De overzichtskaartjes

indeling overzichtskaart

Hoewel in de beschrijving van elke route doormiddel van een “postzegel” haar plaats in Gallia is aangegeven, is daarop niet te zien of een route lang of kort is en welke haltes er langs liggen. Om het verloop van een route beter in beeld te kunnen brengen en de namen uit bronnen te kunnen plaatsen is Gallia in 16 vakken verdeeld (afbeelding), die overigens ongelijk van afmetingen zijn. Tevens is Gallia verdeeld in vier stukken, die enigszins overlappend zijn gemaakt. De kaart bestaat zo uit de delen noordwest (NW, vakken A1, A2, B1, B2), noordoost (NO, vakken C1, C2, D1, D2), zuidwest (ZW, vakken A3, A4, B3, B4) en zuidoost (ZO, vakken C3, C4, D3, D4). In de vakken A1, A3 en A4 bevinden zich geen routes.

De plaatsen staan op de kaartjes ongeveer op de positie die ze op een topografische kaart ook zouden hebben, dat wil zeggen dat kleine afwijkingen ten opzichte van de juiste positie mogelijk zijn. De routes zijn schematisch weergegeven. Meestal zijn ze als rechte lijnen tussen de diverse knooppunten getekend, hetgeen met de werkelijkheid lang niet altijd overeenkomt. De wegen waarover deze routes lopen vertonen niet zelden bochten en knikken die op de afbeeldingen niet weergegeven zijn. Vooral in bergachtig gebied zijn de wegen vaak grillig. Slechts extreme grilligheid is weergegeven, zoals op de routes in de Alpen (AoAl, AlBe, ViBr, VaGa, op kaartje ZO).

Bij alle knoop- en eindpunten is de (huidige) plaatsnaam vermeld. Zo’n plaats wordt aangegeven met een dikke stip. De overige plaatsen zijn met een kleine stip en een letter op de routes gezet. Routes die niet in de oude bronnen voorkomen, maar waarvan het bestaan op andere gronden aangenomen mag worden, zijn met een stippellijn getekend. Dit soort routes kan wel op een knooppunt aansluiten, maar veroorzaakt er zelf niet een. Een voorbeeld is de route BaTr, tussen Troyes en plaats ‘b’ op de route ChLa (Bar-sur-Aube). Zie NO vak C2.

Bar-sur-Aube zou eigenlijk als knooppunt van drie samenkomende wegen aangegeven moeten worden, maar omdat er in de toekomst waarschijnlijk nogal wat routes ingetekend gaan worden die niet in de oude bronnen vermeld staan, zou dat een hinderlijke vermeerdering van het aantal knooppunten veroorzaken. En niet alleen de kaartjes onoverzichtelijker maken, maar ook het aantal routebeschrijvingen fors doen toenemen. Immers, bij elk nieuw knooppunt zouden bestaande routes weer opgesplitst moeten worden in kleinere.

Op kaartje NW zijn diverse routes met een stippellijn aangegeven. Die tussen Amiens en Rouen (AmRo) heeft bijvoorbeeld twee knooppunten, maar de route ViLi, in vak B2, tussen Vieux (AlMa,c) en Lisieux (LiDr,b), heeft er niet één. Het is verstandig om geen nieuwe knooppunten te maken, anders zou de lijsten met knooppunten (bijlagen) voortdurend uitgebreid moeten worden. Nu kunnen nieuwe routes toegevoegd worden zonder de rest van de gids overhoop te halen.

Hoewel er voor een groot deel van de routes voldoende ruimte op de kaartjes is, zijn er ook plekken waar routes en plaatsen zo dicht op elkaar liggen dat er met pijltjes gewerkt moest worden om de namen van de diverse kaartelementen aan te geven. Bijvoorbeeld op kaartje NO rond Kleve (boven midden). Er is één plaats waar ook het werken met pijltjes niet meer doenlijk is en daarvoor is het kaartje* gemaakt, dat de situatie tussen Arles en Avignon weergeeft.

Er zijn drie soorten eindpunten. Die aan zee zijn echte eindpunten en net zoals knooppunten met een dikke stip aangegeven. Zie bijvoorbeeld Katwijk aan Zee (NO vak C1 bovenaan) en Le Conquet (NW vak A2 links). Eindpunten op landroutes zijn geen echte eindpunten, maar ze geven de grens van Gallia aan. Hiervan zijn twee soorten. De eindpunten die op een bergpas liggen zijn met een soort ‘v’-tekentje aangegeven, en de overige ook weer met een dikke stip. Voorbeelden van de laatste soort zijn Cerbère (ZO vak C4) op de grens met Spanje, en St.-Laurent-du-Var (ZO vak D4) op de grens met Italië. Eindpunten op een bergpas zijn in vak D3 goed te zien: Col du Grand St.-Bernard, Col du Petit St.-Bernard en Col de Montgenèvre, de Alpenpassen naar Italië (ZO).

Dan zijn er nog de routes tussen Arles en Avignon. Dat die apart zijn weergegeven* heeft als reden dat er een grens gesteld moest worden aan het maken van knooppunten. Eigenlijk zou de kapel van St.-Gabriël een knooppunt moeten zijn, maar om de zaak simpel te houden zijn alle plaatsen in deze streek in vijf routes ondergebracht. St.-Gabriel ligt nu op vier routes. Bij de mutatio Bellinto is geen moderne plaatsnaam te vinden. Meer daarover in de beschrijving van route ArAv.