bronnen en problemen
vak C2 / D2 / C3

LaCh: Langres – Chalon-sur-Saône

IGN carte topographique TOP 100: 29 Dijon / Chaumont
37 Dijon / Tournus

plaats van route LaCh

Gm km
Andemantunno Langres
a. Filena (Tilena) Til-Châtel xvi 40
b. Vidubia les Bolards xviiii 48
Cabillione Chalon-sur-Saône xviiii 48

De route tot aan Dijon

Vanuit het centrum van Langres (Andemantunnum) loopt de route zuidwaarts over weg N74. Na twee kilometer splitst zich weg D122 naar het zuidoosten af. Daarover loopt de route LaBe naar Besançon. Dan volgt aan de westkant van de weg Saints-Geosmes, waar de resten van Romeinse villa’s zijn opgegraven. Ook in het volgende dorp, Bourg, eveneens aan de westkant van de weg, Zijn ook de resten van een villa gevonden. Aan de oostkant van de weg, bij Cohons, wordt in Quid.fr présence gallo-romaine vermeld. Dan loopt de route door Longeau. Ten westen daarvan, bij Baissey, was ook présence gallo-romaine. Wat daar precies mee bedoeld wordt mag men zich afvragen. Het is een uitdrukking die in Quid.fr zeer veel wordt gebruikt. Misschien betekent het niet meer dan dat er ooit een munt of een potscherf is gevonden. Hierna is er ruim tien kilometer geen Romeins te beleven. De weg maakt eerst een flauw knikje zuidwaarts en dan weer een wat duidelijke knik zuidwestwaarts. Ter hoogte van Isômes, dat aan de oostkant van de weg ligt, bij de samenloop van de Badin en de Coulange, zijn sporen van de Romeinse weg gevonden. Ten noordoosten van Isômes worden bij Choilley-Dardenay Gallo-Romeinse mijlpalen vermeld, speciaal in het Bois de la Louchotte. Op de toeristenkaart zijn de mijlpalen niet aangegeven, evenmin als het Bois de la Louchotte. Er is bij Choilley-Dardenay ook geen Romeinse weg te zien. Maar bij het ten zuiden ervan gelegen Cusey wordt ook weer een voie romaine vermeld. Beide plaatsjes liggen aan het Canal de la Marne à la Saône, dat hier gegraven is naast een beekje met de naam Vingeanne. Misschien wordt de Ancienne Voie Romaine bedoeld die zich ten noordwesten van Isômes van de route afsplitst en in zuidoostelijke richting naar Mirebeau-sur-Bèze loopt.

Mirebeau-sur-Bèze moet in de Romeinse tijd een aanzienlijke plaats zijn geweest en wordt in Quid.fr een militaire stad genoemd. Er zijn resten gevonden van een kamp met grachten, een forum, basilica, delen van een omwalling, thermen, hypocaustum*, aquaduct, grondsporen van Gallo-Romeinse gebouwen, vloertegels en munten. Men wil dat één van de plaatsen die door Ptolemaeus Noeomagus werd genoemd, Mirebeau-sur-Bèze is (zie de bijlage* bij tekst H4.3). Ongetwijfeld is er in de driehoek tussen Langres, Besançon en Chalon-sur-Saône nog van alles te ontdekken op het gebied van Romeinse wegen, want niet alleen Mirebeau-sur-Bèze werd toen bewoond, maar bijvoorbeeld ook Marnay (sporen van gebouwen), Pesmes (talrijke vondsten op de kruising van twee wegen, aquaducten, baden, pottenbakkerswerkplaatsen), Gray en Pontailler-sur-Saône. Terug naar de route. Die gaat nog steeds verder over weg N74. Sporen van de Romeinse weg zijn gevonden ter hoogte van Occey, dat aan de oostkant ervan ligt.

Verderop bevinden zich aan de westzijde, tussen de weg en Selongey, de resten van een Gallo-Romeinse villa, op de toeristenkaart aangegeven als Vestiges gallo-romains, met het bekende symbool van het afgebroken pilaartje. Sporen uit de Romeinse tijd worden ook vermeld bij Véronnes, ten zuidoosten van Selongey, aan de andere kant van de weg. Dan wordt de eerste halte op deze route bereikt: Til-Châtel (Tilena), waar gedenktekens uit de 4e of 5e eeuw zijn gevonden.

