bronnen en problemen
vak B3

LiAr: Limoges – Argenton-sur-Creuse

IGN carte topographique TOP 100: 34 Poitiers / Loches
35 Bourges / Montluçon
41 Limoges / Guéret

plaats van route LiAr

Gm km
Augustoritum Limoges
Argantomago Argenton-sur-Creuse xxxvi 90

Vanuit het centrum van Limoges (Augustoritum) gaat de route in noordoostelijke richting. Hoe de weg door de huidige stad liep is onduidelijk en het uitzoeken daarvan is een mooie taak voor de inwoners ervan. Aan de noordkant van het Bois de la Bastide volgde de route misschien ongeveer het tracé van de huidige A20-E9 (l’Occitane), maar ging bij de kruising ter hoogte van Rilhac-Rancon verder over weg D220. Een heel eind ten westen daarvan, ten noordwesten van Limoges, staat bij St.-Gence het bekende symbool van het afgebroken pilaartje op de toeristenkaart, met daarbij de tekst Enceinte romaine. Het gaat hier om een Romeinse omwalling die Camp de César wordt genoemd. Met de onderhavige route heeft dat kamp misschien niet veel te maken, maar de naar oudheden snakkende toerist wil er misschien toch op gewezen zijn. De eerste sporen van occupation gallo-romaine langs de route zelf worden vermeld bij Compreignac, ten westen van weg D220. Of de daarbij vermeldde “antieke weg” D220 zelf is, of dat die ergens anders ligt, wordt er niet bij gezegd. Een eind verderop zijn ten oosten van de route Gallo-Romeinse begraafplaatsen gevonden bij Bersac-sur-Rivalier. Ten zuidoosten van Bersac-sur-Rivalier (plaats onthouden) is nogal wat Romeins gevonden en trouwens ook te zien, zoals het Camp romain dat op de toeristenkaart ten zuidoosten van St.-Sulpice-Lauriere is aangegeven. Het terrein hoort bij het nog iets verder naar het zuidoosten gelegen Jabreilles-les-Bordes, waarbij ook Romeinse wegen, een altaar, een wijsteen voor de godin Epona en een oppidum worden vermeld. Ook het ten noordoosten van Jabreilles-les-Bordes gelegen St.-Goussaud is op de toeristenkaart voorzien van het bekende symbool dat Romeinse resten aangeeft. Onder de daarbij genoemde Vestiges gallo-romains zijn die van een tempel en een theater.

Terug naar de route ter hoogte van Bersac-sur-Rivalier. Bij Folles, ten noordoosten van Bersac, is een Gallo-Romeins graf gevonden. Het plaatsje ligt aan de Gartempe, dat op de toeristenkaart slechts een heel dun blauw streepje is, maar op de kaart van Cassini veel duidelijker is aangegeven. Dat het stroompje in de Romeinse tijd ook al van belang was blijkt ook uit de vele sporen van bewoning uit die tijd bij de wat grotere plaats Châteauponsac, die ruim zeven kilometer ten westen van de weg ligt, en ook bij Rancon, nog eens zeven kilometer westelijker.

Ook halverwege tussen weg D220 en Châteauponsac zijn bij het buurtschap la Bussière-Étable sporen van Gallo-Romeinse bewoning aangetroffen. De route blijft steeds naar het noorden lopen, over weg D220, die zich links en rechts om de autoweg A20-E9 slingert. Waar die autoweg een oostwaartse aftakking krijgt met het nummer N145-E62 liggen aan de oostzijde van de route de plaatsen St.-Maurice-la-Souterraine (Gallo-Romeinse begraafplaats) en la Souterraine (resten van een Gallo-Romeinse tempel). Verderop, aan de westkant van de route, ligt St.-Sulpice-les-Feuilles, waarbij Gallo-Romeinse ruïnes zijn aangetroffen. Volgens Quid.fr is dat bij Virevalas. Waarschijnlijk is dat hetzelfde buurtschap als het op de toeristenkaart ten noordoosten van St.-Sulpice-les-Feuilles maar nog ten westen van de weg gelegen buurtschap Virvalais. Ten zuidwesten van St.-Sulpice-les-Feuilles en aan de zuidwestkant van het Bois de Bouèry staat op de kaart het symbool met het afgebroken pilaartje en daarbij de tekst Enceinte quadrilatère. Een vierhoekige omwalling dus die, het kan haast niet anders, Camp de César genoemd wordt. Ten westen ervan bevindt zich een Romeinse grafsteen bij de kerk van St.-Léger-Magnazeix. Ten noordoosten van St.-Léger-Magnazeix zijn Gallo-Romeinse resten gevonden bij Cromac en ook bij les Grands-Chézeaux, dat ten oosten van Cromac ligt, vlak bij de weg.

Bij Rhodes ligt de grens tussen de departementen Haute-Vienne en Indre en krijgt de weg nummer N2020. Bij Mouhet, aan de westkant van de weg, zijn sporen van Gallo-Romeinse graven en beeldhouwwerk gevonden. Ongeveer ter hoogte van Mouhet, maar dan ten oosten van de weg, nog voorbij weg D1, ligt St.-Sebastien. Ten noorden daarvan, bij het buurtschap Lanaud, zijn sporen uit de Gallo-Romeinse periode gevonden. Ten oosten van Lanaud ligt het buurtje Chantôme. Dat is onderdeel van de Commune de Eguzon-Chantôme, waarbij een Gallo-Romeins graf wordt vermeld. En tevens Gallo-Romeinse overblijfselen bij het buurtschap Parchimbaud, ten zuidoosten van Chantôme en ten noordoosten van St.-Sebastien. In Quid.fr wordt de naam van het plaatsje gespeld als Parchimbault. De Fransen kunnen er zelf soms ook niet uit wijs. Sommige van deze plaatsjes zouden ook bij de route ArMo gerekend kunnen worden en zijn daar dus eveneens genoemd. De route, nog steeds weg N2020, wordt nu gekruist door weg D36. Wie daarover een kilometer of acht in westelijke richting gaat komt in St.-Benoît-du-Sault, waar de (Gallo-)Romeinen ook sporen hebben nagelaten. Ten noordoosten van St.-Benoît-du-Sault, maar nog aan de westkant van de weg, is dat ook het geval bij Chazelet. De route blijft over weg N2020 naar het noorden lopen, totdat die de Creuse oversteekt en eindigt het centrum van Argenton-sur-Creuse (Argentomagus).