewerk gevonden en een Romeins graf. Sporen van een Romeinse weg wekken het vermoeden dat Blerick in de oudheid door een brug over de Maas was verbonden met Venlo, dat toen Sablones werd genoemd (zie route XaHe).

Na Blerick volgt de weg de rivier verder zuidwaarts, langs Baarlo (Romeinse heipalen en dakpannen) en Kessel (niet te verwarren met Kessel aan de Waal, dat bekend is vanwege de Romeinse tempel die daar heeft gestaan). Hier is het verloop van de route weer heel onduidelijk. Wellicht liep ze langs Neer, Nunhem en Haelen (grafveld), maar ook Buggenum ten oosten van Haelen heeft een grafveld uit de Romeinse tijd. Dan gaat de route door Horn en Beegden (grafveld) naar Heel (Catualium). De meeste vondsten in Heel uit de Romeinse tijd zijn rond de Stephanuskerk opgegraven. Daarna gaat de route verder door Thorn, kruist de grens tussen Nederland en België en loopt dan door Kessenich, waar misschien een Romeins castellum lag. In ieder geval is er een stukje van de Romeinse weg opgegraven, die hier een breedte van twaalf meter had. De route gaat verder langs Ophoven, Maaseik, Elen en Rotem naar Dilsen (Feresne), waar grondsporen van gebouwen, aardewerk en munten uit de Romeinse tijd zijn gevonden. Dan via Lanklaar (sporen van gebouwen, aardewerk, munten) naar Eisden, waar allerlei Romeins is gevonden, zoals het beeld van een rund, sporen van gebouwen, aardewerk, munten en een fries met gebeeldhouwd eikenloof. Daarna loopt de route niet over weg N78, maar door Vucht (sporen van gebouwen, aardewerk, munten, graven, dakpannen, wrijfschalen), kruist bij Maasmechelen weg N78, loopt door Opgrimbie, kruist N78 opnieuw ten noorden van Neerharen en loopt naar Smeermaas.

Vanaf daar slingert de route rond de N766 naar het zuiden en komt via Caberg (nu een wijk van Maastricht) aan de westkant van Maastricht, in de buurt van de Ruttensingel (naam niet op de topografische kaart) uit op de weg van Tongeren (Atuaca) naar Heerlen (ToHe). De weg naar Tongeren gaat vanaf hier in westelijke richting over route ToHe, maar loopt niet over de mooie rechte N79, maar tot aan Riemst iets ten noorden ervan, en na Riemst aan de zuidzijde.

_________________________________________

  1. Voorheen veronderstelde men dat Nijmegen een residentie van Karel de Grote was.
  2. http://www.dbnl.org/tekst/schu211rijk02_01/schu211rijk02_01_0009.php