Na Til-Châtel gaat de reis nog steeds over weg N74, maar ter hoogte van Marsannay-le-Bois wijkt die af naar het westen en gaat de route verder over een pad dat op de toeristenkaart een Ancienne Voie Romaine wordt genoemd. Verderop langs de route, bij Bellefond, maakt het pad een lichte knik in zuidelijke richting. Aan de oostkant ervan heeft een villa gelegen bij Ruffey-lès-Echirey. Ten westen van Ruffey-lès-Echirey (en van de weg), bij Ahuy, bevinden zich resten van een Gallo-Romeins aquaduct. Dan loopt de route naar het centrum van Dijon (Gallo-Romeinse nederzetting uit de 2e/3e eeuw, sporen van het castrum, van een begraafplaats en van de Romeinse weg). Voordat we de reis voortzetten moet nog even de aandacht worden gevestigd op de Aglomération Gallo-romaine de Médiolanum bij Mâlain, gelegen op ongeveer 20 km ten westen van Dijon, en op de kaart aangegeven met het bekende symbool. Lag deze plaats langs een route van Dijon naar Saulieu? of Avallon op route AuAu? Dat is één van de vele vragen die nog op bestudering wachten.

De oostelijke route van Dijon naar Chalon

Vanaf het centrum van Dijon is over een afstand van 8 kilometer op de toeristenkaart niets van de Romeinse weg te zien, maar omdat die weg op Dijon gericht is mag aangenomen worden dat het onzichtbare deel er wel is geweest. De Ancienne Voie Romaine begint op de toeristenkaart ongeveer op het punt waar de autosnelweg A31-E17 vanuit het noordoosten aansluit op weg A311(A11?). Deze aansluiting ligt aan de oostkant van een groot rangeerterrein van de spoorwegen (Triage de Gevray-Chambertin). Maar sporen van de weg zijn al noordelijker gevonden ter hoogte van Longvic (ten zuidoosten van Dijon), waar aan de Ouche ook de resten van een watermolen uit de Romeinse tijd zijn aangetroffen. De eerstvolgende tien kilometer is er langs de Ancienne Voie Romaine niets Romeins te beleven, maar de plaatsjes Fenay en Broindon ten oosten van de weg en St.-Philibert ten westen ervan laten in Quid.fr trots weten dat ze aan een voie romaine liggen. Daarna gaat de route door St.-Bernard, kruist een beekje dat Vouge heet, en loopt op de toeristenkaart dood tegen het Bois de Souzières. Een weinig bemoedigend begin. Misschien dat er op een gedetailleerdere kaart nog iets met bospaden valt te doen. Maar ook op de toeristenkaart lijkt het wel alsof de weg hier van oorsprong doorliep, want na het Étang du Bois zet hij zich naar het zuiden toe in een rechte lijn van wegen en paden voort. Wie daar over verharde wegen op terecht wil komen moet eerst naar het zuidwesten weg D116b volgen door Boncourt-le-Bois (sporen van een villa, mozaïekfragmenten) en Agencourt (munten). Ten oosten van het bos zijn sporen uit de Romeinse tijd aangetroffen bij Villebichot en ten zuidoosten daarvan bij St.-Nicolas-lès-Cîteaux.

Na Agencourt kan het vervolg van de weg bereikt worden over weg D8. Bij la Chocelle, waarschijnlijk een boerderij, kan dan weer de weg naar het zuiden opgezocht worden. Die loopt langs Gerland en Argilly, waar een Romeinse villa heeft gestaan en waar sporen van de oude weg zijn gevonden. Maar bij Villy-le-Brûlé houdt de rechte weg op en moet de moderne reiziger verder naar het ten zuidwesten ervan gelegen Corberon (twee Gallo-Romeinse villa’s). Vanaf hier wordt weg D2 gevolgd. Die buigt met de Meuzin mee naar het zuidoosten en krijgt dan opeens nummer D171, een teken dat we de grens tussen twee departementen passeren (van Côte-d’Or naar Saône-et-Loire). Bij Palleau valt de Meuzin in de Dheune. Hier was een voorde met stapstenen. Er is een inscriptie van het 8e legioen gevonden en overblijfselen van de Romeinse weg. We volgen de Dheune door St.-Martin-en-Gâtinois (sporen van de weg).

