bronnen en problemen
vak D1 / D2

BiSt: Bingen – Straatsburg

LVermGeo Topografische Karte 1:50.000: - Mainz und Rheinhessen
- Zwischen Rhein und Pfäzerwald
- Südpfalz
IGN carte topographique TOP 100: 12 Strasbourg / Forbach
of
ADAC-ProfiAtlas Deutschland 1:100.000: Seite 339, 340, 360, 361, 379,
380, 398, 399, 414, 415, 432

plaats van route BiSt

Gm km
Bingium Bingen
a. Mogontiaco Mainz xii 30
b. Bonconica Dienheim viiii 23
c. Borgetomagi Worms x 25
d. Nouiomagus Spiers xvi 40
e. Tabernis Rheinzabern xii 30
f. Concordia Lauterburg viii 20
g. Saletione Seltz v 13
h. Brocomagus Brumath xv 38
Argentorate Straatsburg vii 18

Het gaat hier om een tamelijk lange route (235 km), zodat de stip op de “postzegel” hierboven alleen maar ongeveer het midden ervan kan aangeven. Het is moeilijk uit te maken over welke wegen ze precies liep, zodat in deze beschrijving wordt volstaan met het opsommen van plaatsnamen. Vanuit het centrum van Bingen (Bingium) loopt de route langs de Rijn door Ingelheim naar het centrum van Mainz (Mogontiacum)

Ten zuiden van deze weg zijn in veel dorpen sporen van de Romeinse aanwezigheid gevonden, zoals in Aspisheim (deel van een Romeinse badinrichting) en Dromersheim ten zuidoosten van Bingen. Verder ten oosten van Ingelheim bij Heidesheim (villa), Wackernheim (munten, mantelspelden), en nog verder naar het oosten bij Finthen (waterleiding naar Mainz), Gonsenheim (munten, aardewerk, glaswerk, villa met mozaïekvloer en een badgebouw, sporen van de daarbij behorende waterleiding) en Mombach (veel losse vondsten). Aan de zuidwestkant van Mainz, bij Bretzenheim, zijn resten van gebouwen gevonden en ook munten en andere roerende zaken.

Dat Mainz een belangrijke plaats was blijkt niet alleen uit de Romeinse reisgidsen maar ook uit de opsomming van de vondsten uit de Romeinse tijd, zoals b.v. te vinden in Wikipedia: resten van een aquaduct, tempel van Isis, theater, stadspoort, resten van schepen, Drusustoren, grafvelden bij Weisenau (ten zuidoosten van het centrum aan de Rijn), Jupiterzuil, triomfboog, Dativius-Victorboog, Mithraeum*. Na Mainz gaat de weg aanvankelijk nog steeds langs de Rijn naar Weisenau (Romeinse begraafplaatsen), loopt daarna door Laubenheim (Romeinse waterleidingen, munten, aardewerk, grafbijgiften, delen van sarcofagen) en Bodenheim naar Nackenheim aan de Rijn (villa). Dan weer langs de rivier tot Nierstein (mineraalwaterbad met Apollo-altaar) en vandaar door Oppenheim naar Dienheim (Bonconica) met de z.g. Siliusbron, die op de toeristenkaart in kleine blauwe lettertjes staat aangegeven bij een Rastplatz tussen Dienheim en Ludwigshöhe. De naam Silius is ontleend aan de grote Romeinse gedenksteen aldaar.

De route loopt nu verder zuidwaarts door Ludwigshöhe, Guntersblum, Alsheim en Mettenheim naar Osthofen (munten en fundamenten van woonhuizen). Ter hoogte van Mettenheim, maar dan een heel eind naar het westen, lag de belangrijke plaats Altiaia (Alzey). De resten daarvan zijn te bezichtigen in de Römische Abteilung van het Museum Alzey in de Antoniterstraße. Terug naar Osthofen. Ten noordwesten daarvan zijn bij Bechtheim sporen van een Romeins gebouw gevonden en ten zuidwesten van Osthofen bij Abenheim aardewerk, sieraden en munten.

Na Osthofen gaat de route verder door Herrnsheim en Hochheim (grafveld en een fragment van een Jupiterzuil) naar Worms (Borbetomagus). De spelling van de plaatsnaam laat veel ruimte voor speculatie over de juiste vorm en de betekenis ervan: Borbetomagus, Borbitomago, Borgetomagi, Bormitomago, Bornitomago. Men wil dat de plaats genoemd is naar een godin met de naam Borbet, doch zie bij Borbet in de begrippenlijst*. De Romeinen legden er een versterking aan die echter in de tweede helft van de eerste eeuw verlaten werd. Talrijke vondsten uit het verleden van deze belangrijke stad zijn te zien in het Museum der Stadt Worms.

