bronnen en problemen
vak C3

ClFe*: Clermont-Ferrand – Feurs

IGN carte topographique TOP 100: 42 Clermont-Ferrand / Montluçon
43 Lyon / Vichy
50 St.-étienne / le Puy-en-Velay

plaats van route ClFe

Gm km
Augustonemetum Clermont-Ferrand
Forum Segusiavorum Feurs xliii 108

Vanuit het centrum van Clermont-Ferrand (Augustonemetum) loopt de route naar het oosten over weg D766. Dat is de weg aan de zuidkant van het Aérodrome de Clermont-Ferrand-Auvergne. Ten noorden van het vliegveld zijn bij Aulnat sporen van de Gallo-Romeinse aanwezigheid gevonden, en ten zuidwesten ervan, dus eigenlijk ten zuidoosten van Clermont-Ferrand, bij Aubière. Even voorbij het vliegveld maakt de weg een knik naar het noordoosten en krijgt verderop het nummer N89. Deze weg loopt door Pont-du-Château en steekt daar de Allier over. Ten zuidoosten van Pont-du-Château zijn bij Vertaizon ook sporen uit de Gallo-Romeinse periode aangetroffen. Ten noorden van Vertaizon loopt weg N89 met een knik naar het noordoosten. Dat is het tracé van de onderhavige route. Maar de rechtdoor gaande weg D10 heeft wellicht in de oudheid ook een voorganger gehad, want de Gallo-Romeinse aanwezigheid wordt in Quid.fr genoemd bij Bouzel (aardewerk) aan de zuidkant van D10, bij Moissat (munten en aardewerk) en bijna aan het einde van weg 10 bij Ravel (Romeinse pottenbakkersovens). Terug naar de route. Die loopt zoals gezegd over weg N89. Tussen de weg en de Allier zijn Gallo-Romeinse sporen gevonden bij Beauregard-l’Evêque en noordoostelijker langs de rivier bij Culhat. De weg zelf loopt naar Lezoux, dat een Gallo-Romeins centrum van aardewerkproductie was.

Na Lezoux loopt de route kaarsrecht in de richting van de plaats waar weg N89 ten noorden van Peschadoires de spoorbaan kruist. Dan loopt ze opnieuw over weg N89, maakt een lichte knik naar het noordoosten, kruist bij Pont-de-Dore de Dore, een zijriviertje van de Allier, en gaat verder naar Thiers, dat in de Gallo-Romeinse tijd ook bewoond was; volgens Quid.fr onder de naam Tigernum.

Tot aan het eindpunt toe blijft de route nu weg N89 volgen. Na Thiers begint het laaggebergte van de Forez, tussen Allier en Loire. Dat dit een minder geliefde vestigingsplaats was blijkt uit het plotseling afnemen van vestiges gallo-romains langs de route. Nadat weg N89 een eind in oostnoordoostelijke richting heeft gelopen buigt ze na Chabreloche naar het zuidoosten af. De weg loopt hier evenwijdig aan de autosnelweg A72-E70. Waar die weer naar het oosten afbuigt loopt hij langs Cervières. Ter hoogte daarvan zijn resten van de Romeinse weg gevonden. De weg loopt verder door Noirétable, buigt dan naar het oosten, passeert St.-Julien-la-Vêtre en loopt dan weer met een bocht naar het zuidoosten langs de Anzon. Ten oosten van die bocht heeft bij St.-Martin-la-Sauveté een Romeinse villa gelegen. Nog verder naar het oosten, bij St.-Germain-Laval en bij Pommiers staan op de toeristenkaart met het bekende afgebroken pilaartje Romeinse bruggen aangegeven, maar in werkelijkheid stammen die uit de Late Middeleeuwen.

Wat de bij St.-Germain-Laval in Quid.fr genoemde vestiges gallo-romains inhouden is niet duidelijk. Als het hier de brug betreft is die vermelding dus niet juist. Dat Pommiers zich er op beroemt een kolonie van Romeinse veteranen te zijn is misschien wel terecht.

Ten zuidoosten van St.-Martin-la-Sauveté worden Romeinse vondsten gemeld bij Ailleux en zelfs talrijke sporen uit de Romeinse tijd bij het naburige Cezay. Aan de weg zelf zijn resten uit de Gallo-Romeinse tijd aangetroffen bij St.-Laurent-Rochefort en l’Hôpital-sous-Rochefort (grafzuil). Ten oosten van de laatstgenoemde plaats is volgens Quid.fr bij St.-Sixte een Gallo-Romeinse schat gevonden, maar waar die uit bestaat wordt er niet bij verteld. Ten zuiden van St.-Sixte valt de Anzon in de Lignon en komt de route door Boën, waar ook overblijfselen uit de oudheid zijn gevonden. Dat is ook het geval bij Sail-sous-Couzan, ten zuidwesten van Boën, en langs weg D8, die na Boën naar het zuiden loopt, bij Trelins en Marcoux. De naam Trelins staat op de toeristenkaart met een accent aigu aangegeven, dus als Trélins. Misschien is dat een vrijheid van de kaartenmaker. Weg D8 loopt in de richting van Montbrison en het daarbij gelegen Moingt, waar resten uit de oudheid nog zichtbaar boven de grond staan, zie het afgebroken pilaartje op de toeristenkaart. In de regel wordt deze plaats gelijkgesteld aan het Aquis Segete van de Peutinger-kaart, maar in deze gids wordt aangenomen dat daar St.-Galmier mee bedoeld werd (zie routes MeFe en GaLy).

Terug naar onze route, die we even ten zuiden van Boën verlieten. Daar waar weg D8 naar het zuiden gaat, buigt weg N89 naar het oosten en loopt in een kaarsrechte lijn naar het eindpunt, door Ste.-Agathe-la-Bouterese, dat belangrijke sporen van de Romeinse aanwezigheid heeft opgeleverd, en St.-Etienne-le-Molard, waarbij grondsporen van Romeinse gebouwen worden vermeld. Ten noordoosten van St.-Etienne-le-Molard hebben de Gallo-Romeinen sporen achtergelaten bij Ste.-Foy-St.-Sulpice en bij Cleppé aan de Loire. En aan de zuidkant van de weg zelfs talrijke sporen bij Poncins. De route kruist nu de autosnelweg A72-E70 en komt aan in het centrum van Feurs (Forum Segusiavorum).