Ongeveer vijf kilometer ten westen van St.-Martin-en-Gâtinois, bij St.-Gervais-en-Vallière, wordt een chemin ferré genoemd. Die hoort echter niet bij de onderhavige route, maar bij D970, een Romeinse weg die Verdun-sur-le Doubs (zie route ChBe) verbindt met Beaune. Bij St.-Loup-de-la-Salle, ten westen van St.-Gervais-en-Vallière, ligt in die zijweg (diverticulum) een Romeinse brug. Weer terug naar de route. Hier is er van uitgegaan dat die bij Allerey-sur-Saône op weg D5 uitkomt. Quid.fr vermeldt er een villa, sporen van een voorde, bronzen beeldjes, aardewerk, munten, lampen en mantelspelden. De route loopt nu helemaal verder over weg D5 door Gergy (Gallo-Romeinse overblijfselen, sporen van de weg), Sassenay (vestiges antiques) en Crissey (sporen van de weg) naar het centrum van Chalon-sur-Saône (Cabilonnum).

De westelijke route van Dijon naar Chalon

Vanuit het centrum van Dijon loopt de route over weg N74 naar het zuidwesten. Bij Chenôve aan de westzijde van de weg heeft een Romeins kamp gelegen en bij Marsannay-la-Côte een Gallo-Romeinse begraafplaats. Daar waar de route weg D31 kruist beroemt Gevrey-Chambertin zich op de aanwezigheid van de voie romaine. Bij het ten zuiden van Gevrey-Chambertin gelegen Morey-St.-Denis worden Gallo-Romeinse overblijfselen vermeld. In het ten zuidoosten van Morey-St.-Denis gelegen Gilly-lès-Cîteaux heeft men een basreliëf van de godin Epona ingemetseld in de muur van een boerderij. Verderop volgt Nuits-St.-Georges met daaronder op de toeristenkaart het bekende symbool met het afgebroken pilaartje en de tekst Fouilles gallo-romaines. Op het kaartje van de “bronnen en problemen” aangegeven met een sterretje. Deze plek heet les Bolards (Vidubia), maar dat is op de kaart niet te zien. Er zijn een woonwijk, tempel van Apollo, Mithraeum, grafzuilen, beeldjes, munten, aardewerk en mantelspelden opgegraven. Na een bezoek aan deze bijzondere plaats wordt weg N74 weer opgezocht, want daarover gaat de route verder. Ten oosten van de weg en aan de spoorbaan ligt Corgoloin, waar de sporen van een nederzetting, munten, potscherven, een bronzen satyrhoofd, een stèle voor de vogelgod en dak-pannen uit de grond zijn gekomen. Een mijl verderop langs het spoor is bij Ladoix-Serrigny een Romeinse muntschat gevonden. Weer een mijl verder ligt Chorey(-les-Beaune), waarbij gebeeldhouwde hoofden, een standbeeld, munten en mozaïekfragmenten worden vermeld. Ten noordwesten van Chorey ligt Savigny-les-Beaune, dat bij zijn vestiges antiques Gallo-Romeinse stèles vermeldt en sporen van de weg van Langres naar Autun.

Dat laatste lijkt een wat wilde claim. Wie tussen Langres en Autun de route via Chalon-sur-Saône wil afsnijden neemt bij Beaune weg D973 in zuidwestelijke richting. Beaune is al sinds het neolithicum bewoond en had een tempel voor Apollo-Belenos (zonnegod). De route gaat verder over weg N74. Bij Volnay, iets ten zuidwesten van Beaune en even voorbij Pommard (beide aan weg D973 naar Autun) zijn Gallo-Romeinse graven en veel Romeinse munten uit de grond gekomen. Ten zuidwesten van Volnay, bij Meursault, heeft een Romeinse villa gestaan. Nu komt weg N74 uit op die met nummer N6 en gaat daarover in zuidoostelijke richting verder. Ten oosten van Chagny zijn bij Chaudenay mozaïekfragmenten gevonden. Bij Bouzeron, ten zuidwesten van Chagny wordt in Quid.fr een Romeins kamp vermeld. Dit is niet het Champ de César dat ten zuidwesten van Bouzeron op de toeristenkaart staat aangegeven, want dat hoort bij Agneux, dat ten westen van Rully ligt. Bij Rully worden verder nog een beeldje, sporen van de Romeinse weg en mozaïekfragmenten vermeld. Ten zuidoosten van Rully hebben bij Fontaines ook mensen in Romeinse stijl gewoond, getuige de aanwezigheid van grondsporen van gebouwen, aardewerk en dakpannen. De weg loopt nu verder naar het centrum van Chalon-sur-Saône (Cabilonnum). Bij het ten noordwesten van Chalon gelegen Châtenoy-le-Royal wordt een mijlpaal uit de 3e eeuw vermeld. Deze stond aan de route (AuCh) van Autun naar Chalon (D978).