Vanuit Worms gaat de route door Bobenheim en Frankenthal en verder tussen twee plaatsjes – Eppstein en Studernheim – waarvan de bodem getuigenissen van een Romeins verleden heeft opgeleverd. Verder naar het westen heeft Bad Dürkheim een interessante steengroeve die tussen de Romeinse tijd en de dertiger jaren van de twintigste eeuw onaangeroerd, en dus zeer mooi bewaard is gebleven. Na Studernheim buigt de route in de richting van de Rijn en loopt onder langs Friesenheim, waar een stuk van een Romeinse weg, een knuppeldam, een aan Diane gewijd tempeltje en de grondsporen van gebouwen, waaronder een klein badhuis, gevonden zijn. De volgende plaats is Mundenheim, ten zuiden van Ludwigshafen, waar zich een militaire post bevond. Dan volgt Rheingönheim waar de sporen van een castellum en een grafveld zijn aangetroffen. Men wil dat dit de door Ptolemaeus genoemde plaats Rufiniana is. Meer naar het westen ligt Maudach, waar kleine vondsten op de aanwezigheid van Romeinen wijzen: munten, kruiken, een mantelspeld en aardewerk. Naar het oosten, aan de Rijn, ligt het door de Kosmograaf van Ravenna genoemde Altrip, waar in de vierde eeuw een fort werd gebouwd. De afmetingen ervan konden in de jaren 1926/27 worden vastgesteld. Daarna loopt de route in zuidelijke richting door Neuhofen, Waldsee en Otterstadt naar Speyer (Noviomagus).

Aan de basis van de stad staat een in 10 v.Chr. gebouwde kazerne voor ca. 500 infanteristen. Aanvankelijk heette de plaats misschien Nemetum (heilige plaats). Later verschijnt ze als Neomagus in de wereldbeschrijving van Ptolemaeus en als Noviomagus in het Reisboek van Antonini en op de Peutinger-kaart. Nog later wordt ze door de Kosmograaf van Ravenna Sphira genoemd. Na Speyer gaat de route richting zuidwesten over Berghausen, Heiligenstein en Lingenfeld naar Germersheim aan de Rijn, waar ooit een versterkt legerkamp was met de naam Vicus Iulius. Vandaar liep de weg wellicht over Sondernheim, Hördt (Romeinse gebouwen?) en Rülzheim (sporen van bewoning in de Romeinse tijd?) naar Rheinzabern (Tabernis). Ten oosten van Rheinzabern, aan een oude meander van de Rijn, ligt Neupotz, de opvolger van het door de Kosmograaf van Ravenna genoemde Porza. Het plaatsje is (in H7.1) al aan de orde geweest.

Rheinzabern was in de tweede en derde eeuw de belangrijkste producent van aardewerk ten noorden van de Alpen. Vooral het Terra-Sigillata-aardewerk was beroemd. Moderne schattingen komen op een jaarproductie van meer dan een miljoen stuks aardewerk. Het succes lag aan de kwaliteit van de klei, de aanwezigheid van voldoende brandstof (bossen) en water en de ligging aan een verkeersweg tussen Italië en de Noordzee. De producten uit Rheinzabern zijn teruggevonden in Britannië en aan de Zwarte Zee. Na deze beroemde plaats loopt de route verder over Jockgrim en Wörth naar Hagenbach, dat bekend is om de aldaar gevonden schat uit de tweede helft van de derde eeuw. De schat werd daar waarschijnlijk achtergelaten door plunderaars van over de Rijn, die bij hun terugtocht werden achtervolgd door grenswachten. Op één van de voorwerpen komt de naam Obbelexxus voor, zodat we mogen aannemen dat de dikke vriend van stripheld Asterix een werkelijk bestaande naam heeft.

De route loopt nu langs het Bienwald (waarin, volgens een legende, in de zevende eeuw de Maastrichtse bisschop Theodardus werd vermoord) en langs Wörth, Hagenbach en Neuburg naar Lauterbourg (Concordia) aan de Lauter. Het riviertje is in onze tijd de grens tussen Duitsland en Frankrijk. De Duitse toeristenkaart 1:50.000 eindigt hier en we stappen over op de IGN carte de promenade 1:100.000 (nr. 12). Bij Lauterbourg hadden de Romeinen een fort. Er zijn meerdere voorwerpen uit de oudheid gevonden. De weg liep nu waarschijnlijk via Mothern en Munchhausen (viergodensteen) naar Seltz (Saletione). Bij de omwalde plaats lag een castellum en er zijn pottenbakkersovens, graven, dakpannen, aardewerk en mijlpalen met inscripties gevonden.

Vanaf hier gaat de route afwijken van de huidige Rijnoever. Wellicht was het nu nog door talrijke watertjes doorsneden gebied tussen Seltz en Straatsburg in de oudheid onbegaanbaar of in ieder geval onbewoonbaar. De oude route nam een meer naar het zuidwesten gericht verloop langs Kauffenheim (mijlpaal, nu in het museum van Straatsburg) bij Forstfeld en door Soufflenheim (sporen uit de Gallo-Romeinse tijd) en Schirrhein (wisselplaats?), over de weg (D99) ten noorden van Oberhoffen-sur-Moder (aardewerk) naar Kaltenhouse en Weitbruch (mijlpaal, pottenbakkersovens, marmerscherven, kandelaars) en vandaar naar Brumath (Brocomagus). Bij die plaats wordt de vondst genoemd van thermen, van een hypocaustum, een pottenbakkersoven, aardewerk, tegelvloeren, mantelspelden, munten en ook mijlpalen. Vanuit Brumath loopt het laatste stukje van de route langs Vendenheim (vondsten uit de Romeinse tijd), Lampertheim (vondsten uit de Romeinse periode) en Schiltigheim (noordkant van Straatsburg, Gallo-Romeins aardewerk) naar Strasbourg (Argentorate).